Terpstra benoemt vooral n&iacuta;et
De oproep voor tolerantie, die werd ondertekend door 58 prominente (en in eerste instantie vrijwel alleen blanke en rechtse) Nederlanders, was het vervolg op de hartenkreet van Terpstra om ‘een beweging tegen de verWildering’ te beginnen. Maar van de duidelijkheid van die brief is inmiddels weinig meer over. De naam van Wilders mocht niet genoemd worden, en Terpstra wil het volgens een interview met de Volkskrant zelfs ‘helemaal niet over de PVV hebben’.
Wat overblijft is een nietszeggende oproep om aardig en tolerant voor elkaar te zijn. Maar alleen nadat het gezelschap van prominente heren en dames eerst een aantal keer door de knieën is gegaan voor de racistische toon in het huidige debat, door vooral te benadrukken dat er echt wel heel erg veel mis is met de integratie van allochtonen. De boodschap die Terpstra en de zijnen hiertegenover stellen lijkt te zijn ‘dat er ook goede allochtonen zijn’. Niet heel vernieuwend, en ook niet echt de ultieme uiting van principieel anti-racisme.
Dat Terpstra zijn woorden van eind november aanzienlijk zou afzwakken viel al te verwachten. Daarmee begon hij direct in de week nadat zijn ingezonden brief gepubliceerd was. En de schuld daarvoor ligt zeker niet alleen bij hem. In de dagen na zijn oproep stonden linkse politici in de rij om zich van het initiatief te distantiëren. Terpstra zou teveel op de persoon spelen, geen respect hebben voor Wilders’ kiezers en de bestrijding van de PVV over moeten laten aan de Tweede Kamer.
Als deze punten voor een beweging tegen Wilders gelden, waarom dan niet voor alle andere vormen van protest? Op anti-oorlogsdemonstraties zouden we geen borden over Bush meer mogen meedragen, want die zijn teveel op de man gespeeld. Acties tegen het beleid van Balkenende kunnen we ook beter laten, want hoeveel kiezers heeft die wel niet achter zich? Waarom zouden we ons überhaupt nog ergens druk om maken, als we 150 Tweede Kamerleden hebben afgevaardigd om dat namens ons te doen?
De slappe reactie van linkse Kamerleden zette de deur open voor een rechtse vloedgolf in de weken daarna. De Telegraaf plaatste zelfs een hetzerig artikel over het vermeende radicaal-linkse netwerk achter Terpstra, met een ererol voor de Internationale Socialisten. Daar zal de oud-CNV’er wel verrast over zijn geweest. Onder al die druk verschrompelde de aangekondigde beweging tot het huidige manifest.
Wilders kan tevreden zijn zou je zeggen, maar dat ligt niet zo in zijn aard. Zelfs een vage oproep tot tolerantie en respect is wat hem betreft al veel te multiculti. ‘De islam verdient geen respect, maar moet fel worden bestreden als intolerante en fascistische ideologie’, stelde hij in een reactie. ‘Ondertekenaars van deze oproep zijn onnozele en naïeve dwazen’. In ieder geval goed dat hij het niet op de persoon speelt…