Tegenvallende opkomst op gemarginaliseerde Women’s March

Foto: Socialisme.nu
Gisteren vond in Amsterdam de jaarlijkse Women’s March plaats om internationale vrouwendag te vieren – dit keer statisch en met enkele honderden mensen. Het was een belangrijke actie met goede toespraken, maar ook een pijnlijke knieval voor de aanval van de Amsterdamse stadsbestuur op het demonstratierecht van links.
8 maart 2021

Afgelopen zondag vond de Women’s March 2021 plaats in het Nelson Mandelapark te Amsterdam. Internationale vrouwendag verdient het om gevierd te worden. Daarnaast is het een belangrijke strijddag, niet alleen in Nederland maar wereldwijd. Want er is genoeg om ons tegen te verzetten en voor te blijven vechten. Het organiserende comité ondersteund door organisaties als Amnesty International, Black Pride en Humanistisch Verbond vroeg in haar oproep om aandacht voor fundamentele kwesties als geweld tegen vrouwen, economische ongelijkheid, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, LHBTQI+ rechten, rechten voor vrouwen met een beperking, een ongelijkwaardig onderwijssysteem, en ongelijke vertegenwoordiging in de media en de politiek.

uitverkoop demonstratierecht

Maar in tegenstelling tot de voorgaande jaren was er ondanks deze inderdaad urgente problematiek ditmaal een tegenvallende opkomst. Ongetwijfeld had dit te maken met corona, maar je als organisatiecomité van tevoren in samenspraak met de politie vastleggen op een maximum van 500 demonstranten in het Mandelapark komt bizar over. In hetzelfde park kon vorig jaar een grote Black Lives Matter manifestatie plaatsvinden, waarbij de coronamaatregelen prima gerespecteerd werden.

Er was tijdens de Womens March 2021 dan ook voldoende ruimte in het park om nog veel meer demonstranten welkom te heten. In plaats daarvan werd de verordonneerde aanmelding vooraf al spoedig gesloten, omdat het getal van 500 was bereikt. De rest kon via streaming deelnemen. Maar als er een ding duidelijk wordt tijdens de huidige coronapandemie is dat er behoefte is aan samenzijn en je deelgenoot voelen van een beweging. Maar afgelopen zondagmiddag 7 maart bleken er slechts een paar honderd mensen afgekomen te zijn op het openluchtprogramma. De in acht genomen zelfbeperking door de organisatie wist niet eens het getal van 500 te bereiken.

Een ieder die aan kwam lopen werd bij het overtreden van een denkbeeldige lijn meteen door de organisatie gevraagd naar een registratiebewijs, de gedragen mondkapjes werden op het terrein voor het podium aan een overdreven inspectie onderworpen en de politie deed pogingen om demonstranten die buiten het afgebakende gebied een tafeltje opstelden met infomateriaal te weren. Deze vormen van zelfbeperking fungeren, ongetwijfeld ongewild, als een verlengstuk van de politie en dreigen zo de opmaat te vormen naar een verdere aantasting van het demonstratierecht, niet alleen tijdens vrouwendag maar ook onlangs in Den Haag en tijdens de komende klimaatacties en het antiracismeprotest van 21 maart. Een politie die bekend staat als vrouwonvriendelijke werkomgeving en waar de schandalen rondom racistisch geweld langzamerhand niet meer te tellen zijn.

Sprekers

Toch was het goed dat een paar honderd activisten zich in de gure kou in het park verzamelden en daar luisterden naar toespraken van bijvoorbeeld de feministe Anja Meulenbelt over het belang van een feminisme dat oog heeft voor klasse en die van voormalig Bijlmerparktheaterdirecteur Ernestine Comvalius over de noodzaak van gecombineerde strijd tegen zowel racisme als seksisme. Zij vertelde over de geschiedenis van het vrouwenkiesrecht en concludeerde: ‘de Nederlandse parlementaire democratie is vanaf het begin gestoeld op ongelijkheid, als het gaat om klasse, gender en etnische achtergrond. Alle vooruitgang is het resultaat geweest van immense inspanningen en strijd’.

Het was goed dat er op het podium ruimte was voor verschillende perspectieven op feminisme. Zo sprak Jeanette Chedda over de manier waarop vrouwen met een beperking geraakt worden door verschillende vormen van uitsluiting op hetzelfde moment. Het liet goed de noodzaak van een brede feministische beweging zien, maar in de toespraken ontbrak een helder perspectief over hoe we tegenmacht kunnen opbouwen in een context waarin de positie van vrouwen en onderdrukte groepen steeds verder onder druk staan. De noodzaak van een sterke beweging op straat, zoals we kunnen zien in landen als Argentinië, Polen of Spanje, kwam niet terug.

Er waren aanhangers van BIJ1, GroenLinks, de PvdA/JS en vertegenwoordigers van verschillende migrantenorganisaties. De IS waren aanwezig met borden, anti-FvD stickers, kranten en folders voor 21 maart. Er vonden goede politieke discussies plaats met interessante contacten en er werd voor een aanzienlijk bedrag aan materiaal verkocht. De aankondiging van een IS-meeting over Clara Zetkin op 25 maart werd alvast genoteerd in de agenda van een belangstellende. Bij de nabespreking kwam er nog een verlate geïnteresseerde langs die zich erover verbaasde dat het programma slechts een uur duurde, maar wel blij was dat ze door een enthousiast groep activisten werd bijgepraat.