Tegen een war on drugs

Vorige maand werd de strafrechtadvocaat Derk Wiersum vermoord, omdat hij een kroongetuige bijstond in het strafproces tegen drugscrimineel Ridouan Taghi. Het is een schandaal dat strafrechtadvocaten voor hun leven moeten vrezen als ze hun werk doen.
9 oktober 2019

Rechts greep de moord op Wiersum echter gretig aan om hun war on drugs te verkopen. Als het aan het kabinet ligt moet er een speciale anti-drugseenheid komen. Maar het aanpakken van drugscriminelen alleen gaat hen niet ver genoeg. Kennelijk moeten de geesten ook rijp worden gemaakt om gebruikers harder aan te pakken. Rutte probeerde hen de schuld van de moord op Wiersum op klassieke wijze in de schoenen te schuiven: ‘bij iemand die zijn eerste jointje rookt of een pilletje neemt op een dancefestival begint de vraag. Daarna komt het aanbod en uiteindelijk ontstaat de verschrikkelijkste criminaliteit.’

Een bizarre redenering. Alcohol en tabak zijn veel gevaarlijker voor de gezondheid dan een jointje, toch laten Heineken of Marlboro hun concurrenten in de regel niet liquideren. Dat producenten van andere drugs dat wel doen heeft niets te maken met het goedje, maar met de juridische status ervan. Daar heeft de gebruiker geen invloed op en Mark Rutte wel.

Voor de gebruiker zou het beter zijn als hij enig zicht heeft op wat hij koopt. Uit volksgezondheidsoverwegingen is legalisering van drugs veel rationeler dan criminalisering. Het maakt toezicht op de productie mogelijk en maakt hulp aan verslaafden makkelijker.

Bovendien laat de Amerikaanse war on drugs zien dat criminalisering niet werkt om drugsgebruik en criminaliteit tegen te gaan. Drugscriminaliteit maakt in Nederland zo’n 7 procent uit van het totaal. Dat is niet onaanzienlijk. Legalisering van drugs zou criminaliteit verder doen dalen. Geld dat nu verspild wordt aan drugsbestrijding zou in de zorg en het onderwijs goed besteed kunnen worden. Maar de gevolgen van falend beleid afschuiven op consumenten is een stuk makkelijker.