Tata Steel – niet sluiten maar nationaliseren

Foto: Joost J. Bakker
Onderzoek op onderzoek toont aan dat Tata Steel – de grootste uitstoter van broeikasgas in het land – de omgeving structureel vergiftigt. De staat houdt het bedrijf de hand boven het hoofd en beloont het met subsidies. De klimaatbeweging kiest het bedrijf terecht meer als doelwit uit, maar het doel moet niet sluiting, maar onteigening zijn.
16 maart 2023

In het voorjaar van 2020 vond een voor Nederlandse begrippen historische staking plaats bij staalgigant Tata Steel. Het personeel legde niet alleen het werk neer voor het behoud van werkgelegenheid, maar ook voor een duurzame koers van het bedrijf. De vakbeweging begreep heel terecht dat die twee zaken direct aan elkaar gerelateerd zijn en begon daarom een eigen visie op de vergroening van het bedrijf te ontwikkelen.

Tata Steel is een van de meest asociale en vernietigende bedrijven van Nederland. Het is met 12,6 megaton per jaar de grootste uitstoter van CO2 van het land. Daarnaast stoot het allerlei andere gevaarlijke stoffen uit. Dat leidt onder meer tot grafietregens: kleine deeltjes zware metalen en kankerverwekkende stoffen worden meegevoerd met de warme lucht die uit de schoorstenen komt en daalt neer in de omgeving. Dat levert een groot gevaar op voor mensen die in de wijde omtrek van het kolossale bedrijf wonen. Vooral buitenspelende kinderen worden aan de stoffen blootgesteld. De GGD en het RIVM concludeerden dat mensen in de IJmond ‘significant meer’ kans op hart- en vaatziekten hebben dan in de rest van het land. Ook de hersenontwikkeling van kinderen heeft te lijden onder de giftige stoffen die Tata uitstoot. Het RIVM stelde vast dat een ‘aanmerkelijk deel’ van de gevaarlijke stoffen van Tata Steel afkomstig is.

Maar Tata Steel is ook een grote ontvanger van staatssteun. Het bedrijf betaalt – zoals veel grote bedrijven in Nederland – geen vennootschapsbelasting. Het betaalt bijna geen belasting voor de 34 miljard liter drinkwater die het jaarlijks gebruikt. Het bedrijf is ook volledig vrijgesteld van energiebelasting en kreeg het afgelopen jaar extra subsidie vanwege de hoge energieprijzen. Daarnaast verdiende Tata Steel Europe zo’n 2,5 miljard euro door emissierechten te verkopen – die zogenaamd bedoeld zijn om de uitstoot door grote vervuilers in te perken. De uitstoot van CO2 nam ondertussen juist toe en het gratis geld ging niet naar vergroening, maar naar de aandeelhouders.

Arbeidersmacht

Dat de vakbeweging de vergroening van Tata Steel tot speerpunt heeft gemaakt is van groot strategisch belang. Zoals veel grote vervuilers probeert Tata Steel een tegenstelling te creëren tussen de werkgelegenheid enerzijds en klimaatverandering en de volksgezondheid in de IJmond anderzijds. Met het Groen Staal-plan laat de FNV zien dat die twee belangen niet tegenover elkaar hoeven te staan. Dat is een belangrijke stap. De FNV hield zich te vaak stil over de vele schandalen waarin Tata Steel verwikkeld was, vanuit het idee dat dat in het belang van de werkgelegenheid zou zijn.

Inmiddels is de directie van Tata overstag. Zij wilde aanvankelijk niet vergroenen en in plaats daarvan inzetten op CO2-opslag onder de zeebodem – een complexe en onbewezen techniek die het probleem in het gunstigste geval alleen vooruit schuift. Onder druk van de vakbeweging en het personeel is de directie gedwongen om het FNV-plan over te nemen. Het feit dat er bij Tata een relatief hoge organisatiegraad van zo’n 50 procent is, is daarin geen detail. Een dergelijke koerswijziging had op een andere manier in dit tijdsbestek niet afgedwongen kunnen worden en is een voorbeeld voor andere sectoren én voor de klimaatbeweging: vakbondsmacht kan verandering forceren.

Sluiting

Toch is er vanuit delen van de klimaatbeweging een campagne gestart voor de volledige sluiting van het staalbedrijf, die wordt gesteund door Extinction Rebellion en Frisse Wind – een organisatie van ouders die in de omgeving van Tata Steel wonen.

Dat deze groepen niet zonder meer tevreden zijn met mooie woorden van de directie van Tata Steel, mag niemand verbazen. Het bedrijf liegt en bedriegt dat het een lieve lust is. Het sluist miljarden weg naar India, maar blijft voor veel aanpassingen om de milieuschade te beperken de hand ophouden voor meer subsidiegeld. Het bedrijf sjoemelt met uitstootcijfers. In februari 2022 bleek uit onderzoek van de IJmuider Courant dat het bedrijf duizenden kilo’s ijzererts en steenkool illegaal in zee liet dumpen. Dat wordt nu meegenomen in een omvangrijker strafrechtelijk onderzoek naar het criminele bedrijf.

Bovendien wordt Tata Steel op allerlei manieren de hand boven het hoofd gehouden. Zo bleek een aantal jaar geleden dat de conclusies van een GGD-rapport over de ‘longkankerplaag’ in Beverwijk werden herschreven na ingrijpen van hogerhand. ‘Het woord Tata mag niet worden gebruikt’, schreef GGDdirecteur Bert van de Velden aan de auteurs. De klimaatorganisaties hebben het grootste gelijk van de wereld als zij zeggen dat het bedrijf zijn laatste kans allang heeft verspeeld.

Strategie

Desondanks is de inzet op sluiting van Tata Steel strategisch niet onproblematisch. Sinds de oprichting van het bedrijf meer dan honderd jaar geleden zijn er miljarden euro’s gemeenschapsgeld geïnvesteerd. Generaties staalwerkers hebben het met bloed, zweet en tranen opgebouwd. Als het bedrijf sluit gaan de kapitalistische sprinkhanen er met de buit vandoor, zullen ze hun destructieve werk elders voortzetten en blijft de IJmond achter met een zwaar verontreinigde omgeving en duizenden werkzoekende staalarbeiders. De kosten die dat met zich meebrengt zullen opnieuw afgewenteld worden op de gemeenschap.

Ten tweede biedt Tata Steel een enorme kans voor zowel de vakbeweging als de klimaatbeweging om samen op te trekken en elkaar wederzijds te versterken. Voor de systeemverandering die nodig is om de klimaatcrisis een halt toe te roepen kunnen we niet zonder de sociale macht van de arbeidersbeweging. Andersom wordt de toekomst van werkers en hun kinderen bedreigd door de klimaatcrisis. De vakbeweging heeft de kans om via de klimaatbeweging aansluiting te winnen bij een jonge en strijdbare generatie. Bovendien staan zowel de vakbeweging als de klimaatbeweging tegenover het grote kapitaal en hebben ze een gedeeld belang om de economie in eigen beheer te nemen en ten dienste te stellen van onze gezamenlijke belangen.

In plaats van in te zetten op sluiting van het staalbedrijf, zou de inzet moeten zijn om het terug in publieke handen te nemen. Op die manier kan gegarandeerd worden dat er op een groene en gezonde manier gerecycled staal wordt geproduceerd – staal dat we in de klimaattransitie nog hard nodig zullen hebben, bijvoorbeeld voor de uitbreiding van het spoor – en kan het personeel perspectief worden geboden.

Publieke handen

Om het staalbedrijf te vergroenen zijn miljardeninvesteringen nodig. Tata Steel zal die investeringen niet doen – zeker niet volledig. Verschillende milieuorganisaties, waaronder Milieudefensie, benadrukken dat een staatsbijdrage onder strenge voorwaarden moet plaatsvinden. Dat is niets teveel gezegd. In 2014 hield het bedrijf de hand op voor de bouw van een proeffabriek die op een schonere manier staal moest produceren. Het zou de eerst stap zijn naar een heel nieuwe installatie. De staat kwam over de brug, de proeffabriek kwam er, maar werd jarenlang niet in gebruik genomen. De grotere fabriek kwam er nooit. Het is slechts één voorbeeld van hoe de staat met geld strooit om Tata tevreden te houden. Tata Nederland sluisde ondertussen honderden miljoenen euro’s door naar het moederbedrijf.

Een bedrijf dat zich schuldig maakt aan milieucriminaliteit, dat de zakken vult met gemeenschapsgeld en dat liegt over de schade die het toebrengt aan de volksgezondheid en de omgeving mag niet de regie krijgen over een publiek gefinancierde transitie die in IJmuiden nodig zal zijn. Het bedrijf moet onteigend worden en mag daarvoor geen stuiver ‘compensatie’ krijgen. Alleen op die manier kunnen we zelf gecompenseerd worden voor de ellende die het bedrijf veroorzaakt heeft, en voor het gemeenschapsgeld en al het harde werk dat het heeft opgeslokt.

Ten tweede zou een publiek staalbedrijf dat groen staal gaat produceren een geweldig voorbeeld zijn voor de verdere klimaattransitie. Private partijen slopen de planeet en gebruiken hun enorme macht om twijfel te zaaien en regeringsbeleid naar hun hand te zetten. Om de klimaatcrisis te stoppen moeten de grootste vervuilers onder democratische controle komen te staan, zodat niet winst maar het publieke belang leidend wordt. Openbaar vervoersbedrijven moeten bijvoorbeeld juist in publieke handen komen zodat ze een alternatief kunnen worden voor autoverkeer en het vliegtuig. Door nationalisatie centraal te stellen kan de klimaatbeweging een perspectief schetsen dat verder gaat dan directe uitstootreductie en zich richt op het vormgeven van een groene en sociale economie. Die zal namelijk absoluut onmisbaar zijn om de klimaatcrisis te stoppen en de gevolgen daarvan op een goede manier te lijf te gaan.