Syriza en de staat
Links is eerder dicht bij de macht geweest in Griekenland. Toen de Tweede Wereldoorlog eindigde, bracht de rol van de Communistische Partij in het verzet tegen de brute Duitse bezetting haar aan het hoofd van een brede nationale coalitie. Groot-Brittannië en vervolgens de VS kwamen tussenbeide, en herstelden de monarchie in een bloedige burgeroorlog.
In de vroege jaren 1960 ontstond een massabeweging tegen de monarchie uit studentenprotesten en arbeidersstakingen. Alweer was de Communistische Partij (KKE) zeer invloedrijk. In april 1967 greep het leger de macht om een overwinning van links te blokkeren.
Nu zit een partij die is ontstaan uit een reeks van KKE-splitsingen in de regering. Zal het Griekse en internationale kapitaal haar toestaan te overleven waar eerder linkse bewegingen werden verpletterd?
In the Guardian portretteerde Paul Mason de overwinning van Syriza als grotendeels een gevolg van het charisma, ‘professionaliteit en discipline’ van leider Alexis Tsipras. Maar sociale en politieke aardbevingen hebben veel diepere wortels. De Griekse maatschappij ging het neoliberale tijdperk binnen, al gebroken door de trauma’s van de bezetting, burgeroorlog en dictatuur.
Het heeft in de afgelopen 30 jaar de meest intense sociale strijd in Europa meegemaakt onder de regeringen van zowel centrum-links (Pasok) als centrum-rechts (Nieuwe Democratie, ND). Deze piekte in 2010-12, als reactie op het opleggen van een bruut bezuinigingsregime in opdracht van de ‘trojka’. Die wordt gevormd door de Europese Commissie (EC), Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Beroering
Ongeveer 32 algemene stakingen, naast bezettingen van pleinen en massaprotesten, brachten Griekenland in beroering. Syriza’s stappen vooruit, van een relatief marginale partij tot uitdager van de regering in amper twee jaar, was een product van deze massabewegingen.
De sociale basis van Pasok, dat de Griekse politiek domineerde sinds de vroege jaren 1980, verdampte. Syriza werd de belangrijkste partij van de stedelijke arbeidersklasse in de verkiezingen van mei en juni 2012. Maar intensieve campagnes van angst stonden ND onder Antonis Samaras toe om zich ertussen te wringen en een nieuwe pro-bezuinigingsregering te vormen.
Het pure materiële leed dat de bezuinigingen hebben veroorzaakt is iets wat geen enkele ontwikkelde kapitalistische maatschappij heeft meegemaakt sinds de jaren 1930.
Dit kantelde de electorale balans verder naar links. Daaraan werd bijgedragen door vastberaden strijd, onder meer tegen de fascisten van de Gouden Dageraad en Samaras’ poging om de staatsomroep ERT te sluiten.
De gecombineerde stem van radicaal links was bijna 42,5 procent, met inbegrip van de KKE en het Antikapitalistische Links Front (Antarsya) dat een aanzienlijke invloed heeft in de arbeiders- en studentenbeweging.
Maatregelen
Syriza bood een programma van maatregelen die gericht zijn op het omkeren van de ergste gevolgen van de bezuinigingen. Maar de nieuwe regering staat voor een strategisch probleem. Griekenland wordt gebonden door een dwangbuis van bezuinigingen vanwege de ‘memoranda of understanding’ die opeenvolgende Griekse regeringen en de Europese Commissie in 2010-12 hebben ondertekend.
Oorspronkelijk zei Syriza dat het deze memoranda zou schrappen terwijl Griekenland binnen de eurozone zou blijven. Recent hebben zijn woordvoerders, zoals de nieuwe minister van Financiën Yanis Varoufakis, de belofte om de memoranda te schrappen laten vallen. In plaats daarvan benadrukken zij het heronderhandelen over de voorwaarden waaronder Griekenland zijn schuld terugbetaalt.
Veel mainstream economen steunen dit idee. Het wordt algemeen erkend dat de Griekse staatsschuld, 175 procent van het nationaal inkomen, te hoog is om te worden terugbetaald. Het probleem is dat dit botweg wordt afgewezen door EC-president Jean-Claude Juncker, de Duitse bondskanselier Angela Merkel, en andere dominante figuren in de EU. Voor de Duitse heersende klasse zijn bezuinigingen een manier economisch model te behouden van hoge export en lage inflatie.
Het recente besluit van de ECB om een kwantitatieve versoepeling door te voeren – effectief geld drukken om de economie van de eurozone te doen herleven – was een politieke nederlaag voor Merkel. Ze zal bang zijn dat een concessie aan Griekenland leidt tot soortgelijke eisen om bezuinigingen elders in Europa te verminderen.
Podemos, de nieuwe opkomende partij in de Spaanse staat, hoopt Syriza’s voorbeeld te volgen. Meer mainstream politici in Portugal, Italië en zelfs Frankrijk zouden blij zijn om grip van Duitsland op de eurozone verzwakt zien. Dus de regering-Tsipras staat tegenover zeer krachtige druk van buitenaf. Hoe kan ze die overwinnen?
Stathis Kouvelakis, Marxistisch politiek theoreticus en een leidende linkse figuur in Syriza, betoogde onlangs dat in Griekenland ‘we een bevestiging zien van de houding van Gramsciaans-Poulantziaanse optie, van de machtsovername via de verkiezingen, maar in combinatie met sociale mobilisatie.’
Staat
Hij ging verder: ‘De staat moet worden aangepakt van binnen en van buiten, van boven en van onderen.’ Nicos Poulantzas, een andere Griekse marxistisch politiek theoreticus, pleitte in de late jaren 1970 voor ‘een strijd binnen de staat’. Dit zou zijn ‘bedoeld om de interne tegenstellingen van de staat aan te scherpen, om een diepe transformatie van de staat door te voeren’, ondersteund door nieuwe ‘structuren van directe democratie aan de basis’.
Er zijn twee problemen met deze strategie. Ten eerste zijn er grenzen aan ‘de interne tegenstellingen van de staat’. In het bijzonder heeft een levensvatbare kapitalistische staat repressieve apparaten nodig – leger, politie, veiligheids- en inlichtingendiensten – om zich te blijven inzetten voor het behoud van de bestaande orde.
Revolutionair marxisten – onder wie Antonio Gramsci net zozeer als Lenin of Trotski – hebben altijd iets anders betoogd. De enige manier om deze dwingende kern van de staat tegen te gaan, is door middel van het opbouwen van alternatieve vormen van macht die arbeiders in de loop van hun strijd creëren.
Dat leidt tot het tweede probleem. Het typische patroon van linkse regeringen is dat ze de neiging hebben om dit proces te blokkeren, zowel om hun eigen gezag te behouden als om hun onderhandelingsruimte met de heersende klasse te vergroten. De volksfrontregering van Salvador Allende in Chili bijvoorbeeld, ontmoedigde de vorming van cordones – coördinerende organen gecreëerd door arbeidersactivisten in de aanloop naar de militaire staatsgreep van september 1973.
Sinds het begin van 2012 is het niveau van stakingen en protesten in Griekenland fors gedaald omdat werkende mensen een Tsipras-regering afwachtten. Syriza supporters blokkeerden een landelijke lerarenstaking in mei 2013 die de beweging tegen bezuinigingen nieuw leven had kunnen ingeblazen. Kouvelakis gaf toe: ‘we hebben geen… sterke en stabiele organisaties van de onderliggende klassen van waaruit we kunnen vechten in situaties van langdurige confrontatie.’
Basis
De buitengewone basis waarop de nieuwe regering is gevormd, als coalitie met de rechtse Onafhankelijke Grieken (Anel, dat ook tegen de bezuinigingen is), wijst in de richting van verdere demobilisatie. Mason rechtvaardigt deze beslissing als een manier om ‘een stabiele regering voor Syriza te creëren’, dat twee zetels tekortkomt voor een parlementaire meerderheid.
Maar hij ondermijnt zijn eigen argument door erop te wijzen dat ‘Syriza kan rekenen op de steun of de onthouding van 15 communistische parlementsleden bij alle economische maatregelen tegen bezuinigingen.’ Niet alleen was de coalitie onnodig, het bracht in de regering wat Kouvelakis noemt: ‘een partij van rechts, een die zich vooral erom bekommert om de “harde kern” van het staatsapparaat te beschermen’.
Haar leider, Panos Kammenos, een homofoob en antisemiet met connecties met grote reders van Griekenland, leidt nu een deel van deze harde kern als minister van Defensie. Zijn aanwezigheid maakt het veel moeilijker om de eenheid op te bouwen van ‘autochtone’ Griekse en migrantarbeiders waarvoor antiracistische activisten al zo lang vechten.
Inmiddels is bekend dat de politie vele aanhangers van Gouden Dageraad bevat. Ondanks de gevangenneming van haar leider is Golden Dawn verre van verslagen. Het werd derde in de verkiezingen met 6,28 procent van de stemmen, iets minder dan het kreeg in 2012.
Dus Syriza heeft krachtige tegenstanders, zowel intern als extern. Het zal hen niet overwinnen dankzij de charme of onderhandelingsvaardigheden van zijn ministers. De kracht van links in Griekenland hangt af van de herleving en verdere uitbreiding van de massabeweging die zo explosief ontwikkelden in 2009-12.
Revolutionair socialisten moeten de overwinning van de nieuwe regering vieren en de progressieve maatregelen die hij neemt ondersteunen. Maar heel Grieks radicaal links zal worden beoordeeld op hoe succesvol ze de zelforganisatie, het zelfvertrouwen en de strijdbaarheid van werkende mensen bevorderen. Dat is waar de kracht ligt om de bezuinigingen te stoppen.
Dit is een vertaling van Socialist Worker.