Syrische tragedie riskeert grotere imperialistische clash

Syrië is momenteel zonder twijfel de gevaarlijkste plek in de wereld. Deels komt dit door de eindeloze moordpartijen in deze meerzijdige oorlog. Maar ook vanwege de rivaliteiten tussen regionale en globale mogendheden die de drijvende krachten zijn achter de gevechten. Die rivaliteit kan uitlopen op iets veel groters.
2 maart 2018

Door Alex Callinicos

In dit tragische land blijven machtige militaire apparaten met elkaar botsen. Begin februari viel Israël een Iraanse dronebasis aan over de grens in Syrië. Een Israëlisch vliegtuig werd neergeschoten door de Syrische luchtverdediging, wat aanleiding was voor Israël om meer aanvallen op Syrië en Iraanse doelen uit te voeren.

Vorige week bevestigde het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken dat vijf Russen waren omgekomen en meerdere gewond raakten door lucht- en raketaanvallen van de Verenigde Staten. Verslagen stellen dat honderden Russische en Syrische soldaten zijn omgekomen of gewond zijn geraakt in het conflict.

President Vladimir Putin intervenieerde in de Syrische burgeroorlog ter verdediging van het regime van Bashar al-Assad. Russische troepen zijn nog steeds actief in Syrië. Maar veel van de recent omgekomen Russen zijn private huurlingen. Het lijkt erop dat een deel van hen ook betrokken was bij het veiligstellen van de door Rusland gesteunde enclaves in zuidoost-Oekraïne in 2014.

Rusland en Iran zijn de twee grote winnaars van de oorlogen in Syrië en Irak. Iran steunt zowel Assad als de voornamelijk Sjiitische regering in Irak. De Russische interventie heeft de situatie in Syrië complexer gemaakt. Het Iraanse regime pro- beert munt te slaan uit zijn Syrische alliantie door middel van verschil- lende deals, maar het regime houdt dit af om investeringen uit Rusland en China aan te trekken.

De grote verliezers in Syrië zijn natuurlijk de mensen zelf en de revolutionairen van 2011. Daesh heeft ook haar bolwerken verloren, hoe- wel ongetwijfeld een versie van zijn jihadistische politiek zal overleven.

De andere verliezer is de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Hij was een sterke voorstander van de revolutie in 2011 en hoopte op een islamistische machtsgreep in Syrië. Niet alleen heeft hij volledig gefaald in zijn opzet, maar hij ziet zich nu geconfronteerd met een sterke gewapende Koerdische aanwezig- heid in noordoost-Syrië.

Veroverd

Assad heeft zich uit deze gebieden teruggetrokken, die door de Koerdisch-nationalistische Volksbeschermingseenheden (YPG) zijn veroverd. De YPG is een bondgenoot van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die al een generatie lang tegen de Turkse staat vecht.

Erdogan reageerde door vredes- onderhandelingen met de PKK te schrappen en opende een nieuw offensief tegen de Koerdische regio’s in Turkije. Maar hij kon niet voorkomen dat door de YPG gedomineerde Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) een leidende rol speelden in het verslaan van Daesh. Dat komt deels door de ideologische gedrevenheid en militaire kundigheid van de YPG, maar zij kregen ook aanzienlijke steun van de VS.

De VS vond in de door Koerden geleide strijdmachten zijn meest betrouwbare bondgenoot in de strijd tegen Daesh. Nu Daesh is verslagen, proberen de andere spelers in het Syrische spel zich te verplaatsen naar de door Koerden gecontroleerde gebieden. De aanvallen van de VS waarbij Russen omkwamen waren gericht tegen een offensief van het Assad-regime op de door Koerden gecontroleerde steden Khusham en Al-Salihiya.

Eind januari trokken Turkse troepen Syrië binnen om – samen met bondgenoten – een andere Koerdische enclave rond Afrin aan te vallen. Ook hier bestaat het risico op militaire botsingen tussen de grootmachten. De VS heeft aangekondigd dat het zo’n tweeduizend soldaten in noordoost Syrië gestationeerd houdt om de SDF te ondersteunen.

Halverwege februari vloog de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken, Rex Tillerson, naar Turkije voor een ontmoeting met Erdogan en andere hoge bestuurders. Na afloop kondigde hij aan dat de twee regeringen gezamenlijk zullen optreden in Noord-Syrië. Wat wil dit zeggen? Zowel Turkije als de VS zeggen dat ze tegen Daesh zijn, maar er zijn verhalen van ex-Daesh-strijders die deel- nemen aan de Turkse aanval op Afrin.

Het werkelijke knelpunt blijft de YPG. Erdogan wil hen en hun Amerikaanse steun weg hebben uit de oude noord-Syrische stad Manbij. Tillerson beloofde slechts ‘hieraan te zullen werken.’

En nu zijn er de berichten dat de YPG een overeenkomst heeft bereikt om het Syrische leger tot de regio Afrin toe te laten ter ondersteuning in het afslaan van de Turkse aanval. De gevaarlijke machtsstrijd over Syrië’s bebloede lijk gaat door.

Dit is een vertaling van Socialist Worker.