Syrische revolutie is zware test voor machthebbers Turkije

Vorige week kwam het eerste teken dat de burgeroorlog in Syrië zich zou kunnen uitbreiden tot een grootschaliger conflict. Een serie mortier- en artilleriebeschietingen over en weer vond plaats langs de grens tussen Syrië en Turkije. Het Turkse parlement heeft militair ingrijpen tegen Syrië goedgekeurd. De Turkse premier Erdoğan waarschuwde dat het Syrische regime van Assad een dodelijke vergissing maakte als het de Turkse wil zou testen.
12 oktober 2012

Door Alex Callinicos

Turkije heeft zich onder Erdoğan ontwikkeld als regionale macht. Afgewezen door de Europese Unie, waarvan Turkije steeds geen lid kon worden door racistische tegenstand, wendde Erdoğan de blik naar het oosten. Zijn hand wordt ook versterkt door een bloeiende economie. De heersende AK partij (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) vindt zijn wortels in een nieuw industrieel kapitalisme dat sterk is opgekomen in Anatolië, en versterkt wordt door een toevloed van speculatief kapitaal.

Israëls gewelddadigheid en arrogantie hebben zijn militaire verdrag met Turkije om zeep geholpen. Gebruikmakend van het machtsvacuüm dat ontstond na de Arabische revoluties werpt Erdoğan zich nu op als de voorvechter van de Palestijnen. En Mohamed Morsi, de nieuwe president van Egypte afkomstig uit de Moslimbroederschap, zegt dat hij het ‘Turkse model’ wil invoeren. Hiermee bedoelt hij een neoliberale islamistische regering die geen bedreiging vormt voor het westen.

De Syrische revolutie stelt Erdoğan echter voor een grote uitdaging. Nadat hij zonder succes had geprobeerd om Assad aan de onderhandelingstafel met de oppositie te krijgen, steunde hij uiteindelijk de westerse roep om zijn vertrek.

Buffer

Toen Syrië in juni een Turkse straaljager neerschoot riep Ankara de NAVO en de VN op om een bufferzone in te stellen aan de grens tussen de twee landen. Het groeiende aantal Syrische vluchtelingen (al meer dan 100.000 in Turkije) kon daar verblijven, en Turkse dorpen zouden veilig zijn voor een ‘overloop’ van de oorlog. Turkije laat zich volgens veel berichten ook gebruiken als uitvalsbasis voor andere machten – met name de VS, Saoedi-Arabië, en Qatar – die bepaalde opstandelingengroepen bewapenen.

Maar terwijl Erdoğan buitenlandse inmenging in Syrië wil, is hij niet gelukkig met het voorzichtige beleid van de VS. Bulent Alriza van het Centre for Strategic and International Studies in Washington zegt: ‘President Obama wil liever het pad kiezen van een langdurige strijd, zoals Afghanistan in de jaren ’80. Maar dat is voor Turkije niet goed genoeg. Het land wil niet worden zoals Pakistan, dat een vooruitgeschoven basis werd voor Afghaanse rebellen. Als dat zou gebeuren dan zou Turkije te maken krijgen met alle druk waar Pakistan destijds aan bloot stond en waarvan het nooit bijgekomen is.’

Er zijn drie dingen die het ingewikkelder maken. Ten eerste nemen de gevechten in Turks Koerdistan de laatste tijd weer toe, ondanks pogingen tot onderhandelingen tussen de Turkse regering en de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Het regime van Assad lijkt de PKK aan te moedigen om aanvallen vanuit Syrië te doen.


Strijd

Ten tweede vecht Erdoğan een harde binnenlandse strijd uit met het hoogste niveau van de strijdkrachten. Vorige maand werden de oud-commandanten van het leger, de marine en de luchtmacht, samen met 327 andere verdachten, veroordeeld tot lange gevangenisstraffen voor het voorbereiden van een staatsgreep. Dit is dus niet een goed moment om een oorlog te beginnen, waardoor ook de kapitaalstroom naar Turkije zich zou kunnen omdraaien.

Ten derde is ongeveer twee derde van de Turkse bevolking tegen Erdoğans interventiebeleid in Syrië. Veel van de bewoners van zuidoost Turkije, dat aan Syrië grenst, horen bij dezelfde Sjiitische groepering als Assad en zijn aanhangers. Syrië is dus een gevaarlijke val voor Erdoğan.

Zijn terughoudendheid is vergelijkbaar met die van de VS. Er wordt veel gesproken over dat het Westen en zijn bondgenoten de Syrische rebellen van wapens voorzien. De Financial Times meldt echter ‘Westerse regeringen zijn bang dat zware wapens in de verkeerde handen vallen naarmate de gewapende oppositie radicaliseert – woordvoerders van de rebellen zeggen dat de VS de golfstaten heeft gewaarschuwd om geen luchtdoelraketten te sturen.’

De wortels van de revolutie en de burgeroorlog in Syrië liggen in het land zelf, in de strijd tussen het regime van Assad en en de volksopstand. Buitenlandse machten willen deze strijd graag kapen voor hun eigen belangen, maar de gevaren van interventie maken hun beleid terughoudend en verward.

Dit is een vertaling uit de Socialist Worker.