Syrische rebellen woedend over Israëlische bommen


De Israëlische luchtaanval op militaire complexen ten noorden van Damascus zijn een gevaarlijke wending voor de revolutie in Syrië. Israël probeert te profiteren van de groeiende chaos in het land, om wapens onschadelijk te maken die bestemd zijn voor de Libanese verzetsorganisatie Hezbollah. Het zegt dat deze een ʻgevaar voor zijn veiligheidʼ zijn.
Israëlische kranten suggereerden ook dat Israël wilde verzekeren dat deze raketten niet in handen vallen van de vijanden van Assad. Dit was de derde soortgelijke aanval van dit jaar. De aanval viel samen met de roep van het westen en zijn Arabische bondgenoten, om een ʻbufferzoneʼ te vestigen in het zuiden. Deze zou Jordanië moeten beschermen, een belangrijke bondgenoot van het westen, alsmede de grens met Israël.
Er is ook groeiende angst en verwarring over het gebruik van chemische wapens en gifgassen – met strijdige beweringen over welke kant die gebruikt. De Amerikaanse president Obama waarschuwde dat het gebruik van deze wapens een ʻrode lijnʼ zou overschrijden en tot buitenlandse interventie leidt. Dit soort acties zouden een gevaar zijn voor de revolutie en het land.
Het regime van al-Assad in Syrië profiteerde van de Israëlische aanval door zijn ʻverzetsretoriekʼ op te schroeven. Het suggereerde dat het nu bepaalde ʻPalestijnse groepenʼ toestaat om Israël aan te vallen vanaf de Golan Hoogvlakte – het front dat al stil ligt sinds 1974.
Aanhangers van Assad herhalen de bewering dat ze het ʻverzetsregimeʼ verdedigen. Maar de ochtend na de aanval hervatten Syrische gevechtsvliegtuigen hun bombardementen op gebieden in handen van rebellen. Artillerie in de heuvels ten noorden van Damascus, bombardeerde het Palestijnse kamp Yarmouk en de arme buitenwijken van de hoofdstad.
Revolutionairen hebben de Israëlische aanvallen veroordeeld en beschuldigen het regime van het falen van de verdediging van Syrië. De officiële Syrische oppositie, de Nationale Coalitie, hekelde Assad, vanwege het ʻverzwakken van Syrië ten overstaan van een vijandʼ. De Lokale Coördinatie Comités (LCCʼs) zeggen dat het ʻregime als enige de verantwoordelijkheid draagt voor het resultaat dat het land een arena is geworden waar regionale en internationale machten hun rekeningen vereffenenʼ.
De Israëlische aanvallen vallen samen met een strategische draai van het Syrische regime, dat in een hoek is gedreven. Assad is niet in staat om regioʼs te heroveren die hij verloren heeft aan de revolutie, en concentreert zijn overgebleven troepen op het veiligstellen van Damascus en een corridor naar de kust. Met deze zet probeert hij om het land te verdelen langs sektarische lijnen.
In de dagen voor de aanval, lanceerde Assad een serie bloedige sektarische moordpartijen op enkele geïsoleerde Soennitische dorpen aan de kust van de Middellandse Zee. Deze volgden op een slachtpartij in Qusair, een bolwerk van de rebellen vlakbij de grens met Libanon. Hezbollah was hierbij nauw betrokken.
Deze organisatie is hevig verwikkeld in de burgeroorlog en heeft haar belofte gebroken alleen haar wapens tegen Israël te gebruiken. Het heeft duizenden strijders Syrië ingestuurd om het regime te ondersteunen. Hezbollah had ooit brede steun. Israël profiteert nu van haar rampzalige avontuur in Syrië door zijn ooit machtige en populaire vijand te verzwakken.
De LCCʼs waarschuwen dat het regime ʻprobeert het land in een sektarische oorlog te dwingen en een verdeelde staat te worden, wat al lange tijd een strategisch doel is van Israëlʼ.
Dit is een vertaling van de Socialist Worker.