Syrië: Aleppo onder vuur terwijl grootmachten strijden om positie

In de afgelopen tien dagen zijn tientallen burgers gedood door luchtaanvallen van het regime op Aleppo. Honderden raakten gewond. De exploderende vaten dynamiet van dictator Bashar al-Assad betekenden het einde van het gedeeltelijke, breekbare staakt-het-vuren dat in maart in werking trad.
3 mei 2016

Door Jad Bouharoun

De Syrische oorlog vloeide voort uit de felle onderdrukking van de volksopstand in 2011. Voor de oorlog was Aleppo Syrië’s grootste stad en de motor van de economie. Nu is de stad verdeeld tussen een westelijke sector die door het leger van Assad wordt beheerst en een oostelijke sector waar naar schatting nog 300.000 mensen onder de controle van verschillende gewapende rebellengroepen leven.

De luchtaanvallen van het regime richten zich doelbewust op vitale delen van de burgerlijke infrastructuur, zoals het Al-Quds-ziekenhuis waar de laatste bekende kinderarts uit de oostelijke sector om het leven kwam. Andere medische faciliteiten en het waterpompstation van de stad werden de afgelopen dagen door luchtaanvallen vernietigd.

De huidige aanval is zo intens dat het vrijdagmiddaggebed voor het eerst in de geschiedenis van de stad werd afgelast.

Uit vergelding hebben reactionaire jihadistische groepen als al-Nusra wijken die onder controle van Assad vallen lukraak beschoten, met dode en gewonde burgers als gevolg.

Dit nieuwe offensief is een voortzetting van de gevechten van afgelopen februari toen het regime en zijn bondgenoten erin slaagden om Aleppo’s directe bevoorradingsroute naar Turkije af te snijden. Ondank zijn materiële overwicht heeft het regime een gebrek aan betrouwbare bataljons en moet het in plaats daarvan steunen op sektarische milities uit het buitenland.

Vervolging

Het is onwaarschijnlijk dat het leger van Assad snel zal proberen om Aleppo te bestormen, aangezien dat leidt tot gevechten op korte afstand waarbij de materiële voorsprong van het leger wegvalt en het zware verliezen zal leiden.

In plaats daarvan kunnen we een langgerekte belegering van de stad verwachten met zware bombardementen om de bevolking tot overgave te dwingen. Het regime heeft deze weerzinwekkende tactiek sinds het begin van de opstand in 2011 gebruikt. Het is niet verwonderlijk dat de laatste aanvallen een paar dagen voor een geplande ronde van onderhandelingen in Genève plaatsvinden, aangezien winst op het ‘slagveld’ zich vertaalt in een sterkere onderhandelingspositie in de politieke arena.

Westerse mogendheden nemen in de tussentijd een afwachtende houding aan. Zij maken zich op – net als Rusland, Iran, Turkije en Saoedi-Arabië – voor de strijd om politieke en economische invloed in Syrië en de hele regio als onderdeel van een eventueel toekomstig akkoord.

Tot die tijd zullen meer gewone Syrische burgers sterven en meer huizen en wijken verwoest worden. Maar dat leidt niet tot enige bezorgdheid bij imperialistische mogendheden – westers of anderszins. Dodenaantallen zijn een ruilmiddel in imperialistische opdelingen. Het Irakese volk kan daarvan getuigen.

De minachting voor menselijk leven zien we terug in de reactie van de Europese Unie op de vluchtelingencrisis. Europese regeringen laten blijken dat ze mensen die wanhopig vluchten voor oorlog en vervolging liever zien verdrinken in de Middellandse Zee dan dat ze de grenzen voor hun openen. Dat laat de volslagen nutteloosheid zien van elk appèl op het veronderstelde ‘humanitaire bewustzijn’ van westerse regeringen om een no-fly-zone boven Syrië in te stellen om de levens van burgers te redden.

Dit is een vertaling van een artikel uit de Socialist Worker.

Vanavond wordt er in Amsterdam gedemonstreerd tegen de bombardementen op Aleppo vanaf 19.00 op de Dam. Sluit je aan!