Suikerzoete versie van Nederlands slavernijverleden

Om met de deur in huis te vallen: Verwacht vooral geen Django. Denk intriges à la As the World Turns en GTST, denk Roots meets Gone with the Wind meets Pride & Prejudice. Ja, denk bij Hoe Duur Was de Suiker vooral aan veel zoets.
17 oktober 2013

Door Miriyam Aouragh

Gezien de tenenkrommende discussies rond de jaarlijkse slavernijherdenking is deze film geen makkelijke opgave, en dus broodnodig. Maar alles moest extra gezoet worden, dus krijgen we uiteindelijk vlees noch vis. De aankondigingen geven het idee dat het een moedige film is. Maar het lijkt er vooral op dat de kijker niet teveel een spiegel voor moest worden gehouden.

Een paar dingen vallen op. Saillant detail, gezien Hollands andere historische schande, is dat de plantage-eigenaren vooral Joden zijn. De herhaalde reminders, keppeltjes en Plantages met namen als Hebron and Beer Sheba moeten ons daaraan helpen herinneren, voor het geval de gemiddelde kijker zich gaat identificeren. De ‘normale’ [witte en christelijke] Hollander die naar Paramaribo kwam namens de Nederlandse Bank, schrok van de slavernij: ‘Ja, maar het zijn toch geen dieren?’ Maar hij kon met zijn jonge plantagebruid gelukkig uiteindelijk weer met sneeuwballen gooien op de Amsterdamse grachten, én een van de slavinnen mocht mee, die het duidelijk – brrrrr – koud had.

Cliché

Er kwam maar liefst één zweepscène voor, maar gelukkig kregen we daarvoor in ruil ook één cliché voodoo/Afro-dansscène ter compensatie. Beide moesten de authenticiteit erin slaan. Maar we weten dat de plantages, naast voodoo-dansen en hete seks, vooral een hel waren.

De vier witte mannelijke hoofdpersonen worden in de regel het redelijkst geportretteerd. De regisseur heeft waarschijnlijk, als witte man, elke suggestie van Nederlandse collectieve verantwoordelijkheid willen verdringen. Maar dat is niet zo makkelijk, dus wat we zien is dat de negatieve associaties met slavernij subtiel worden afgeschoven op het vrouwelijke witte lichaam: het is een witte, Joodse vrouw die het bevel tot zweepslagen geeft.

De slechteriken zijn Joden of vrouwen, en die staan niet symbool voor de Nederlandse nationale identiteit. Zo gebruikt hij een belangrijk element van de politiek van ‘othering’: mensen met een zogenaamd ‘andere cultuur’ worden in een hokje gestopt, en zo blijft de dominante groep van rijke, witte mannelijke slavenhouders buiten schot.

De conclusie lijkt vooral dat witte vrouwen kwaadaardige mannenjagende heksen en/of naïeve slachtoffers zijn. Afgezien van Mini-Mini, de dagboekvertelster, waren de camera’s bij zwarte vrouwen vooral gericht op hun blote borsten. Blijkbaar is er in de politiek van representaties niet zoveel veranderd sinds 1776.

De meest redelijke scène was een opsomming in beelden van de trauma’s van een ouder personage dat zweepslagen kreeg, we zien één voor één haar gemartelde, vermoorde, verkochte of verminkte kinderen en kleinkinderen voorbij komen. En er waren redelijk wat hints naar slavenopstanden. De jeugdliefde van Mini-Mini, Hendrik, is een weggelopen slaaf die zich bij de Marrons in de bossen aansluit en tegen de witte kolonisten en slavendrijvers wil vechten.


Belachelijk

Maar wat potentieel interessant had kunnen zijn als onderdeel van de bredere context, werd ook weer belachelijk gemaakt in een sleutelscène. Tijdens hun aanval op een plantage, worden deze jongens als hypocriet afgeschilderd. De film suggereert dat ze vooral geïnteresseerd zijn in alcohol, seks en geweld. De boodschap tussen de regels is, dat het niet om een doordachte of terechte politieke strijd gaat, maar een soort bosneger-randgroepjongeren. Je krijgt dan ook (bijna) medelijden met een van de witte slavenhandelaren die vermoord wordt.

In een land waar kritiek op Zwarte Piet taboe is en het word ‘neger’ zo normaal klinkt als kroket, is een Nederlandse Django wellicht te veel gevraagd. Maar dit was niet eens Driving Miss Daisy of Kunta Kinte.

Het is desalniettemin goed te weten wat de populaire productie van de dominante cultuur tegenwoordig is. Wellicht was de nadruk op romance een soort Trojan Horse om eindelijk ’s lands grootste historische misdaad via populaire cultuur te delen? Maar in plaats van tien euro uit te geven aan een bioscoopkaartje zou ik op de tv-première wachten.

Op 26 september ging Hoe Duur Was de Suiker in première, en draait momenteel in de bioscopen.