Succes in de Baluchi-vallei, in 1840 en nu
De Nederlandse soldaten worden in hun aanval op de Taliban bijgestaan door Nepalese Gurka’s, ooit de keurtroepen van het Brits-Indische koloniale leger. Een geclaimd succes zal onze ijverige parlementariërs vast helpen om de militaire aanwezigheid in ons nieuwe gebiedsdeel in de Oost met een paar jaartjes te verlengen.
De heren en dames lezen vast niet vaak in het verzameld werk van Marx en Engels. Jammer, want daar zouden ze dit intrigerende artikel zijn tegengekomen dat Friedrich Engels in 1857 voor The New American Cyclopaedia schreef over de Britse veldtocht in Afghanistan.
Engels’ beschrijving van de Afghanen – ‘een dapper en onafhankelijk ras’ – was niet helemaal vrij van stereotypen. Maar ja, hij blijft een negentiende-eeuwer. Veel interessanter is wat volgt: een nauwkeurige omschrijving van de Britse poging om een ongewenst staatshoofd te vervangen door een loyale marionet (what else is new), en waarom die poging jammerlijk faalde.
De veldtocht begon met schijnbaar succes. Kabul werd ingenomen, de onwelgevallige sjah naar India afgevoerd en de verschillende provincies werden onderworpen. ‘De verovering van Afghanistan leek geslaagd, en een flink deel van de troepen werd naar huis gestuurd. Maar de Afghanen waren niet tevreden om overheerst te worden door Feringhee Kaffirs (Europese ongelovigen) en heel 1840 en ’41 volgde opstand na opstand in elke streek van het land. De Brits-Indiase troepen moesten zich continu verplaatsen. Maar [de Britse generaal] McNaghten verklaarde dat dit de normale gang van zaken was in de Afghaanse maatschappij, en schreef naar huis dat alles goed ging. De macht van Sjah Sujah [de pro-Britse marionet] werd al groter. De waarschuwingen van de militaire bewindvoerders en andere politieke agenten haalden niets uit.’
Aanhoudende opstanden en uit de hand lopende kosten bleven de Britse bezetter teisteren. Een aantal goed uitgekiende koloniale bloedbaden waren niet genoeg om een einde te maken aan het verzet. Zelfs de verpletterende nederlaag die de Britten toebrachten aan de Baluchi-stam mocht niet baten. De Britse veldtocht eindigde in een afgang, en de eerder afgezette leider keerde als overwinnaar terug.
Engels eindigt zijn beschrijving met gepast leedvermaak voor de dominante supermacht van zijn tijd. ‘Zo eindigde de poging van de Britten om een vorst van eigen makelij aan te stellen in Afghanistan.’ Maar tot nu toe gaat alles goed voor de Nederlanders in de Baluchi-vallei.