Studenten Amsterdam op kruispunt

Sinds 25 februari houden studenten het Maagdenhuis al bezet. Het CvB dat dwangsommen ziet als communicatiemiddel en weigerde met studenten te onderhandelen, heeft onder druk van onderaf twee commissies opgezet die onderzoek en voorstellen kunnen doen over de financiën en democratisering. Met deze kleine toezegging en een bezetting die steeds moeilijker te handhaven valt, rijst de vraag: hoe verder?
3 april 2015

Door Ewout van den Berg

Studenten in het Maagdenhuis hebben de wind in de rug. Door de hele wereld komen studenten in actie. Studenten van de London School of Education hebben een bestuursruimte bezet, in Zuid-Afrika zijn studenten erin geslaagd het standbeeld van een koloniale veroveraar te verwijderen – zie het artikel met de tot de verbeelding sprekende titel ‘Poo protest’ topples British imperialist in South Africa. Studenten in Quebec zijn ook weer in staking, nadat ze in 2012 de lokale regering ten val brachten.

Ook in Nederland is er veel steun voor de activisten. The Guardian – veelzeggend genoeg de krant met de meest serieuze verslaggeving – haalt een Nederlandse hoogleraar aan die stelt dat de ‘protesten veel steun genieten in de Nederlandse maatschappij omdat zij afrekenen met, en oproepen voor, alternatieven voor de markt-gerichte verandering onder leiding van managers die grote delen van het leven en werk controleren: van ziekenhuizen en woningbouwverenigingen tot scholen en universiteiten.’

Commissies

Terwijl het CvB in eerste instantie weigerde de studenten te accepteren als gesprekspartner, zit zij hier nu mee om de tafel. Dit is het gevolg van de voortdurende bezetting van het Maagdenhuis en de gezamenlijke druk vanuit De Nieuwe Universiteit (DNU), Humanities Rally (HR), Rethink UvA en het Vakbondsactiecomité (VAC) van de FNV en VAWO. Deze week kwamen zij met het CvB overeen twee commissies op te zetten rond financiën en democratisering & decentralisering.

De commissies bestaan uitsluitend uit vertegenwoordigers gekozen door studenten en docenten. Naast een onderzoek naar de financiele stand van de UvA, adviseert een tweede commissie over mogelijkheden voor decentralisering en democratisering van de universiteit. Het lijkt dus zeker dat hier positieve verandering uit volgt. Een docent van Rethink UvA stelde gisteren dat ‘het CvB in feite hiermee de macht overgedragen heeft aan studenten en docenten’. Maar dit is nogal optimistisch. Terecht stellen studenten van de DNU dat van de zes originele eisen, er nu slechts twee in behandeling zijn: de roep om democratisering en decentralisering, en onderzoek naar o.a. de vastgoedspeculatie van de UvA. De andere punten blijven buiten schot.

Met de commissies probeert het CvB met de energie van studenten en docenten te kanaliseren richting onderhandelingen, en weg van zelforganisatie van onderaf. Het proces met de commissies gaat maanden (misschien zelfs meer dan een jaar?) duren. De uiteindelijke uitkomsten zullen een reflectie vormen van de machtsverhoudingen in de toekomst, niet die van nu. Zelforganisatie van onderaf en meer acties blijven daarom centraal. Hierbij is het de vraag of de bezetting van het Maagdenhuis ons verder helpt.

Bezetting geen doel op zich

Uit een peiling van Het Parool blijkt dat 61 procent van de studenten in Amsterdam (UvA, VU, HvA) de strijd van studenten steunt. Dit is geen verrassing. De afgelopen jaren zijn studenten geconfronteerd met steeds verdere disciplinering (884, BSA) en schaalvergroting (zie de stappen richting een bètafusie). Er is ook veel steun van docenten. Zoals Ewald Engelen terecht opmerkt, worden docenten bij elke stap geëvalueerd, maar geldt dit niet voor bestuurders. Die zijn onaantastbaar.

Maar de brede steun voor de strijd van studenten alleen is niet voldoende. Om de druk op te voeren, staan studenten voor de uitdaging om zoveel mogelijk medestudenten onderdeel te maken van een bredere studentenbeweging. Steeds meer studenten zien dat de voortgang van de bezetting van het Maagdenhuis een obstakel begint te vormen voor de verbreding en continuering van het protest.

Sommige activisten zeggen dat het de media is die ons probeert in een kwaad daglicht te zetten. Dit klopt. Na de positieve berichtgeving in de eerste weken is er nu steeds meer aandacht voor geweldaddige incidenten en uit de hand gelopen grappen zoals die van studiepunten voor protest. Door de aandacht hierop te richten, en niet op de onderliggende redenen van het protest, verdedigen media de status quo. Maar achter de negatieve beeldvorming gaat de structurele zwakte schuil van bezettingen als actievorm. Daar kan geen mediastrategie van onze zijde tegenop.

Net zoals met Occupy zien we dat de toe-eigening van een ruimte gepaard gaat met twee grote problemen. In de eerste plaats dreigen bezettingen van een middel in een doel op zich te veranderen. Discussies richten zich steeds meer op de bezetting van het Maagdenhuis, en steeds minder op het opbouwen van een bredere beweging die ook open staat voor mensen met minder tijd, zoals studenten met een stevige bijbaan of ondersteunend personeel op de administratie. Ten tweede wordt een bezetting geconfronteerd met alle problemen die het kapitalistische systeem voortbrengt. Mensen die dakloos gemaakt zijn of geconfronteerd worden met de afbraak van de geestelijke gezondheidszorg. Het is daarom ondoenlijk om ‘in de barsten van het kapitalisme’ een alternatief op te bouwen.

Hoe verder?

Toch is het erg begrijpelijk dat een minderheid van de activisten vasthoud aan het Maagdenhuis. Het CvB zit in haar maag met de studenten in hun bestuursgebouw, terwijl studenten de afgelopen weken hebben nagelaten vanaf faculteiten de structuren op te bouwen die hen in staat stelt het protest verder te verbreden. Maar stapje bij stapje wordt de publieke opinie voorbereid op een ontruiming. Het plan met de commissies helpt het CvB hierin.

Het gevaar is dat de studentenbeweging een eventuele onruiming van het Maagdenhuis niet te boven komt. Nieuwe bezettingen kunnen misschien weer voor een tijdelijke opleving zorgen, maar zonder een gemeenschappelijk perspectief en een functionerende vorm van democratie kunnen studenten geen blijvende tegenmacht opbouwen. Deels hangt dit samen met de positie van studenten in de maatschappij – studentenbewegingen komen op als een raket, maar gaan neer als een stok, aldus revolutionair socialist Tony Cliff – maar studenten kunnen wat dit betreft ook lessen trekken van de serieuze organisatie van studenten in Quebec.

Om het protest voort te zetten en de druk op het CvB en uiteindelijk Den Haag op te voeren, staan de volgende punten centraal:

1. Zelforganisatie: De commissies gaan het niet voor ons oplossen. Er moeten netwerken opgebouwd worden vanuit de faculteiten en lessen hieruit moeten samengebracht worden. Dit geldt ook voor de universiteit als hoofdzakelijk wit bolwerk. De United Faculties Rally volgende week vrijdag en het ‘Festival of Science’ het weekend erop zijn hiervoor belangrijke richtpunten. Alleen als het nieuwe geboren wordt, kunnen we oude vormen achter ons laten.

2. We moeten zelf kiezen voor het moment dat we het Maagdenhuis verlaten en onze huid zo duur mogelijk verkopen. Daarbij zijn twee eisen belangrijk: geen juridische consequenties voor studenten en docenten (de UvA houdt een blacklist bij) en er moet op de UvA een niet-commerciele ruimte komen waar studenten en docenten lezingen, debatten, filmvertoningen en tentoonstellingen kunnen organiseren.

3. Coördinatie tussen de actiegroepen is noodzakelijk. Dit vindt nu te veel op ad-hoc basis plaats, en kost daarom te veel tijd en energie. Alleen door een gemeenschappelijk front van actiegroepen van studenten (DNU, HR) en docenten (RethinkUvA, vakbonden) kunnen we de gevestigde vormen van ‘medezeggenschap’ zoals de Centrale StudentenRaad en de Centrale OndernemingsRaad aan onze kant houden en de druk op het CvB opvoeren.

4. Er is meer actie nodig voor vaste contracten en tegen de hoge werkdruk. De problemen hierover zijn duidelijk en verder onderzoek is onnodig. Samenwerking tussen Rethink UvA en de vakbond is hiervoor centraal, zoals deze week met de actie tegen flex-werk.

5. 1 Mei is een volgend richtpunt. Voor het eerst hebben docenten en studenten dit jaar geen vrije Dag van de Arbeid. Een staking van docenten is misschien te veel gevraagd, maar een studentenstaking op faculteiten waar studenten een stevige basis hebben, behoort tot de mogelijkheden.

Studenten en universitair personeel over de hele wereld volgen de ontwikkelingen in Amsterdam op de voet. Sommige activisten stellen daarom dat we het Maagenhuis niet mogen verlaten. Maar net zoals de Indignados op een gegeven moment ook de pleinen achter zich lieten om zich te organiseren in de wijken, moeten we de studentenbeweging opbouwen buiten het Maagdenhuis: vanaf de faculteiten en in andere steden. Niet voor niets eisen we democratisering EN decentralisering.

Door 1 mei naar voren te schuiven als volgend moment laten we zien dat studenten en werkende mensen in hetzelfde neoliberale schuitje zitten. We worden gedwongen zo ‘efficient’ mogelijk te werken en studeren, maar over de inhoud hebben we niets te zeggen. Schoonmakers die negentig seconden hebben voor het schoonmaken van een toilet staan zij-aan-zij met studenten die tot het aantal ECTS worden gereduceerd of onderzoekers de hoeveelheid papers die ze schrijven.

Kennis boven winst! Weg met het CvB! Alle macht aan studenten en docenten!