Student Humanities Rally: ‘Het probleem is overal hetzelfde: inspraak wordt genegeerd’

Harriet Bergman is student filosofie en bedrijfskunde. Zij is actief binnen Humanities Rally, de actiegroep op de faculteit van Geesteswetenschappen die de belangrijkste kracht was achter de bezetting van het Bungehuis. De Socialist sprak met haar.

Wat is de achtergrond van het protest?
10 april 2015
Het Maagdenhuis, maart 2015 (Foto: outboxed.nl)

De afgelopen jaren zagen we aan de UvA verschillende reorganisaties en projecten waar studenten en docenten erg ontevreden over waren. Zoals 884, waarbij het collegejaar werd opgeknipt in korte blokken, en het Studenten Informatie Systeem dat veel geld kostte en studenten en docenten vooral frustreerde.

Het ‘governance model’ werd aangepast waardoor besluitvorming niet meer bij de studies lag, maar naar bestuurders werd getild. De druppel was het uitlekken van Profiel 2016, het plan om kleine studies af te schaffen en een brede ‘liberal arts’ bachelor in te voeren. Toen kwamen mensen in actie.

In eerste instantie probeerden we het gesprek met het College van Bestuur aan te gaan. We hebben een handtekeningenactie georganiseerd en een paar demonstraties en een protestnacht. Anderhalve maand hierna hadden we een gesprek met het CvB. Dit duurde een uur en ging nergens over. Hardere actie was nodig.

Hoe komt het dat de bezetting van het Bungehuis op zoveel steun kon rekenen?

Omdat het een fysieke plek is, is het veel makkelijker om je te verzamelen in je boosheid. Als je ziet dat anderen ook boos zijn, durf je je eerder uit te spreken. Het biedt studenten en docenten de mogelijkheid om met elkaar in contact te komen. Docenten zien zo dat ze niet de enigen zijn met een hoge werkdruk, of met problemen met 884.

De manier waarop de UvA met ons is omgegaan, heeft dit versterkt. Zij weigerden het gesprek aan te gaan, zegden op het laatste moment afspraken af en kwamen met die achterlijke dwangsom. Daarop volgde een verklaring van 250 docenten die ook zeiden in het Bungehuis te zitten. Voor veel mensen onderstreepte de reactie van het CvB hoe wereldvreemd ze eigenlijk zijn.

Hierdoor ging de bezetting beter dan verwacht. Bij het Bungehuis waren we op het slechtste voorbereid, bijvoorbeeld dat we afgesloten zouden worden van de buitenwereld, maar vanaf het begin was er veel steun. Via een crowdfundingoperatie hebben we best wat geld binnengehaald, maar organisaties zoals de Centrale Ondernemingsraad, de FNV en de SP kwamen vanzelf met bedragen om ons te steunen.

Ondertussen zitten jullie alweer een maand in het Maagdenhuis. Hoe organiseren jullie hier?

We hebben het principe dat je je ideeën gewoon kan uitvoeren. Je moet dit wel voorleggen aan de General Assembly, maar hoeft niet tot in detail doorgesproken moet zijn. Over de acties waarmee we als Nieuwe Universiteit naar buiten treden, moet wel consensus zijn. Op deze manier is het een hele organische, maar ook wel warrige organisatie. Studenten hoeven niet hele dagen aanwezig te zijn, om toch een rol te kunnen spelen.

De grootste uitdaging is de gezondheid van activisten. Dat we nu een leger programma hebben in het Maagdenhuis is een stap vooruit. Hierdoor hebben we meer rust en kunnen we ons meer op andere dingen richten.En het helpt dat er een team is dat erop toeziet dat mensen niet oververmoeid raken en aanmoedigt dat mensen regelmatig naar huis gaan. Een van de activisten heeft een longontsteking opgelopen vanwege de kou in het Bungehuis – het CvB had de verwarming uitgezet.

Hoe is jullie contact met de media?

Ze vinden het lastig dat er niet één woordvoerder is. Het Parool had bijvoorbeeld een kop ‘De Nieuwe Universiteit mist woordvoerder’ en haalde mij daarin aan als woordvoerder. Er zijn veel verschillende mensen die het verhaal heel goed kunnen doen, en er 1 hoofd op plakken zou zonde zijn.

Tegelijkertijd moeten we ook op een goede manier naar buiten komen. We werden afgezegd door Buitenhof voor een aflevering over studentenverzet, omdat Paul van Meenen van D66 niet met ‘actievoerders’ om de tafel wilde zitten. Vervolgens werden er minder radicale jongeren uitgenodigd en werd ons geluid genegeerd. Intern hebben we wel een discussie gevoerd om te werken met woordvoerders die elkaar afwisselen, maar we hebben dit tot nu toe niet in de praktijk gebracht.

Je hebt meerdere gesprekken gevoerd met bestuurders van de UvA. Wat gaat er in hun hoofden om?

Nee, maar ik heb wel vermoedens. Ze hebben gewoon niet door hoe groot hun probleem is. Het is nog steeds niet tot ze doorgedrongen dat ze het vertrouwen van bijna de hele academische gemeenschap van de UvA kwijt zijn. Ik had net bijvoorbeeld een afspraak met Hans Aman, de vastgoedman van het CvB, en hij snapt het gewoon niet.

Het idee van tevoren was dat we het over de veiligheid van het Maagdenhuis zouden hebben, maar hij vroeg of we het gebouw niet konden verlaten. In ruil hiervan bood hij aan van het Maagdenhuis overdag een cultureel centrum te maken. Maar we vertrouwen het CvB al lang niet meer en zonder Maagdenhuis zijn we ons drukmiddel kwijt.

Ze denken nog steeds dat dit een kleine groep is, terwijl hij als verantwoordelijke voor het vastgoed hier wel gevoel voor moet hebben. Er staan meer dan 1000 mensen op de mailinglijst van Rethink UvA, er komen 400 mensen naar een General Assembly die drie dagen eerder wordt aangekondigd. Het dringt niet tot ze door! Mensen realiseren zich eindelijk dat ze de mogelijkheid hebben om iets te veranderen door zelf op te staan. Dit is erg inspirerend.

Het probleem is overal hetzelfde: inspraak wordt genegeerd. In Engeland gaat het over investeringen van de universiteit in fossiele brandstoffen. Het verzet in Zuid-Afrika richt zich op een standbeeld van Cecil Rhodes. Maar wat hierachter ligt is dat studenten en docenten geen zeggenschap hebben over hun eigen universiteit. Het punt van inspraak en het punt dat een universiteit niet gerund moet worden als een bedrijf, speelt overal.