Strijd voor een groen transitiefonds!

Binnen de FNV is een discussie gaande over een aanscherping van de klimaatvisie die het ledenparlement in 2018 heeft aangenomen. Een nieuwe versie werd in oktober door het ledenparlement weggestemd. Hans Lammers en Mark Kilian bespreken de nieuwe concept-klimaatvisie van de FNV en bepleiten een actiever klimaatbeleid voor de vakbond.
9 november 2023

Een aanscherping van de FNV-klimaatvisie is hoognodig. Terwijl de opwarming van de aarde blijft doorzetten, dreigen werkgevers in de fossiele industrie met verlies van werkgelegenheid als verdergaande klimaatmaatregelen hun winsten in gevaar brengen.

De strijd tegen klimaatverandering daagt vakbondsleden uit om twee soorten strijd te combineren: economische strijd en politieke strijd. Het economische gevecht voor arbeidsplaatsen en lonen kan per bedrijf of sector verbonden worden met arbeidsomstandigheden. Daar ligt een duidelijke koppeling naar ons leefmilieu.

De eerste slachtoffers van vervuiling zijn per slot de arbeiders zelf. Personeel en omwonenden van Chemours in Dordrecht zijn bijvoorbeeld de eersten die worden geraakt door de PFAS-verontreiniging. Datzelfde geldt voor Tata Steel, waar arbeiders en dorpsbewoners werken en wonen in de stank en het roet.

Vakbond en klimaatactivisten

In mei 2021 heeft de centrale ondernemingsraad van Tata het FNV-plan Groen Staal aangenomen. Dit kreeg de steun van milieuorganisaties als Greenpeace en Milieudefensie. Het plan, waarin de kooks- en gasfabrieken worden gesloten, is potentieel een belangrijke stap vooruit. Een reportage van EenVandaag in januari liet zien dat Kooksfabriek 2 verkeerd is gebouwd en ‘rookt en lekt aan alle kanten’.

De Tata-bazen morrelen echter aan de sluitingsdatum van Kooks 2 (nu 2029) en willen geld van de Nederlandse staat om een waterstoffabriek te bouwen. Ze hebben het lef om 1 miljard euro subsidie te eisen terwijl de bedrijfswinst over de afgelopen twee jaar 1,4 miljard bedroeg! Omdat de FNV-leiding bij Tata accepteert dat winst boven alles gaat, dreigt Groen Staal nu in een bureaula te belanden.

Door deze houding van de FNVleiding is het geen wonder dat klimaatactivisten in juni de poort blokkeerden en sluiting eisten van het bedrijf. Op 20 oktober herhaalden XR en Kappen met Kolen deze actie, nu gericht op directe sluiting van Kooks 2. Dat is zeker mogelijk, op voorwaarde dat de FNV bij Tata breekt met de directie en actie gaat organiseren met klimaatactivisten en omwonenden.

VDL/Nedcar in Borne is een vergelijkbare situatie. De bazen wilden deze fabriek uitbreiden om een nieuwe opdrachtgever te paaien. Daarvoor werd in 2022 het Sterrebos opgeofferd. Hoewel milieuactivisten het bos verdedigden met de leus ‘Bos en banen gaan prima samen’, schaarde de conservatieve FNV-bestuurder Ron Peters zich achter zijn CEO’s en steunde de kap. Peters negeerde de klimaatvisie, die de FNV toen al had, volledig.

Uit onvrede met deze houding hebben klimaatactivisten en kaderleden bij de bond het Netwerk Klimaat FNV opgericht. Dat is een drijvende kracht achter de aanscherping van de klimaatvisie van de bond.

Geen werk op een dode planeet

In de FNV-conceptvisie wordt terecht de leus van de internationale vakbeweging aangehaald: ‘No jobs on a dead planet’. Maar het is een passieve leus, terwijl de vakbeweging met een eigen visie moet voorkomen dat arbeiders worden gechanteerd met de dreiging van baanverlies.

In de conceptvisie staat: ‘Het meeste effectief […] is om te voorkomen dat er fossiele brandstoffen worden verbrand. Daarom richt het beleid zich ook vooral daarop: zo snel mogelijk minder olie, aardgas, benzine, diesel en kerosine gebruiken [… en ze] vervangen door duurzamere energiebronnen’.

Dit komt helaas neer op greenwashing van het beleid uit Den Haag en Brussel. Want: ‘tegelijkertijd blijkt keer op keer dat zowel nationaal als internationaal de klimaatdoelen niet worden gehaald en dat bedrijven uit eigen beweging ook nog niet de nodige draai hebben gemaakt.’ We mogen het tempo van afbouw van de fossiele industrie niet overlaten aan Den Haag.

Een centraal punt in de conceptvisie is dat een uitbreiding van het Kolenfonds nodig is. Dat is feitelijk een klimaattransitiefonds. Omdat alle kolencentrales in 2030 gesloten moeten zijn in Nederland, is in het Kolenfonds afgesproken dat ‘iedereen die zijn of haar baan verliest, begeleiding krijgt van werk naar werk, daar waar nodig om- of bijscholing kan volgen en voor wie die overstap niet kan maken, een financieel vangnet beschikbaar is. We pleiten voor een dergelijke fonds voor álle banen die gaan verdwijnen als gevolg van de energietransitie’.

Zo’n fonds moet worden gefinancierd uit de afbouw van de fossiele subsidies en aangewend voor de transitie van banen in de vervuilende industrie, zoals bij Tata en Schiphol, en bij verduurzaming van productie. Omdat de grootste vervuilers dat proces zullen willen blokkeren, moeten ze in publieke handen komen om dit proces te versnellen.

Rechtvaardige verdeling

De conceptvisie stelt terecht: ‘Voor een rechtvaardige verdeling van lusten en lasten is het belangrijk dat we weer meer grip krijgen op onze eigen energievoorziening en dat de marktwerking in onder andere de energiemarkt en het openbaar vervoer wordt teruggedraaid. Zo krijgen we weer zeggenschap terug over de manieren van energieproductie en vervoer…’

Dit streven kan de FNV ondersteunen met een actieve campagne voor goedkoper openbaar vervoer en een verbetering van het ov-netwerk. De conceptvisie noemt dit niet, maar dat is wat nodig is. Het Netwerk Klimaat FNV is daar wel actief mee bezig en kan hierin een sleutelrol vervullen. Als de vakbond een actieve visie omarmt, kunnen kadergroepen bij het openbaar vervoer onderdeel worden van deze campagne, samen met de FNV-klimaatgroep. De aflopende cao-trajecten bij het spoor en de gemeentelijke vervoersbedrijven kunnen worden aangegrepen om zo’n campagne kracht bij te zetten.

De FNV-klimaatvisie moet daarom scherper. In deze conceptvisie schrijft de vakbond alleen dat ze zich moet voorbereiden op beleid dat een ‘enorme impact op werk en inkomen’ gaat hebben. Maar in plaats van dit afwachten, zou de bond actief campagne moeten voeren voor de afbouw van vervuilende industrie. Fossiele banen moeten daarbij worden vervangen door klimaatbanen, met behoud van arbeidsvoorwaarden. Zo kan ook de leugen van de bazen in de industrie en metaal, namelijk dat de klimaatbeweging de werkgelegenheid zou bedreigen, worden weerlegd.

De conceptvisie noemt al enkele voordelen van duurzaamheidsbeleid, onder meer dat het ‘zorgt voor gezondere en veiliger werkomstandigheden. Het […] verlaagt bijvoorbeeld ook de uitstoot van stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid, zoals fijnstof en bestrijdingsmiddelen.’

Voorbeelden van dat soort schadelijke arbeidsomstandigheden zijn ‘bagagepersoneel dat op luchthavens tussen de draaiende motoren van de vliegtuigen werkt, werknemers in de groenvoorziening die een bladblazer met een dieselmotor moeten gebruiken of de seizoenarbeider die op akkers met het omstreden bestrijdingsmiddel glyfosaat moet werken.’

Politiek

De FNV probeert via deze klimaatvisie politiek stelling te nemen voor een rechtvaardige transitie. Tegelijk dreigt de dagelijkse economische strijd voor lonen en arbeidsplaatsen deze transitie in de wielen te rijden, omdat ook banen in vervuilende sectoren ‘moeten’ worden verdedigd zolang er geen groene banen zijn. Zo kunnen conservatieve vakbondsleiders het ‘directe belang’ van arbeiders als argument gebruiken om de FNV-klimaatvisie volledig te negeren.

De arbeidersklasse heeft een helder materieel belang bij fundamentele klimaatmaatregelen. Een aanscherping van de klimaatvisie zou van onderaf vorm moeten krijgen. Daarin moet strijd voor behoud van goede arbeidsvoorwaarden worden gecombineerd met afbouw van fossiele en vervuilende industrie. Als het FNV-ledenparlement de nieuwe klimaatvisie aanneemt, geeft dat in elk geval het signaal dat alle sectoronderhandelaars dit serieus moeten nemen.

Een Kolenfonds, of beter gezegd een transitiefonds, is cruciaal. In zo’n fonds kan jaarlijks het bedrag van fossiele subsidies worden gestort: 46,5 miljard. Maar omdat er grote weerstand van politici te verwachten valt, moet daarvoor worden gevochten. Er zijn acties nodig die de sectorgrenzen overstijgen, waarbij werkers uit de metaal, het openbaar vervoer en anderen de handen ineenslaan om dit soort beleid af te dwingen. Niemand anders gaat dat doen.

In het verlengde daarvan is een overgang naar een productie nodig waarbij goederen en diensten de behoeften van de mens bevredigen, in plaats van de winstzucht van de aandeelhouders.