Strijd voor democratie in Iran

18 juni 2009

Sinds de presidentsverkiezingen op 12 juni is het onrustig in Iran. Na de bekendmaking van de overwinning van Ahmadinejad gingen in Teheran en andere grote steden duizenden mensen de straat op tegen de fraudeleuze uitkomst. Ze verdienen onze steun.

Door Peyman Jafari

Maar liefst 85 procent van het Iraanse electoraat ging op 12 juni naar de stembus. In de weken daarvoor hadden de vier kandidaten een felle campagne gevoerd. Mahmoed Ahamdinejad presenteerde de ontwikkeling van nucleaire energie als zijn grootste wapenfeit. Aangezien de consensus in Iran over het recht op kernenergie (niet noodzakelijk de wenselijkheid!) kwam de nadruk al snel op de economie te liggen.

Met zijn populistische politiek had Ahmadinejad zich in de afgelopen vier jaar onder een deel van de arme bevolking in de steden en het platteland populair gemaakt. Deze politiek was echter beperkt gebleven tot het uitdelen van geld aan individuen en ad-hoc projecten, in plaats van structurele vooruitgang. Bovendien zorgden de oplopende inflatie (25%) en werkloosheid (20-30%) voor veel sociale onvrede. Die onvrede probeerde Ahmadinejad op de corrupte, rijke machthebbers zoals ex-president Rafsanjani te richten door te zeggen dat zij hem in de weg stonden.

Moussavi, zijn belangrijkste tegenstander, beloofde economische vooruitgang, meer sociale en politieke vrijheden en meer rechten voor vrouwen. Zijn grootste aanhang was onder de stedelijke bevolking, waaronder studenten, vrouwen en de middenklasse. Maar ook hij sprak over sociale rechtvaardigheid en de strijd tegen armoede. Hij werd door veel mensen uit de arbeidersklasse gezien als iemand die voor hen opkomt. Vooral in de laatste weken voor de verkiezingen kreeg zijn ‘groene beweging’ momentum door massabijeenkomsten.

Veel mensen reageerden dan ook geschrokken toen Ahmadinejad door het ministerie van binnenlandse zaken met tweederde van de stemmen tot overwinnaar werd uitgeroepen en meenden dat er met de stemmen gesjoemeld was. Er zijn daarvoor een aantal aanwijzingen, ook al kan er nog niets met zekerheid gezegd worden:

– Het resultaat werd slechts een paar uur na het sluiten van de stembureau’s bekendgemaakt en de definitieve uitslag volgde iets later, terwijl daarvoor gewoonlijk drie dagen nodig zijn.

– Alle tegenkandidaten verloren ook in hun geboortestad, wat hoogst ongebruikelijk is. Karrubi haalde iets meer dan 300.000 stemmen, terwijl hij tijdens de verkiezingen in 2005 alleen al in de provincie Lorestan waar hij zijn basis heeft, meer stemmen haalde; ook Moussavi verloor in de regio Azerbeidzjan waar hij veel aanhang heeft.

– De regering van Ahmadinejad sloot meteen na het bekend worden van de uitslagen het partijgebouw van Moussavi en de omringende straten en stationeerde militairen overal in Teheran, legde het telefoon- en sms-verkeer stil en liet in de daaropvolgende uren tientallen kopstukken van Moussavi’s campagneteam arresteren.

Hoe dan ook, het is duidelijk dat een aanzienlijk deel van de Iraanse bevolking de regering niet vertrouwt en democratische veranderingen eist. Tijdens de demonstratie van maandag 15 juni in Teheran, waaraan bijna één miljoen mensen deelnamen, werden leuzen geroepen als ‘weg met de dictator’, ‘vrijheid en gelijkheid’, ‘waar zijn onze stemmen gebleven?’, ‘Moussavi, we steunen je’. In de avond gaven velen gehoor aan de oproep om vanaf de daken ‘allaho akbar’ (Allah is Groot) te schreeuwen, zoals in de dagen van de revolutie van 1979.

De protesten beteken overigens niet dat het conflict zich tussen de hele bevolking aan de ene kant en de regering aan de andere kant afspeelt. Ahmadinejad heeft nog steeds een aanzienlijke aanhang omdat hij zich opwerpt voor Irans nationale onafhankelijkheid van buitenlandse machten en voor de armen. De protesten voor democratie kunnen op lange termijn dan ook alleen groter worden en slagen als ze de eisen voor sociale rechtvaardigheid en onafhankelijkheid koppelen aan politieke vrijheid en de arme bevolking van de grote steden en het platteland aan hun kant krijgen.

Het is ook belangrijk te benadrukken dat deze protesten geen oproep zijn voor buitenlandse interventie of sancties. In de afgelopen jaren hebben activisten in Iran juist keer op keer benadrukt dat de oorlogsdreigingen de conservatieven rond Ahamdinejad in de kaart hebben gespeeld. De protesten zijn juist een vertoon van de interne krachten die het lot van Iran zelf kunnen en moeten bepalen. Wat zij vragen is onze solidariteit, die we op twee concrete manieren kunnen tonen.

Allereerst door ervoor te waken dat de situatie in Iran misbruikt wordt als een excuus voor het opvoeren van economische sancties en het voorbereiden van militaire interventies. De Israëlische regering heeft al opnieuw bevestigd dat ze een militaire aanval op Iran niet uitsluit en dat ook de verkiezing van Moussavi daaraan niets zou veranderen. Ten tweede moeten we ervoor zorgen dat de stem van de protesten zo breed mogelijk verspreid wordt, dat vakbonden en andere organisaties zich uitspreken voor de rechten van hun collega’s in Iran, en dat we met onze protesten hier de actievoerders in Iran laten zien dat ze er niet alleen voor staan. De eerste kans is donderdag 18 juni (16.30 uur) op het Plein in Den Haag.

Peyman Jafari spreekt woensdag 24 juni in Leiden over de situatie in Iran. Locatie: Café Het Keizertje, Kaiserstraat 2 / Aanvang: 20:00 / Meer informatie: 06-46798041 (Sanne)

Zijn net uitgekomen boek Het Andere Iran is voor €17,95 te bestellen bij LeesLinks, nu tijdelijk zonder verzendkosten!