Strategie Bush: van Irak naar Iran

Aan de vooravond van de herdenking van 11 september bracht generaal David Petraeus in het Amerikaanse Congres zijn verslag uit over de situatie in Irak. De hoogste bevelhebber toonde zich gematigd positief over de resultaten van de zogenaamde surge - de ‘veiligheidsoperatie’ in en rond Bagdad waarvoor sinds afgelopen winter 30 duizend extra Amerikaanse troepen zijn ingezet.
4 oktober 2007

Door Bart Griffioen

Het sectarisch geweld zou met 75 procent zijn afgenomen en de regering van Nuhr al-Maliki zou zijn gestabiliseerd, met nieuwe steun van een substantieel deel van de soennitische Irakezen die juist vijandig staan tegenover het marionettenbewind van Washington. Maar de optimistische fantasieën van de opperbevelhebber staan haaks op de situatie aan de grond.
Elke week sterven in Irak nog altijd meer dan 500 mensen. Vergeleken met eind 2006 is het aantal burgerdoden relatief afgenomen, maar dit zijn er nog altijd veel meer dan in de eerste drie jaar van de oorlog. Een nieuw Brits opinieonderzoek schat het totale aantal doden zelfs op meer dan een miljoen.
Sinds het begin van de surge in februari zijn er 656 Amerikaanse militairen omgekomen, tegenover 400 in dezelfde periode vorig jaar. De meeste Amerikaanse doden vielen in Bagdad en in de provincie Anbar, waarvan Petraeus beweert dat de bevolking zich tegen het Irakese verzet zou hebben gekeerd. Volgens de meest conservatieve schattingen staat het totale aantal Amerikaanse doden daarmee nog net niet op 4000. Inmiddels staan veel soldaten onder druk om hun tweede of zelfs derde diensttermijn van 15 maanden in te gaan, wat de onrust binnen het leger helpt toenemen.
De meeste Irakezen beschouwen de surge als een mislukking, zo blijkt uit een onderzoek onder ruim 2000 Irakezen verricht door de BBC, het Amerikaanse ABC News en het Japanse NHK; 60 procent vindt dat de operatie de onveiligheid heeft doen toenemen en bijna 70 procent vindt dat deze de sektarische segregatie in Bagdad in de hand heeft gewerkt. Veel voorheen gemengde wijken zijn onder Amerikaanse regie nu volledig sjiitische of volledig soennitische ghetto’s geworden, afgescheiden door betonnen muren, prikkeldraad en wachttorens.
Net als tijdens de Vietnamoorlog moeten verhalen over korte termijn ‘successen’ camoufleren dat de oorlog als geheel verloren is. Ook de aangekondigde terugtrekking van 30 duizend militairen is zachtgezegd betrekkelijk. Niet alleen staat die troepenreductie pas gepland voor zomer 2008, het brengt de Amerikaanse aanwezigheid slechts terug tot 130 duizend troepen – precies het aantal van vóór de surge. Dit gaat in tegen de wil van zowel de overgrote meerderheid van de Irakezen als de Amerikanen, die alle troepen liefst zo snel mogelijk ziet vertrekken.

Dreiging
Maar het rapport van Petraeus is niet alleen een wanhopige poging om de publieke opinie wijs te maken dat de oorlog in Irak alsnog een succes kan worden. De generaal herhaalde de waarschuwingen van Bush en Cheney over de dreiging van Iran. Het regime van Ahmadinejad zou niet alleen werken aan het omstreden nucleaire wapenprogramma, het probeert ook het sji’ietische verzet in Irak ‘om te smeden tot een soort Hezbollah-eenheid.
In dezelfde week kondigde het Amerikaanse leger aan dat het op enkele kilometers afstand van de grens met Iran een militaire basis bouwt, om ‘het smokkelen van Iraanse wapens tegen te gaan’. De afgelopen weken zagen ook een opvallende opbouw van Amerikaanse aanwezigheid in de Perzische Golf, zowel door de marine als de luchtmacht. Inmiddels blijkt het Pentagon een lijst te hebben samengesteld van tweeduizend bombardementsdoelen in Iran.
Diverse ingewijden geven aan dat de politieke wind binnen de Amerikaanse elite begint te draaien ten gunste van een aanval op Teheran. Glenn Kessler – diplomatiek redacteur van de Washington Post – dacht een jaar geleden nog dat een nieuwe oorlog onwaarschijnlijk was omdat ‘ze zo vastzitten in Irak dat het gewoon niet mogelijk was’. Nu verklaart hij: ‘Ik heb de laatste tijd tips gekregen: wanneer de onderhandelingen met Iran nergens toe leiden, is er een mogelijkheid dat er een beperkte militire aanval komt. De druk wordt opgevoerd. Het zou mij nu niet meer verbazen als dit leidt tot het bombarderen van de nucleaire installaties in Iran vóórdat Bush het Witte Huis verlaat.’
Een voormalige CIA-medewerker vertelde Harper’s Magazine dat zo’n aanval waarschijnlijk een meerdaagse luchtoperatie wordt, met meerdere doelen: ‘We zouden niet de Iraanse marine of luchtmacht moeten aanvallen, maar de nucleaire doelen en de Revolutionaire Garde.’ Die Revolutionaire Garde is inmiddels onder druk van de VS op de terreurlijst geplaatst.
Het gevaar is serieus te nemen. Afgelopen zomer stuurden Bush en Brown al miljarden dollars aan extra wapens naar Israël, Egypte en Saoedi-Arabië. Kabinet Balkenende staat vooraan om met andere NAVO-partners de Amerikanen te ontlasten in Afghanistan. Het is de taak van alle progressieve krachten ter wereld om te voorkomen dat het Witte Huis en haar bondgenoten de ruimte krijgen voor een oorlog tegen Iran. Het is zaak hen te dwingen alle troepen terug te trekken uit Irak en Afghanistan.