Stikstofcrisis: de januskop van VVD en CDA
Het kabinet had zijn stikstofplannen nog niet uit de doeken gedaan of ze werden binnen de coalitie alweer ter discussie gesteld. Een meerderheid stemde tijdens het VVD-congres in met een motie die zich tegen de stikstofdoelstellingen richtte, die zouden namelijk niet deugen. Het CDA sloot zich daar snel bij aan. Het officiële standpunt van de VVD is dat er zal worden vastgehouden aan de doelstellingen. Als ze dat niet deed, zou ze namelijk het kabinet opblazen en zou dat ook lijnrecht tegen de Europese rechterlijke macht ingaan. Desondanks komt dit ‘verzet’ uit de rechtse hoek deze partijen helemaal niet slecht uit. Sterker nog: het heeft er alle schijn van dat op dergelijke ‘oppositie’ is gerekend om het stikstofbeleid zo ver mogelijk vooruit te schuiven en de belangen van de grote agribedrijven daarin zoveel mogelijk leidend te laten zijn.
De stikstofcrisis ontstond doordat de regering Rutte II naar een manier zocht om onder de plicht uit te komen om de Natura 2000 gebieden te beschermen. Driekwart van die gebieden werd namelijk vergiftigd met teveel stikstofverbindingen. Daarvoor bedacht het kabinet het Programma Aanpak Stikstof, dat erop neerkwam dat extra vervuiling werd toegestaan, als er maar beloftes tot extra compensatie in de toekomst werden gedaan. Op die manier kon voorkomen worden dat bedrijven rekening met het milieu moesten houden en werd het probleem met de stikstof – dat in Nederland al gigantisch was – nog veel groter.
Topsectoren
De Nederlandse stikstofuitstoot is veel hoger dan die in de omringende landen. Dat komt primair door de grote concentratie veehouderijen. Dat is niet los te zien van het businessmodel van de grote agribedrijven, dat wordt ondersteund door het neoliberale ‘topsectorenbeleid’ van de regeringen Rutte. Dat beleid bestaat eruit om de economisch sterke sectoren verder te versterken door subsidies, deregulering en publiek-private coördinatie – dat wil in de praktijk zeggen: een onderdanige houding van de politiek en de ambtenarij ten opzichte van multinationals.
Het ‘topteam’ van de sector Agri & Food – dat deze samenwerking coördineert – is naar eigen zeggen samengesteld uit vertegenwoordigers van de ‘gouden driehoek’ van ‘vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, wetenschap en overheid’. De verhoudingen zijn echter veelzeggend: het team bestaat uit één topambtenaar, één wetenschapper en zeven vertegenwoordigers van multinationals, waaronder een topman van de Rabobank, de voorzitter van de Raad van Commissarissen van FrieslandCampina en de ceo van Albert Heijn.
Boeren zijn in het geheel niet vertegenwoordigd. Behalve in de beeldvorming spelen zij geen rol van betekenis en zijn ze een aanhangsel in een sector waarin de grote bedrijven de dienst uitmaken. De grote spelers in de sector zetten boeren onder druk om zich te schikken. Zij moeten zoveel en zo goedkoop mogelijk produceren. Het gevolg is dat boeren vaak in de verdrukking komen – omdat ze machteloos staan tegenover de grote bedrijven die de sector beheersen – en dat zij worden gedwongen om zoveel mogelijk te intensiveren.
Lobby
Ook op andere manieren proberen de grote bedrijven in de Agri & Food sector hun invloed op het beleid te vergroten. De Rabobank mocht bijvoorbeeld meeschrijven aan de uitkoopregeling voor varkensboeren, die in 2020 in ging en al snel veel te duur bleek. Een voormalig Rabobank-bankier zei daarover met trots dat de door de bank opgestelde voorwaarden ‘voor negentig procent door de minister [werden] overgenomen’. Eerder wisten de grote agribedrijven een dermate grote stempel op het regeerakkoord van Rutte III te drukken dat de toenmalige topman van LTO Nederland achteraf opschepte: ‘Wij hebben de formatie gewonnen.’
De agribedrijven hebben een forse vinger in de pap bij het CDA en de VVD en hebben ook hun eigen organen opgezet. Zo is er de stichting AgriFacts, een lobbygroep die zich als onderzoeksjournalistiek project voordoet, desinformatie verspreidt en regelmatig rechtszaken aanspant om onwelgevallige uitingen van journalisten, politici en anderen tegen te houden. De stichting werd opgericht door Jan Cees Vogelaar, die actief CDA’er was en een lange staat van dienst heeft bij verschillende grote agribedrijven en hun vertegenwoordigers. Vogelaar sloot zich in 2019 aan bij Forum voor Democratie en stapte later over naar JA21.
De BoerBurgerBeweging is ook een product van de grote agrilobby. Caroline van der Plas heeft geen agrarische achtergrond, maar begon te schrijven voor blaadjes van de agri-industrie en was een tijd werkzaam bij een serie belangenorganisaties voor met name de vleesindustrie. BBB werd opgericht en gefinancierd vanuit het pr- en markeringbureau ReMarkAble, dat voor de agri-industrie werkt.
Stikstofbeleid
Het nieuw voorgestelde stikstofbeleid van minister Van der Wal ligt in het verlengde van dat van haar voorgangers. Het kabinet heeft de doelstelling om de stikstofvergiftiging tegen te gaan. Dat is al heel wat. Er is een kaart gemaakt waarop is aangegeven hoeveel reductie er per gebied nodig is. Maar de verdere uitwerking en uitvoering van het beleid ligt bij de provincies, het beleid dat er nu ligt is weinig meer dan een intentieverklaring.
Het is een stap vooruit dat er een poging is gedaan om in kaart te brengen waar de stikstof precies teruggedrongen moet worden. Een enkele varkensboer naast een natuurgebied kan een enorme schade aanrichten en het uitkopen van boeren die niet in de buurt van Natura 2000 gebieden liggen, verandert daar niets aan. Dat de minister bij het eerste zuchtje wind heeft aangegeven bereid te zijn om de hele kaart opzij te schuiven en samen met de boeren ‘opnieuw in te kleuren’ maakt dat ene stapje meteen ongedaan.
Dat de plannen zich vooral op de boerenbedrijven richten is, gelet op hun aandeel in de stikstofuitstoot, niet meer dan terecht. Maar de boeren hebben een punt dat andere vervuilers uit de wind worden gehouden. Hoewel het kabinet gecommitteerd is aan de agrisector, lijkt ze andere grote bedrijven te willen beschermen. Pointer onthulde bijvoorbeeld dat enkele van de grootste uitstoters van buiten de landbouw helemaal niet worden aangepakt. Het energiebedrijf Rijnmond Energie staat in de top 100 grootste uitstoters, maar heeft op dit moment zelfs geen vergunning om stikstof uit te stoten. Het zou daarom eigenlijk helemaal niet mogen produceren, maar wordt geen strobreed in de weg gelegd. Volgens de omgevingsdienst Haaglanden is het de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijf om voor een vergunning te zorgen. De directeur van Rijnmond Energie zegt desgevraagd niet van plan te zijn om geld uit te trekken voor stikstofreductie. Iets vergelijkbaars geldt voor andere bedrijven, waaronder Schiphol, dat ook geen vergunning heeft om stikstof uit te stoten.
Tata Steel, dat nu onderwerp is van een strafrechtelijk onderzoek wegens het moedwillig vergiftigen van de omgeving, is de grootste uitstoter van stikstofoxide in het land en heeft een grote impact op kwetsbare natuur in Noord-Holland. Maar Tata hoeft de uitstoot niet te verminderen – sterker nog: volgens de huidige regeling mag het bedrijf nog een derde van de stikstofoxide die het nu uitstoot extra gaan uitstoten.
Provincies
Dat de uitwerking en uitvoering van het stikstofbeleid over de schutting naar de provincies wordt gegooid is een groot probleem. Die staan veel zwakker tegenover de lobbyisten en de georganiseerde intimidatie van fascistische groepen als de Farmers Defence Force.
De keuze die provincies kunnen maken is of ze boeren uitkopen, dwingen om te extensiveren (minder intensief maken) of om de uitstoot door middel van ‘innovatie’ te verminderen. Dat eerste zal op veel weerstand stuiten, het tweede is onrendabel, gezien het verdienmodel van de agribedrijven dat gewoon in stand wordt gehouden en dus zal de favoriete oplossing van die industrie – ‘innovatie’ – de voorkeur genieten. In heel veel gevallen zal dat neerkomen op nieuwe papieren oplossingen. Onderzoek van het RIVM wijst uit dat dit soort ‘innovatieve’ oplossingen tot wel 380 procent minder effectief zijn dan beloofd. Het gevaar is dus dat de provincies zich gaan rijk rekenen met mooie beloftes die het probleem niet oplossen. Het nieuwe beleid dreigt dan een herhaling te worden van het vorige: er komt een papieren oplossing zodat de problemen weer even vooruit kunnen worden geschoven.
Uitkomst
Het ‘boerenverzet’ komt rechts daarom helemaal niet zo verkeerd uit: VVD en CDA grijpen het aan om D66 onder druk te zetten om het beleid tóch nog wat verder af te zwakken. Er wordt op geanticipeerd dat de boerenacties ertoe zullen leiden dat beleid op provincieniveau zal worden afgeremd en in de richting van door de industrie gewenste nepoplossingen zal worden gedreven.
Maar daarmee spelen deze partijen een gevaarlijk spel. De boerenprotesten, die door de grote agribedrijven worden gefinancierd, hebben een duidelijke extreemrechtse dynamiek gekregen. Extreemrechtse media kauwen hen de fascistische complottheorietjes voor: de stikstofregels zijn uit de duim gezogen door het RIVM als gevolg van een vermeend communistisch complot om de boeren uit de weg te ruimen om ‘buitenlanders’ te kunnen huisvesten. Dergelijke fascistische leugens komen niet alleen uit de koker van neonaziomroep Ongehoord Nederland, FvD of Farmers Defense Force, maar ook uit die van ‘kritische’ VVD’ers en CDA’ers en van Caroline van der Plas.
Het fascistische Farmers Defense Force, dat is opgericht als een knokploeg tegen dierenrechtenactivisten en intimidatie als voornaamste actiemiddel hanteert, krijgt niet alleen vrij spel, maar wordt ook actief witgewassen. De NCTV kwalificeerde de beweging eerder als ‘extremistisch’, maar veranderde dat na een klacht van FDF in ‘activistisch’. Die ‘nuancering’ wordt inmiddels ook door NRC overgenomen.
De uitkomst van dit hele spel is duidelijk: van het terugdringen van de stikstofuitstoot zal weinig terecht komen, extreemrechts wordt in de tussentijd verder versterkt en de boeren zelf schieten hier ondertussen geen moer mee op. Zij gaan gebukt onder een systeem dat door de grote agribedrijven en door de staat is ingericht. Deze acties zullen alleen helpen om dat systeem in stand te houden.