Stalinisme en de Indonesische bevrijdingsstrijd

Met De revolutie die verboden werd werpt Maurice Ferares nieuw licht op de rol van Nederlandse en Indonesische communisten tijdens de bevrijdingsoorlog van 1945-49.
28 oktober 2014

Door Mark Kilian

‘Waarom heeft de strijd voor nationale onafhankelijkheid in Indonesië vanaf 1945 niet tot arbeidersmacht geleid?’ vraagt Ferares. Het antwoord van deze socialistische veteraan, die zelf in die periode actief was, moeten serieus genomen worden.

Het Nederlandse regime in de ‘Gordel van Smaragd’ was meedogenloos. Indonesië werd geplunderd. De invoering van het cultuurstelsel, bedoeld om cash crops te genereren, had in 1840-45 tot honderdduizenden hongerdoden geleid op Java. Na de afschaffing van de slavernij in 1860, die werd getraineerd, konden slaven zich vrijkopen, maar ze werden dan vaak schuldplichtig aan hun vroegere eigenaar.

Nog in de jaren 1867-75 onttrok Nederland voor 192 miljoen gulden (nu 2 miljard euro waard) aan waren en belastingen aan Indonesië. De rijke elite was vrijwel volledig Europees. Van de Indonesiërs haalde slechts 0,1 procent het drempelinkomen om belasting te betalen (600 gulden per jaar), van de Europeanen 76 procent. Goed onderwijs was alleen voor witte kinderen.

Nationalisme

Ondanks dit beleid was er ook onder Indonesiërs economische differentiatie. In 1908 ontstond een nationalistische organisatie, Sarekat Islam, ‘ter bevordering van de inheemse handel’. Na aanvankelijke repressie werd deze in 1913 alsnog toegestaan. ‘Onze vereniging is geen politieke partij’, zei de leiding. De SI werd desondanks het politieke vehikel van de onderdrukten. In 1916, met 360.000 leden, nam ze een resolutie aan die geleidelijk en wettig zelfbestuur eiste. In oktober 1917 veroordeelde ze het kapitalisme, en groeide door tot 2 miljoen leden in 1919.

In de jaren dertig nam de regering zware bezuinigingsmaatregelen. Een normaal loon ging van 35 cent per uur naar 11 cent (1933-35). Helaas schrijft Ferares niet over de ambtenarenstaking en de muiterij op de Zeven Provinciën, beiden in 1933, die hiervan de gevolgen waren. De rode vakbonden, gevormd door de Indonesische communistische partij PKI, werden onderdrukt. Deze PKI had in 1923 1300 leden, maar raakte net als de CPN gestaliniseerd.

Stalin

Toen de Russische revolutie geïsoleerd bleef, formuleerde Stalin in 1924 het idee van ‘socialisme in één land’. Het bleek het vaandel voor de afbraak van alle verworvenheden, zoals rechten voor vrouwen en minderheden, en de resten democratie. Stalin sloot deals met imperialisten, en de Komintern werd zijn buitenlandse arm, hoewel die in 1943 formeel werd opgeheven.

Nederland wilde Indonesië in 1945 herbezetten (na Japan) om te voorkomen dat de bevrijdingsbeweging de macht greep. De CPN had zelf gedurende de oorlog een bevrijdingsstrijd geleverd. Maar zes weken na de bevrijding steunde ze de ‘politionele acties’! Dat de leus ‘Indonesië los van Holland’ geschiedenis was, bevestigde CPN-voorzitter Paul de Groot tijdens een radiotoespraak op 23 mei 1945.

De partij plaatste oproepen voor het leger in De Waarheid, ging werkstakingen tegen de oorlog tegen en onderschreef het verdrag van Linggadjati, dat de Republiek erkende, maar ook de Nederlandse claim op een deel ervan. Zelfbeschikking, een principe van Lenins Bolsjewieken, lag in de uitverkoop. De Indonesische PKI ging eveneens akkoord met Linggadjati. Zij wilde ministers leveren voor de komende regering. Ook dat lag in lijn van Stalins volksfrontpolitiek.

De Indonesische bevrijdingsstrijd volgde kort op een revolutionaire periode in China. Daar zou, door provocatie van Stalins agenten een volksopstand zijn uitgebroken die kansloos was: de Commune van Kanton. Op deze manier rechtvaardigde Stalin ‘socialisme in één land’. Dit vormt Ferares’ vergelijkingmateriaal voor de opstand van Madiun. Maar Madiun lijkt echter juist ontstaan vanuit een gebrek van communistische leiding en ongeduld bij een deel van de bevolking. Dat is niet hetzelfde.

Ferares slaat helaas vele protesten en stakingen over, evenals de Indië-weigeraars. Onder hen waren vele communisten, onterecht krijgt dat geen aandacht. Dat onder meer maakt het boek onevenwichtiger dan nodig, want de verzamelde feiten zijn stevig genoeg.

Maurice Ferares
De revolutie die verboden werd
Uitgeverij Abigador / 290 pagina’s / €29,50