Stadsreferendum tegen sloop sociale huurwoningen

Vorige maand heeft het Rotterdamse stadsbestuur haar ‘Woonvisie Rotterdam 2030’ vastgesteld. Hoewel het wordt gepresenteerd als een nieuw plan en als reactie op nieuwe problemen is het vooral een voorzetting van de bevolkingspolitiek die Leefbaar Rotterdam en de PvdA al jaren beurtelings uitvoeren. Huurdersverenigingen komen in verzet en proberen een referendum af te dwingen.
13 april 2016

Door Jeroen van der Starre

Als we wethouder Ronald Schneider van Leefbaar Rotterdam moeten geloven, heeft de stad een groot probleem: er zouden veel te veel sociale huurwoningen zijn en te weinig woningen in het ‘middensegment’. Zijn Woonvisie Rotterdam 2030 zet er daarom op in om tot 2030 maar liefst 20.000 goedkope woningen te doen verdwijnen. De meesten zullen worden gesloopt. Tegelijkertijd moeten er 36.000 duurdere woningen bij komen.

Sinds 2000 is het aantal sociale huurwoningen in Rotterdam al met bijna 30.000 afgenomen. De wachttijd voor een sociale huurwoning bedraagt nu vier tot acht jaar. Deze wachttijd zal ook zonder de sloopplannen verder oplopen, onder andere omdat ouderen langer thuis moeten blijven wonen en omdat vluchtelingen die een status krijgen ook huisvesting nodig hebben.

Duurdere woningen zijn er genoeg, en worden maar met moeite verkocht of verhuurd. Neem bijvoorbeeld De Rotterdam, de ‘verticale stad’, ontworpen door architect Rem Koolhaas en met de Markthal een van de nieuwe paradepaardjes van het stadsbestuur. Ondanks de verhuizing van de werkplekken van 3200 ambtenaren naar deze peperdure wolkenkrabber staan er nu, ruim twee jaar na oplevering, nog altijd delen leeg. Vastgoedontwikkelaar Amvest, eigenaar van een van de drie torens van De Rotterdam, leed al een verlies van ruim 22 miljoen door tegenvallende verkoop aan particulieren.

De werkelijke woonbehoefte in Rotterdam is het tegendeel van wat het college nu doet. De achtergrond van de woonplannen is dan ook niet om aan de behoeften van werkende Rotterdammers te voldoen, maar om de Rotterdammers meer te laten voldoen aan de behoefte van de Rotterdamse bestuurlijke elite.

Racistische bevolkingspolitiek

‘Zou het toch niet eenvoudiger zijn als de regering het volk ontbond en er een ander koos?’ schreef Bertolt Brecht eens spottend over de DDR-regering. In Rotterdam is het vervangen van de bevolking om aan de wensen van het stadsbestuur te voldoen al vele jaren aan de gang. Zo startte men in 2006 met de ‘Rotterdamwet’, waardoor je in sommige wijken alleen mag komen wonen als je een bepaald inkomen hebt.

Aanvankelijk kwam het initiatief tot deze wet van Leefbaar Rotterdam. Het plan was toen om ‘niet-westerse allochtonen’ uit deze wijken te weren. Aangezien dat niet alleen racistisch, maar ook ongrondwettelijk is, was dat plan bij voorbaat kansloos. Op voorstel van de PvdA werd de wet aangepast: men kon hetzelfde resultaat bereiken door te discrimineren op basis van inkomen in plaats van op afkomst.

Dit veranderde niets aan het racistische karakter van de wet. Of een wijk in aanmerking komt voor invoering van een vestigingsvergunning wordt bepaald door de ‘leefbarometer,’ waarvoor het aandeel ‘nietwesterse allochtonen’ en Midden- en Oost-Europeanen’ belangrijke indicatoren zijn.

Naast de sloop van goedkope woningen zijn de inzet van dwangarbeid en strafkortingen voor bijstandsgerechtigden en het zero-tolerance beleid van de politie belangrijke onderdelen van het veryuppingsbeleid van Leefbaar. Sinds 2004 geldt in heel Rotterdam een samenscholingsverbod, dat in de praktijk natuurlijk vooral tegen jongeren in achterstandswijken en daklozen wordt ingezet. Daarbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van etnisch profileren en preventief fouilleren.

Dit complex aan maatregelen moet armere Rotterdammers, vooral van Turkse of Marokkaanse afkomst de boodschap sturen dat zij nooit de baas zullen worden in hun eigen wijken en overgeleverd zijn aan de willekeur van een hun vijandig gezinde gemeentelijke overheid. Dit beleid is de concrete uitwerking van de wraakzuchtige racistische ideologie van Leefbaar: ‘de buitenlanders hebben onze wijken ingenomen’ en die moeten worden heroverd voor de ‘blanke Rotterdammer’.


Neoliberaal

Dit racistische motief sluit naadloos aan op financiële motieven om arme mensen de stad uit te jagen: het schept ruimte op de begroting. Sinds gemeentes zelf verantwoordelijk zijn voor het uitbetalen van bijstandsuitkeringen en een belangrijk deel van de zorgtaken, hebben zij in feite een direct financieel belang bij het weren van armen en zieken. Zij kosten namelijk alleen maar geld.

Om die reden zien we dat de Rotterdamwet in veel andere steden en dorpen wordt toegepast: geen enkele gemeente wil het ‘afvoerputje’ van de maatschappij worden. Langzaamaan zullen mensen met een laag inkomen, vooral als ze een migrantenachtergrond hebben, in het hele land te maken krijgen met dit soort beleid. Dit is het logische gevolg van de decentralisaties van het zittende kabinet.

Verzet

Gelukkig blijven de aanvallen van de gemeente Rotterdam op gewone Rotterdammers niet onbeantwoord. Huurdersverenigingen en de SP zijn terecht woedend over de Woonvisie. Ze hebben daarom ingezet op het afdwingen van een stadsreferendum. Hiervoor moeten voor 23 juni 10.000 handtekeningen worden opgehaald, waarvan de eerste duizend in de eerste drie weken. Dat bleek ruim voldoende tijd. Al in de eerste week werden 1.200 handtekeningen opgehaald.

Dit laat zien hoeveel bereidheid er is onder gewone Rotterdammers om terug te slaan naar het gemeentebestuur. Dit referendum biedt belangrijke aanknopingspunten om Leefbaar Rotterdam te ontmaskeren en de sloop van betaalbare woningen in Rotterdam te stoppen. Een succesvolle campagne kan een basis leggen voor wat echt nodig is: veel meer betaalbare woningen en een einde aan dure prestigeprojecten waar gewone Rotterdammers niets aan hebben.


Zie woonreferendum.nl