Staakt-het-vuren biedt Syrische revolutie perspectief

Al wekenlang gaan Syriërs in kapotgeschoten steden als Aleppo, Homs en Daraa, maar ook in de buitenwijken van Damascus, de straat op. Volgens Max van Lingen heeft het staakt-het-vuren de deur voor de revolutie opnieuw open gezet.
6 april 2016

De ruimte voor de protestbeweging is ontstaan door een afname van de bombardementen en beschietingen door Rusland en het Syrische leger op gebieden die door de rebellen worden gecontroleerd. Op 4 maart een week na de ingang van het staakt-het-vuren – waren er meer dan honderd protesten met als belangrijkste leuzen: ‘het volk eist de val van het regime’ en ‘de revolutie gaat door’.

Met de heropleving van de revolutie winnen ook de oorspronkelijke idealen weer aan kracht. Bij de protesten waren bijvoorbeeld geen vlaggen van de gewapende islamistische groepen die de afgelopen jaren hebben geprofiteerd van de militarisering van de revolutie. Jabhat al-Nusra, de Syrische tak van Al-Qaida, reageerde in Ma’arrat al-Numan met repressie op de enthousiaste demonstraties voor de revolutie.

De Syrische revolutionaire vlag werd verboden en het hoofdkwartier van het Vrije Syrische Leger werd met geweld overgenomen. Hierop ging de bevolking de straat op om te protesteren voor de revolutie en tegen repressie. Halverwege maart werd het hoofdkwartier van Jabhat al-Nusra zelfs bestormd en in brand gestoken. Leden van het Vrije Syrische Leger die gevangen zaten in het gebouw, werden door de bevolking bevrijd.

Door de repressie tegen protesten voor de revolutie verliezen groepen als Jabhat al-Nusra steun onder de bevolking. Ahrar al-Sham, een bijzonder reactionaire groepering, werd bijvoorbeeld gedwongen een aanval van leden van Jabhat al-Nusra op een vreedzame demonstratie voor de revolutie publiekelijk te veroordelen.

De gevolgen van de militarisering van de revolutie zijn tweeledig. Aan de ene kant heeft de gewapende strijd een situatie gecreëerd waarin reactionaire islamistische groeperingen aan kracht konden winnen. Ze drukten daarmee de revolutionaire beweging van het volk naar de achtergrond. Aan de andere kant heeft de gewapende strijd voorkomen dat het Assad-regime de revolutie volledig heeft kunnen uitroeien. Nu het gedeeltelijke staakt-het-vuren de deur opnieuw heeft opengezet voor de revolutie, neemt de tolerantie van Syriërs voor de conservatieve en reactionaire islamistische groeperingen af.

Het gedeeltelijk staakt-het-vuren brengt echter ook gevaren met zich mee. Het akkoord dat er aan ten grondslag ligt is door de Verenigde Staten en Rusland opgelegd. Voor deze imperialistische mogendheden is het staakt-het-vuren een eerste stap in de richting van een politiek akkoord dat hun belangen reflecteert. Syrische demonstranten vergeleken het akkoord daarom ook al met het Sykes-Picotverdrag, het verdrag waarin Frankrijk en Groot-Brittannië precies honderd jaar geleden vastlegden hoe ze na de Eerste Wereldoorlog het Midden-Oosten op zouden delen.

De geschiedenis heeft laten zien dat dergelijke akkoorden enkel de basis leggen voor de volgende ronde van geweld. Maar de ontwikkelingen sinds het staakt-het-vuren laten ook zien dat een afname van geweld ruimte creëert voor de bevolking om zelf af te rekenen met reactionaire groeperingen.