SP omarmt hard neoliberale Europolitiek

In de afgelopen jaren is de SP steeds meer veranderd in een nationalistische anti-migratiepartij met een gelukkig nog altijd sterke sociaaleconomische politiek. In het nieuwe verkiezingsprogramma wordt het nationalisme verder onderstreept.
23 september 2020

Inmiddels heeft het nationalisme de kritiek op het neoliberalisme niet alleen naar de achtergrond geduwd, maar steeds meer vervangen. Dat bleek eerder toen de partij de neoliberale aanval op de WW-rechten van arbeidsmigranten steunde. Daarmee schilderde de partij arbeiders uit het buitenland af als bedreiging voor de belangen voor arbeiders in Nederland.

In de buitenlandparagraaf van het conceptverkiezingsprogramma van de partij, dat gezien de auteurs als het voorstel van het partijbestuur mag worden gezien, wordt nog duidelijker dat welke kant de partij op wil.

Ten eerste wordt beweerd dat de EU oorspronkelijk voor de ‘vrede en het welzijn van de burgers’ bedoeld zou zijn. Dat is pure fictie: de eerste voorloper van de EU was de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal – de belangen van het kapitaal waren altijd het uitgangspunt.

De auteurs zetten de lijn voort die is ingezet bij de desastreus verlopen Europese Parlementsverkiezingen. Volgens hen is het neoliberale karakter van de EU het werk van ‘ambtenaren uit Brussel’, die kennelijk een soort coup tegen de EU-landen hebben gepleegd. Daarom zou de nationale soevereiniteit van Nederland in het in het geding zijn.

Dit is een totale verdraaiing van de geschiedenis, die akelig dicht in de buurt komt van de praatjes van een zekere boreale zwetser. Nederland heeft zich in de EU altijd als een neoliberale hardliner ingezet en dat was ook in het belang van de Nederlandse multinationals. Door te doen alsof ‘Nederland’ een slachtoffer is, draait de partij de rollen om. Dat is des te schandaliger, omdat het geen oog heeft voor de echte slachtoffers van het rechtse EU-beleid.

‘Neuro’

Ook wil de SP nu naar een aparte Euro voor Noordelijke EU-landen. Er is namelijk een disbalans in de Eurozone, zegt de partij. En dat klopt: Europese kernlanden als Nederland en Duitsland hebben een structureel handelsoverschot: ze exporteren meer dan ze importeren, voor een belangrijk deel binnen Europa. Door neoliberale afbraak van arbeidsrechten kunnen deze landen namelijk goedkoper produceren.

Bij periferielanden als Spanje en Griekenland is het andersom en om hun handelstekort te kunnen betalen, leenden ze bij banken uit de kernlanden. Toen de schuldencrisis in 2011 uitbrak, konden ze hun schulden niet meer betalen, mede doordat kapitaalmarkten de kosten enorm opdreven. Daardoor kwamen de banken in de problemen.

Toen ‘de Grieken’ werden ‘gered’ met keiharde neoliberale afbraakpakketten die de Griekse arbeidersklasse en de Griekse samenleving ruïneerden, werden in feite de Europese banken en het verdienmodel van veel Noord-Europese multinationals gered. De arbeidersklasse van Griekenland betaalde voor de problemen van ING.

Internationale solidariteit

De ‘oplossing’ die de SP voorstelt is er een die tot nog toe voornamelijk populair was onder neoliberale hardliners: er zou een aparte euro voor het Noorden en een aparte voor het Zuiden moeten komen. Een deel van de neoliberalen in Europa is daar tegen, omdat het het voortbestaan van de zo winstgevende EU kan bedreigen.

Sommige meer agressieve neoliberalen zien het als een soort verzekering. Zij willen hun neoliberale roofpolitiek voortzetten en ze weten dat dit opnieuw tot problemen zal leiden in de Europese periferie. Door de monetaire unie te splitsen, hoeven landen in het Noorden dan niet meer garant te staan voor de schulden.

Dat de SP-top deze politiek wil steunen is een schandaal. Internationale solidariteit begint bij de erkenning dat de ellende onder werkenden van het ene land niet losstaat van die in het andere en dat solidariteit niet zomaar een nobel streven, maar een strategische noodzaak is. In 2011 organiseerde de SP geen solidariteit met de Grieken, inmiddels ziet zij het kapitaal als bondgenoot.