Socialisten Egypte: ‘Soms met de islamisten, nooit met de staat’

Op 23 en 24 mei gingen Egyptenaren naar de stembus voor de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Deze werden gepresenteerd als slotakkoord van een democratische transitie sinds de val van Mubarak. In werkelijkheid misbruikt het militaire bewind de verkiezingen om de revolutionaire geest weer in de fles te krijgen. Dit voedt echter een nieuwe radicalisering, ook onder de aanhang van de Moslimbroeders en salafistische groepen.
7 juni 2012

Door Dirk Wanrooij, vanuit Caïro

De verkiezingen van mei hebben vooral laten zien hoe het Egyptische leger de regie in handen probeert te houden. Zo is de Opperste Kiesraad voor de Presidentsverkiezingen door de militairen gebombardeerd tot hoogste rechtsprekende macht in het land. Beslissingen van de raad kunnen niet worden aangevochten. Daarnaast is er van een nieuwe, permanente grondwet nog geen sprake, en dus tasten ook de presidentskandidaten zelf in het duister over hun toekomstige bevoegdheden.

Het is te verwachten dat het leger via de grondwet zal proberen vat te houden op het regeringsbeleid wanneer een kandidaat wint die de generaals niet gunstig gezind is. Maar de kans dat dit gebeurt is uiterst klein. De eerste resultaten van de meiverkiezingen hebben Mohamed Morsi, de leider van de Moslimbroederschap en Ahmed Shafiq, ex-premier onder Mubarak en dé kandidaat van het leger, aangewezen als winnaars.

Ogenschijnlijk heeft de revolutionaire stem het afgelegd tegen de propaganda van het oude regime en de organisatiekracht van de Moslimbroeders. Voor rechtse opiniemakers een aanwijzing dat de revolutie is doodgebloed. Toch is dat niet het hele verhaal.

De opkomst in de eerste ronde was slechts 43 procent. De meerderheid van de Egyptenaren vond het blijkbaar niet de moeite waard en vertrouwde het door de militairen geleide schouwspel niet. Shafiq, de man van het leger, kreeg bovendien slechts 24 procent van de stemmen. De uitslag is dus boven alles een afwijzing van het leger.

Daarnaast is de terugval van de Moslimbroederschap opmerkelijk. Tijdens de parlementsverkiezingen eind vorig jaar wist de beweging meer dan 37 procent binnen te slepen. Deze keer betrof het nauwelijks een kwart van de stemmen, een duidelijke afstraffing voor haar opportunistische houding in de afgelopen maanden.

Meer dan een indicatie is het echter niet. Revolutionair socialist Tareq Shalabi legt uit: ‘Het leger heeft de touwtjes van het electorale proces stevig in handen en zijn wil is uiteindelijk wet. Dus de verkiezingen doen er niet toe. Maar ze zijn wel om een andere reden belangrijk. Een groot deel van de arbeidersklasse hoopt en rekent op resultaten. Net als tijdens de parlementsverkiezingen zien we een afname in het aantal stakingen en protesten, tijdens en waarschijnlijk in de weken na de verkiezingen.

‘Wij zullen ons echter moeten blijven richten op de onafhankelijke vakbonden, op de studentenorganisaties en de eisen van de revolutie. En we moeten rekenen in jaren, niet in maanden. Tot nog toe wordt het revolutionaire proces gekenmerkt door golven van strijd waarvan er zeker nog vele zullen volgen. De strijd is nog lang niet gestreden.’

Uitsluiting

De laatste golf van strijd vond plaats begin mei. Gestuntel in het politieke proces en een uitsluiting van de populaire salafistische presidentskandidaat Hazem Salah Abu Ismail leidde tot een dagenlange bezetting van het Tahrirplein.

De islamisten hoopten druk uit te oefenen op de militaire machthebbers door de bezetting van het plein nieuw leven in te blazen. Maar de generaals hebben geleerd uit het verleden, en pogingen om het Tahrirplein schoon te vegen worden niet meer ondernomen. Het plein is een heroverd stuk openbare ruimte, permanent bewoond door een handjevol betogers, informele handelaren en gewonden van de revolutie. Symbolisch voor de geleverde strijd, maar nauwelijks meer effectief.

Het protest begon als een aangelegenheid voor louter islamisten. Dit veranderde echter toen de betogers zich expliciet keerden tegen het militaire bewind en zich verplaatsten naar het ministerie van Defensie, hoofdkwartier van de zittende macht, gelegen in het hart van de contrarevolutie, het Abbasiya-plein.

Ongebonden revolutionairen, familieleden van de martelaren, de Revolutionair Socialisten en de 6-aprilbeweging sloten zich aan. Een massaprotest met tienduizenden deelnemers was het gevolg.

In de media werden de protesten afgedaan als radicaal-islamitisch en gewelddadig, terwijl knokploegen op de betogers werden afgestuurd, gevolgd door aanvallen van veiligheidstroepen en de militairen zelf. Bij de daaropvolgende rellen vielen tenminste elf doden en werden honderden gearresteerd, gemarteld en onderworpen aan militaire tribunalen.

Deze zoveelste golf van strijd is veelzeggend. Ten eerste bewijst het eens te meer de vastberadenheid van het leger om de revolutie de nek om te draaien, desnoods met bruut geweld. De generaals zoeken nog altijd naar manieren om de revolutionaire geest terug de fles in te krijgen, en zullen geen mogelijkheid onbenut laten.

Daarnaast blijkt dat de revolutie nog altijd leeft en een klein voorval duizenden in beweging kan brengen. Bovendien, en dat is wellicht het belangrijkste, bleek wederom dat verschillende delen van de bevolking vatbaar zijn voor politieke radicalisering.

Het leger dacht de salafisten simpel buitenspel te kunnen zetten maar werd getrakteerd op een strijdbaar antwoord. Hazem Salah Abu Ismail, de presidentskandidaat om wie de protesten aanvankelijk begonnen, was er als de kippen bij om zich te distantiëren van de gebeurtenissen – maar zijn aanhangers trokken ten strijde.

Dit bleek een belangrijke ervaring voor de salafistische betogers. In de woorden van revolutionaire activist en blogger Hossam el-Hamalawy hebben de gebeurtenissen in Abbasiya geleid tot een radicalisering en politisering onder delen van de islamistische beweging.

Velen van hen zijn vatbaar voor de ideeën van de revolutie, en zijn nu voor het eerst meegezogen in een directe confrontatie met het leger. Op zijn blog schrijft Hossam: ‘De islamisten vormen geen homogene eenheid. We hebben het over miljoenen Egyptenaren van verschillende achtergronden en uit verschillende provincies die betrokken zijn bij de Moslimbroederschap en de verschillende salafistische groeperingen.

‘Daarom moeten wij altijd wijzen op de hypocrisie en de contrarevolutionaire intenties van de top van deze organisaties. Maar we moeten ook contacten leggen met de jeugd en de andere leden die oprecht behoren tot het revolutionaire kamp. We kunnen hen winnen voor socialistische ideeën. Dat gebeurde onder andere in Abbasiya. Als socialisten zeggen we daarom: soms met de islamisten, nooit met de staat.’

Obstakels

Ook op andere vlakken is de revolutie nog altijd merkbaar. De onafhankelijke vakbonden die Shalabi noemt zijn een groeiend fenomeen, maar de obstakels zijn talrijk. Sinds de val van Mubarak wordt er een heuse hetze gevoerd tegen stakers en hun ‘destructieve eisen’. Een gevolg hiervan is dat arbeiders huiverig zijn om stakingen te verbinden aan politieke eisen of met de revolutie an sich.

Dat de nieuwe vakbonden nog heel wat te winnen hebben, ook in de sectoren waar ze al wél actief zijn, bleek op 11 februari. De Egyptische Federatie voor Onafhankelijke Vakbonden, steunde de oproep tot een algemene staking, maar de opkomst was teleurstellend. De bonden hebben blijkbaar nog te weinig wortel geschoten op de werkvloer.

Daarnaast moeten de nieuwe vakbonden vechten voor wettelijke erkenning en concurreren met de bestaande, door de staat geleide vakbondsstructuren. Dit kan tot bloedige confrontaties leiden. Zo werden stakende buschauffeurs, gelieerd aan de kort daarvoor opgerichte onafhankelijke Transportmedewerkersvakbond, op 29 februari aangevallen door gewapende leden van de door de staat gecontroleerde Nationale Transport-unie.

Desondanks lijkt het er niet op dat de stakingsgolf snel tot een einde zal komen. De militaire interim-regering diende in januari een verzoek in bij het IMF voor een lening van 3,2 miljard euro. Daarnaast liggen er plannen op tafel om in zee te gaan met de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

In beide gevallen wordt financiële steun geboden in ruil voor ‘structurele aanpassingen’, wat in Egypte neerkomt op meer van hetzelfde – een streng dieet van deregulering en privatiseringen.

Genoemde tegenstellingen zullen de toekomst van Egypte bepalen. Enerzijds een revolutionaire beweging die valt, opstaat en groeiende delen van de samenleving blijvend beïnvloedt. Anderzijds een vastbesloten en gewelddadige contrarevolutie in de vorm van de staat die zich met verkiezingen opnieuw probeert te legitimeren, en een economische orde die doet alsof er niets is veranderd.

Eén ding is zeker. De presidentsverkiezingen zullen niet het slotakkoord betekenen van de Egyptische revolutie, eerder een vals intermezzo.

__________________________________________________________________________________________________________________

Dirk Wanrooij studeerde Arabisch en geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Nadat hij in 2011 de Egyptische revolutie van dichtbij had meegemaakt schreef hij zijn eind-scriptie The Egyptian Revolution, as seen through the eyes of the informal urban poor. A view from the streets of Imbaba, over de revolutie in een van de sloppenwijken van Caïro. In die stad woont en werkt hij nu al bijna drie jaar als freelance journalist voor onder meer de GPD-dagbladen, De Groene Amsterdammer én De Socialist. Hij is te volgen via twitter: @dirkwanrooij

__________________________________________________________________________________________________________________

Noot van de redactie: Dit artikel kwam tot stand voor de veroordeling van Mubarak tot levenslang, en de vrijspraak van andere medeplichtigen aan zijn regime, zowel als zijn zoons, wat beide tot grote volkswoede leidde. Deze week zijn zowel het kantoor van presidentskandidaat van het leger Shafiq tot twee maal toe bestormd, als demonstraties gehouden met leuzen als ‘Het volk wil Mubarak executeren’.

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.