Slachtoffer geweld neemt stelling tegen racisme

Op 1 augustus werd Ruben (27) door acht leden van een bende en hun twee honden aangevallen in tram 3, tijdens de laatste avondrit in Amsterdam. De jongens schopten Ruben meerdere malen en staken hem met een mes tot hij het bewustzijn verloor. Dit gebeurde nadat hij één van de jongeren aansprak omdat hij herhaaldelijk op de grond spuugde in de tram. Donya Alinejad sprak met Ruben over zijn ervaring en de racistische reacties die erop volgden.
28 september 2010

Ruben zegt dat hij geluk heeft gehad en dat zijn herstel relatief voorspoedig verloopt, maar hij stoort zich aan de racistische reacties op zijn verhaal in de hierop volgende weken. De media-aandacht was weinig constructief, zo vertelt Ruben aan de Socialist.

‘Ze hebben er veel dingen uitgeknipt waarvan ik niet wilde dat ze eruit geknipt werden. Ik zei bijvoorbeeld aan het eind van een interview met AT5 dat het niet uitmaakte wie me dit heeft aangedaan, want een slecht iemand is een slecht iemand, of hij nu zwart, wit of geel is. Ik heb dat uitdrukkelijk gezegd omdat ik wist wat er zou gebeuren.’

‘Ik wist dat mensen met de vinger zouden wijzen naar een bepaalde cultuur zodra ze hoorden waar ze vandaan kwamen. En daar ben ik heel erg tegen. Ik heb vrienden uit alle werelddelen. En het is een kwestie geworden omdat mensen me steeds vragen: “Wat waren het voor mensen? Marokkanen, zwarten?” Maar wat maakt dat nou uit? Het had ook een stel Nederlandse Ajax-hooligans kunnen zijn, dat is niet van belang. Daarom was ik teleurgesteld dat ze dat eruit hadden geknipt.’

Gezichten

Al snel na het incident liet de politie een video uitzenden van de gezichten van de aanvallers. De groep werd omschreven als van het negroïde ras, met rastahaar, hiphopkleding en schoudertassen. Ruben vindt deze beschrijving belachelijk, zegt hij bij een kopje koffie. Wat hij wel serieus neemt zijn de reacties van de PVV en racisten op zijn verhaal, waarin werd opgeroepen om mensen uit Nederland te deporteren en ‘terug naar hun land’ te sturen. ‘Daar werd ik somber en nerveus van’, zegt hij.

Sommige racisten probeerde hem zelfs eer te bewijzen door te zeggen dat hij een onderscheiding verdiende voor zijn optreden. Ze wisten duidelijk niet dat Ruben van Joodse afkomst is. Ruben zelf noemt het incident gewoon ‘een nare situatie die niet op geweld had moeten uitlopen.’

Diversiteit

Rubens familie woont al generaties lang in Amsterdam. Zijn visie op culturele diversiteit in de stad is niet veranderd door wat hij heeft meegemaakt.

Met wrange humor zegt hij dat de kracht van zijn grootmoeder, die de Tweede Wereldoorlog overleefde en in het verzet zat, misschien de bron is van zijn grote overlevingsdrang. Of misschien werd hij die nacht geholpen door het potige postuur dat hij erfde van zijn grootvader, een handarbeider wiens lichaamsbouw is vereeuwigd in het bekende standbeeld dat herinnert aan de Februaristaking.

De gevestigde media hebben Ruben een held genoemd omdat hij de confrontatie aanging met asociale lastpakken. Maar nog moediger is misschien wel dat hij stelling neemt tegen racisme in plaats van mee te huilen met de wolven in het bos.