Seksueel misbruik in de kerk en klassenjustitie

Het rapport van de commissie-Deetman over seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk, dat vorig jaar verscheen, heeft een lange staart gekregen. Nieuw onderzoek over de rol van het Openbaar Ministerie (OM) en de rechterlijke macht heeft klassenjustitie en doofpotpraktijken blootgelegd.
8 oktober 2013

Door Jan Verhaegh

Het rapport-Deetman was al schokkend. Tussen de 10.000 en 20.000 kinderen waren van 1945 tot 2010 slachtoffer van seksueel misbruik door rooms-katholieke geestelijken.Van de 13.500 priesters en 40.000 broeders hebben zich ongeveer duizend schuldig gemaakt aan seksueel misbruik. Van de katholieke Nederlanders van veertig jaar en ouder heeft een op de honderd tot een op de driehonderd ongewenste seksuele ervaring voor het 18de jaar door een pleger werkzaam binnen de katholieke kerk.

Dit riep de vraag op naar de rol van OM en rechters. Op 10 september 2013 verscheen hierover een rapport.van een onderzoekscommissie die geleid werd door voormalig rijksarchivaris Maarten van Boven en Freek Koster, voormalig vicepresident van de Hoge Raad. Koster zei in Nieuwsuur dat ‘in de 110 zaken die bij hen terechtgekomen zijn het OM en de rechterlijke macht goed gehandeld hebben.’

Klassenjustitie

Maar ook sprak hij letterlijk van klassenjustitie, na de zaken te hebben vergeleken met een steekproef van 5000 andere gevallen van misbruik. ‘Wij vonden, dat geestelijken twee maal zo vaak hun zaak geseponeerd kregen dan het gros van de andere verdachten en… drie maal zo vaak een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kregen.’

Hij stelde verder dat dat niet iets exclusiefs was voor geestelijken: ‘Die mildere behandeling bleek als we de cijfers naast elkaar zetten ook ten deel te vallen aan het milieu waaruit die geestelijken afkomstig waren, de hogere sociaal-economische milieus. Dan moet u denken aan burgemeesters, advocaten, leraren, hogere ambtenaren, kortom de notabelen van het dorp. Deze rechtsongelijkheid heeft te maken met klasse.’

Kerkelijke instanties hebben nooit aangifte gedaan van misbruik. Van alle zaken zijn er slechts 110 bij het OM terechtgekomen, en altijd door toedoen van het slachtoffer en/of de naast betrokkenen. De kerk zelf heeft altijd geprobeerd om de zaak zelf af te handelen, achter gesloten deuren. Het rapport concludeert dat er ‘tussen de kerk en het OM een goed overleg bestond wanneer een geestelijke verdacht werd van seksueel misbruik van minderjarigen. De kerk probeerde de zaak zoveel mogelijk buiten de publiciteit te houden vanwege de mogelijke reputatieschade voor de kerk (en de geestelijke buiten de gevangenis door plaatsing in een klooster).’

Het OM stelde wel eisen zodat de kerk recidive door verdachten zou voorkomen. Maar het heeft op deze manier ook toegestaan dat de kerk een aparte wereld was met eigen rechtsorde. Het heeft de kerk nooit op haar stilzwijgen aangesproken, en daarmee is de staat medeverantwoordelijk voor de doofpot die hier is ontstaan.

Het rapport van Van Boven en Koster geeft een zeldzaam inkijkje in hoe de ‘rechtsorde’ werkelijk werkt.

Zie hier het interview met Freek Koster bij Nieuwsuur.