Seattle 1999: het begin van een mondiale beweging

Vandaag tien jaar geleden werd als een donderslag bij heldere hemel een congres van de Wereldhandelsorganisatie in Seattle door massaprotesten stilgelegd. Vakbonden, milieuactivisten en andere activistenorganisaties sloten de handen ineen om de schadelijke gevolgen van de vrije markt te ontmaskeren. Dankzij interne spanningen en de demonstraties op straat mislukte het congres. Dit was de geboorte van wat bekend werd als de anti-globaliserings of anti-kapitalistische beweging – tegenwoordig beter bekend als de andersglobaliseringsbeweging.
30 november 2009

1109wto1

Door Alex Callinicos

Seattle kwam natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Het instorten van de stalinistische regimes aan het eind van de jaren tachtig was het startschot voor het wereldwijde invoeren van meedogenloze neoliberale ‘hervormingen’ op economische en sociaal gebied. Maar dit leidde ook tot verzet, met als belangrijkste voorbeelden de opstand van de Zapatistas in het Mexicaanse Chiapas in 1994 en de stakingen in de Franse publieke sector in 1995.

In de tussentijd ontwikkelde zich een intellectuele kritiek op het neoliberale kapitalisme dat een massapubliek wist te bereiken. Twee invloedrijke boeken verschenen in 2000: Naomi Kleins No Logo en Empire van Hardt en Negri. Het Franse maandblad Le Monde Diplomatique, dat in meerdere talen verscheen, was een belangrijk platform voor deze kritiek.

Op twee manieren was Seattle doorslaggevend in het bijeenbrengen van het versnipperde protest. Ten eerste, doordat de protesten simpelweg plaatsvonden, neutraliseerden zij de wanhoop die kenmerkend was voor links vanaf 1989. De protesten toonden aan dat verzet tegen het neoliberalisme mogelijk was. Ten tweede, door een scala aan verschillende stromingen te bundelen, vertegenwoordigden de protesten een moment van politieke verbreding.

Het systeem als geheel was nu het doelwit en niet meer een specifieke wetgeving of onrechtmatige situatie. Vanaf Seattle kwam de mobilisatie voor neoliberale bijeenkomsten in een stroomversnelling, met als hoogtepunt de G8-top in Genua in 2001. Meer dan 300,000 mensen gingen de straat op nadat de politiemacht van Silvio Berlusconi de jonge demonstrant Carlo Giuliani had doodgeschoten. De aanvallen van 11 september 2001 brachten deze mobilisaties tot een halt in de VS, een klap die de beweging nooit te boven is gekomen.

Netwerken

Maar in Europa en Latijns Amerika nam de beweging in omvang toe. Het Wereld Sociaal Forum (WSF), waarvan de eerste drie bijeenkosten werden gehouden in Porto Allegre, Brazilie tussen 2001 en 2003, fungeerde als een gigantisch anti-kapitalistische universiteit en parlement. Dezelfde netwerken die aan de basis stonden van de protesten in Genua, organiseerden de eerste anti-oorlogsdemonstraties in 2001. De Stop the War-coalitie in Engeland vertegenwoordigde een nieuwe stijl van campagne voeren, doordrenkt met het radicale elan van de anti-kapitalistische beweging.

Het eerste Europese Sociale Forum (ESF) in Florence in 2002 voerde deze spanning op en riep op tot een internationale protestdag op 15 februari 2003 tegen de aanstaande invasie van Irak. Deze protesten, en de anti-oorlogsdemonstraties die plaats vonden na het uitbreken van de oorlog in maart 2003, representeerde een mijlpaal in de geschiedenis van massabewegingen. Volgens wetenschappelijk onderzoek namen wereldwijd bijna 36 miljoen mensen deel aan 3000 demonstraties tegen de Irak-oorlog tussen 3 januari en 12 april 2003. Maar 15 februari vertegenwoordigde tegelijkertijd het hoogtepunt van de andersglobaliserings-beweging.

De radicaliserende invloed van deze protesten duurde nog enige tijd voort. Het WSF in Mumbai, India in januari 2004 was een enorm anti-imperialistisch festival. Attac, een groepering die zich richt tegen financieele speculatie, speelde een belangrijke rol in de succesvolle Franse coalitie tegen de Europese Grondwet in 2005. Maar na deze belangrijke overwinning ging de beweging zienderogen achteruit. De fundamentele oorzaak hiervoor was politiek van aard: de verschillende namen die de beweging had, waren een weerspiegeling van politieke onduidelijkheid. De beweging was tegen het systeem, maar tegen welk systeem?

Kapitalisme als geheel of alleen de neoliberale versie van het kapitalisme? De logica van Attac, dat vocht voor een belasting op internationale financiele transacties, was gericht op een meer gereguleerde vorm van kapitalisme. Deze belasting wordt tegenwoordig ondersteund door verschillende delen van het establishment. Hierdoor ontwikkelden zich binnen de beweging verschillende politieke stromingen: reformistische tendensen zoals Attac, de zogenaamde autonomisten die zich steeds meer richtten op het creëren van plekken voor een vrije levensstijl zonder het systeem omver te hoeven werpen, en een kleine maar actieve en invloedrijke minderheid van revolutionaire socialisten.

Het aanpakken van deze problemen werd bemoeilijkt door de volharding van de WSF om politieke partijen buiten te sluiten. In de praktijk was deze volharding vrij hypocriet, aangezien bijvoorbeeld de grootste politiek partij in Brazilië een belangrijke rol speelde tijdens de bijeenkomsten in Porto Allegre. De werkelijke afhankelijkheid van de beweging op politieke partijen werd op negatieve wijze duidelijk in Italië, het land waar het radicaliseringsproces het verst gevorderd was.


Desoriëntatie

Rifondazione Comunista, dat politiek gezien een dominante rol had gespeeld tijdens het ESF in Florence, schoof enorm op naar rechts, en maakte uiteindelijk deel uit van een centrum-linkse regering die Italiaanse troepen naar Afghanistan stuurde. Dit sloeg tijdelijk een gat in de Italiaanse anti-oorlogsbeweging en had een demoraliserend en desoriënterend effect door heel Europa. Het ESF werd een bureaucratische nachtmerrie.

Het WSF bleef levensvatbaar, afhankelijk van de locatie van de bijeenkomsten. Desalniettemin, als een mondiale macht, is het WSF geen schaduw meer van wat het vijf jaar geleden was. Het is bittere ironie dat dit gebeurde net voor het begin van de ergste crisis van het kapitalisme sinds de jaren dertig. Maar de beweging heeft een krachtige erfenis achtergelaten in de vorm van de voortschrijdende ideologische radicalisering tegen kapitalisme, imperialisme en oorlog. Daarnaast blijven de herinneringen aan hoe in Seattle, Genua, en Mumbai het systeem op mondiaal niveau bevochten kon worden. Nieuwe strijd zal dit anti-kapitalistische sentiment verder aanwakkeren.

Dit artikel is een vertaling van The 1999 Seattle protests gave birth to a global movement. Vertaling door webredactie socialisme.nu. Lees ook The battle of Seattle en Voices from the Seattle protests