Schuldig aan racisme

Vandaag begint het proces tegen Geert Wilders wegens discriminatie en aanzet tot haat. Wat ons betreft is hij guilty as charged, maar voor dat oordeel hebben we geen rechter nodig.
20 januari 2010


Door Peyman Jafari

In de rechtszaak wordt Wilders ten laste gelegd: groepsbelediging, discriminatie en aanzetten tot haat tegen moslims op basis van hun religie. Recentelijk is aan dit lijstje toegevoegd discriminatie van ‘niet-westerse allochtonen en/of Marokkanen.’ Dit is niet alleen terecht, maar raakt zelfs de kern van de zaak. Voor Wilders zijn ‘moslims’, ‘niet-westerse allochtonen’ en ‘Marokkanen’ inwisselbare aanduidingen voor een groep mensen die vernederd, gediscrimineerd en uitgesloten dient te worden.

Wilders zelf denkt daar natuurlijk anders over. Zijn uitspraken zouden niets met
discriminatie en racisme te maken, maar alles met religiekritiek. Zijn
verweer is: ‘Ik heb niets tegen groepen mensen en ik heb ook niets tegen
moslims.’ Zijn uitspraken laten zien dat hij simpelweg liegt.

Neem het volgende citaat uit een interview met de Volkskrant (7 oktober
2006). ‘Vraag: Wat is het eerste dat u verandert als u het morgen voor het
zeggen krijgt in Nederland? Antwoord: De grenzen gaan nog diezelfde dag
dicht voor alle niet westerse allochtonen. Vraag: Wat schieten we daar mee
op? Antwoord: De demografische samenstelling van de bevolking is het
grootste probleem van Nederland. Ik heb het over wat er naar Nederland komt
en wat zich hier voortplant.’

Met veel meer van dit soort uitspraken heeft Wilders laten zien dat het hem niet om nieuwe religiekritiek gaat maar
om ouderwets racisme in een nieuw jasje. De ‘buitenlander’ van de Centrum
Democraten is ingeruild voor de ‘moslims’ van de PVV, maar de gevolgen
blijven even walgelijk: discriminatie van een hele groep mensen op basis van
kenmerken die er niet toe doen.

Zelfs als Wilders’ uitspraken niet racistisch zouden zijn, is het duidelijk
dat ze moslims tot tweederangsburgers maken en uitsluiten. Wilders behandelt
moslims niet op basis van wat ze doen, maar op basis van wat ze geloven. In
een artikel in de Volkskrant (7 augustus 2007) zei hij: ‘Ik heb genoeg van
de islam in Nederland: geen moslimimmigrant er meer bij. Ik heb genoeg van
de aanbidding van Allah en Mohammed in Nederland: geen moskee er meer bij.
Ik heb genoeg van de Koran in Nederland: verbied dat fascistische boek.’

Wie de uitspraken van Wilders naast elkaar legt, kan maar tot één conclusie
komen. Hij is bezig om een hele groep stelselmatig te ontmenselijken.
Moslims zouden gedreven worden door een tot op het bot kwade ideologie die
ze tot onvermijdelijk tot geweld, criminaliteit en terrorisme aanzet.
Volgens Wilders ‘bestaat een gematigde islam niet. Het bestaat niet, omdat
er geen onderscheid is tussen Goede islam en Slechte islam. Er is islam, en
daar houdt het mee op.’

Rechtszaak of politieke strijd?

Wilders zelf noemt de rechtszaak tegen hem een ‘politiek proces.’ Het enige
politieke is echter dat het OM lange tijd weigerde om Wilders te vervolgen
en de tientallen aanklachten tegen hem negeerde tot het hof in Amsterdam
precies een jaar geleden hiertoe de opdracht gaf. Dat het OM nog steeds de
vervolging van Wilders niet serieus neemt, bleekt toen gisteren een
woordvoerder op het journaal meldde dat het OM voor vrijspraak zou kunnen
pleiten. Bovendien heeft het OM geweigerd om nieuwe uitspraken van Wilders,
zoals zijn pleidooi om ‘tientallen miljoenen’ Europese moslims uit te zetten
en een ‘kopvoddentax’ in te voeren, in de aanklacht mee te nemen.

Ook veel
opiniemakers en politici, met Mark Rutte (VVD) voorop, hebben zich tegen de
rechtszaak gekeerd. De rechtspraak wordt geïntimideerd en gegijzeld door
politici die het benoemen van discriminatie en racisme tot een taboe hebben
gemaakt.

Een veroordeling van Wilders zou dat taboe niet alleen doorbreken, maar ook
bevestigen dat moslims gelijke rechten hebben. Maar het feit dat er
überhaupt een rechtszaak is gekomen, laat het dieptepunt zien waarop de
strijd tegen discriminatie en racisme in Nederland is aanbeland. Want het
oordeel bij een burgerlijke rechter neerleggen is natuurlijk een
zwaktebod. Als er in de politiek, de media, en op straat een sterk
tegengeluid tegen het racisme van Wilders bestond, was er geen rechtszaak
gekomen. Dan was hij door de maatschappij veroordeeld. Nu wordt het een media-circus waarbij Wilders uit elke uitspraak politiek gewin zal halen.

Linkse partijen als de SP en GroenLinks moeten zich daarom schamen dat het
Pechtold (D66) is die in de Tweede Kamer Wilders weerwoord geeft en zijn
racisme veroordeelt.’

Terecht heeft Agnes Kant (SP) gereageerd dat ze het met Wilders liever uitvecht in de
Tweede Kamer dan dat hij zich voor de rechter moet verdedigen. Maar precies
dat heeft ze nagelaten te doen. Nog belangrijker, juist buiten het parlement
moet er een maatschappelijke beweging worden opgebouwd die moslims en
niet-moslims, allochtonen en autochtonen samenbrengt en de onderlinge
solidariteit vergroot. Dat is de uitdaging die links voor zich heeft,
ongeacht de uitkomst van de rechtszaak.


Lees ook:

Gegijzeld door de vrije meningsuiting?
Racisme zonder ras
100 haatcitaten van Wilders

De omstreden uitspraken van Wilders op een rijtje: