Schrikbarende stijging aantal jongeren in nood

Instellingen binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) kunnen de stroom van patiënten tijdens de coronacrisis niet aan. Vooral jongeren kampen met ernstige problemen zoals suïcidaliteit en hebben acute hulp nodig. Ggz-instellingen verwachten een enorme gezondheidscrisis.
29 januari 2021

Eind december berichtten ggz-instellingen dat er in het gehele land een stijging van 30 tot wel 60 procent is van aanmeldingen bij de crisisdiensten, voornamelijk binnen de jeugdpsychiatrie. In sommige gevallen was er zelfs sprake van een verdrievoudiging. Dit bleek nog vóór de lockdown van 15 december uit metingen bij de twintig grootste ggz-instellingen. Het is dus aannemelijk dat deze cijfers nog verder zullen stijgen.

Het gestegen aantal aanmeldingen van jongeren die acute zorg nodig hebben, bijvoorbeeld door suïcidaliteit, ernstige eetstoornissen of depressie, is schrikbarend. Hulpverleners binnen andere afdelingen dan de crisiszorg hebben moeten bijspringen. Volgens de Nederlandse ggz zijn er meldingen dat instellingen jongeren op volwassen bedden plaatsen.

Reguliere zorg ook onder druk

Dit zorgt ook voor meer druk binnen de reguliere ggz, die daardoor nog verder moet worden afgeschaald, terwijl zoveel behandelingen al niet kunnen doorgaan door de pandemie. ‘De rek is uit onze behandelcapaciteit’, stelt een woordvoerder van een ggz-instelling waar de aanmeldingen van jongeren voor crisiszorg met 50 procent toenam. Binnen de opname-afdelingen leidt dit nu tot onmenselijke selecties met betrekking tot wie er opgenomen kan worden en wie terug naar huis moet.

Maar ook dan blijven er op de high-care afdelingen bedden tekort. Dit houdt in dat jongeren met zeer ernstige klachten moeten wachten tot er weer plek is en naar huis worden gestuurd. Een Amsterdamse ggz-instelling maakte afgelopen jaar uit wanhoop zelf melding bij de inspectie, omdat de kwaliteit van zorg zodanig onder druk was komen te staan. Deze crisis zorgt ook voor een enorme druk op zorgpersoneel, die deze onmenselijke verantwoordelijkheid moeten nemen.

Wanneer een crisisbehandeling wel met succes kan worden afgerond, zou een patiënt verder in behandeling moeten blijven binnen de reguliere behandelingen of medium- care om zo de stabilisering te kunnen behouden. Maar die plekken zijn dan juist afgeschaald. Hierdoor worden patiënten langer binnen crisiszorg behandeld, waardoor de doorstroom zeer beperkt is.

Een bijkomende beperking bij het bieden van extra hulp aan jongeren zijn de eisen die gemeenten stellen aan instellingen die crisiszorg aanvragen. Instellingen melden dat de administratieve last die daarbij komt kijken tijdrovend en onduidelijk is en dat gemeenten hierin ondanks de coronacrisis geen flexibiliteit bieden.

Niet alleen door corona

De toenemende druk op al onstabiele (thuis)situaties die verder verslechteren door isolatie, sluiting van de scholen en de lockdown verergeren al bestaande problemen van jongeren. De druk op personeel en het personeelstekort hebben natuurlijk ook deels te maken met de pandemie en ziekmeldingen. Hoewel de pandemie mogelijk bijdraagt aan een snelle verergering van klachten bij jongeren, is de oorzaak vooral de al langdurende ontoegankelijkheid van de ggz in het algemeen, volgens een woordvoerder van de grote instelling Parnassia. Zo was het personeelsverloop binnen jeugdzorg in 2019 al 20 procent. De huidige crisissituatie is vooral een gevolg van te lange wachtlijsten en hoge werkdruk binnen de ggz- en jeugdpsychiatrie, waarover al jaren aan de bel wordt getrokken.

Gemeenten kampen al jarenlang met grote financiële tekorten voor jeugdhulpverlening sinds er in 2015 ruim 15 procent werd bezuinigd op jeugdzorgbudgetten. Dit gebeurde door middel van overheveling van de verantwoordelijkheid van het Rijk naar gemeenten. Het gebrek aan geld en kennis binnen gemeenten zorgden meteen voor een enorme druk op de zorg en het personeel.

In 2019 schreven de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en honderden zorgwethouders brandbrieven naar het Rijk waarin zij serieus overwogen om de taak ‘terug te geven aan het Rijk’ als er niet meer geld bijkwam. De Zorgwethouders schreven toen al: ‘wij willen ons inzetten voor kinderen en jongeren in onze steden en dorpen, maar we naderen de grens van het onmogelijke’. De wachtlijsten in de reguliere jeugd-ggz lopen ondertussen op tot enkele jaren!

Politiek sluit haar ogen

Gemeenten krijgen sinds 2019 wel extra geld voor jeugd-ggz. Maar de extra 300 miljoen per jaar voor komende jaren is schamel vergeleken bij het geld dat nodig is om de wachtlijsten terug te dringen en de gevolgen van jaren van bezuinigingen binnen de zorg te herstellen. Eind december 2020 maakte staatssecretaris Blokhuis bekend dat de budgetten voor jeugd-ggz met 1,6 tot 1,8 miljard euro overschreden zijn. In deze budgetten zijn de extra uitgaven die nu tijdens de coronacrisis nodig zijn nog niet eens meegenomen.

Voorzitter Jacobine Geel van de Nederlandse ggz stelt dat de knellende budgetplafonds in crisis- en noodsituaties moeten worden losgelaten, maar dat gemeenten dit niet toestaan. Geel: ‘We maken ons grote zorgen. Het gaat om buitengewoon kwetsbare kinderen. Zo moeten de administratieve vereisten van gemeenten voor opschalen van crisiszorg per direct van tafel. Budgetplafonds van gemeenten moeten opgeheven worden. Extra zorg die de jeugd-ggz nu inzet moet vergoed worden. Er is snelle actie nodig, praten over extra budget is niet genoeg.’

Op allerlei vlakken is er direct extra inzet nodig, naast de volledige financiering van de crisis-zorg en reguliere zorg. Er is extra inzet nodig van wijkteams, wijkcoaches en psychische ondersteuning vanuit scholen. Het opschalen van hulplijnen voor jongeren, bijvoorbeeld via chat of telefonische opties, moet per direct uitgevoerd kunnen worden. Dit had het kabinet allang ingecalculeerd moeten hebben, toen de scholen werden gesloten. Blokhuis stelt echter dat er pas stappen ondernomen kunnen worden in de nieuwe kabinetsperiode(!). Terecht stelt Geel dat kinderen in crisis en zorgprofessionals absoluut niet zo lang kunnen wachten.

De invoering van marktwerking in de geestelijke gezondheidszorg is een bewuste politieke keuze geweest en de gevolgen ervan worden door politici genegeerd. Kwetsbare jongeren betalen hiervoor letterlijk en figuurlijk de rekening – maar de kabinetten-Rutte zijn verantwoordelijk.