Schotland: voor onafhankelijkheid, tegen nationalisme

Over precies een week stemmen de Schotten over de onafhankelijkheid van Schotland. In de peilingen is het een nek-aan-nekrace. Veel voorstanders van onafhankelijkheid worden gedreven door hun afkeer van het beleid dat uit Londen komt. Maar is onafhankelijkheid ook een stap voorwaarts?
11 september 2014

Door Max van Lingen

De angst zit er in ieder geval goed in bij de Britse heersende klasse. De drie grote partijen in het Britse lagerhuis voeren gezamenlijk campagne tegen onafhankelijkheid. Gisteren smeekte de Britse premier David Cameron de Schotten zelfs om tegen te stemmen. Maar omdat geen van de grote Britse partijen erg populair is in Schotland, lijkt hun steun aan de Better Together-campagne eerder averechts te werken. Afgelopen week ging het Ja-kamp zelfs voor het eerst aan kop in de peilingen.

De Socialist Workers Party (SWP), de Britse zusterorganisatie van de Internationale Socialisten, voert campagne voor onafhankelijkheid. In het kader van deze campagne verscheen ook de brochure Scotland: YES to independence, NO to nationalism van Keir McKechnie. Hierin zet de SWP haar argumenten voor onafhankelijkheid op een rij.

De strijd voor onafhankelijkheid is altijd een lastige kwestie voor socialisten. Wanneer de staat een middel van de heersende klasse is om de rest van de bevolking eronder te houden, dan maakt het niet uit of die staat wordt aangestuurd vanuit Londen of Edinburgh. Tegelijkertijd hebben mensen het recht op zelfbeschikking. Doorgaans wordt dit dilemma opgelost doordat de strijd voor onafhankelijkheid een strijd is van een onderdrukte groep. Zoals bijvoorbeeld het geval was, en is, in de Ierse strijd voor onafhankelijkheid.

Unie

McKechnie zet duidelijk uiteen waarom dit niet het geval is in Schotland. De unie tussen Schotland en Engeland is vanaf het begin in 1707 een project van de heersende klasse van beide landen geweest. Aanvankelijk probeerde de Schotse heersende klasse om zelf een koloniaal rijk op te zetten. Toen duidelijk werd dat deze pogingen gedoemd waren te mislukken, besloten de Schotse kapitalisten om onderdeel te worden van het Engelse imperium.

In tegenstelling tot het beeld dat in bijvoorbeeld Braveheart wordt geschapen, is er geen sprake van een eeuwenlange onderdrukking van Schotland door Engeland. De Engelse heersende klasse zag de unie vooral als een mogelijkheid om haar eigen capaciteit om andere volken te onderdrukken uit te breiden. De Schotse socialist John MacClean schreef in 1920 in zijn brochure The Irish Tragedy: Scotland’s Disgrace: ‘Het lijkt erop dat de Schotten worden gebruikt om de Ieren te verpletteren’.

Een ander voorbeeld dat McKechnie aanhaalt is de onderdrukking van de highlanders. Hij wijst er op dat de culturele onderdrukking minstens even hard werd doorgevoerd door de Schotse autoriteiten als de Engelse. Het waren bovendien Schotse kapitalisten die vanaf 1815 de highlanders hun land ontnamen met behulp van Schotse politie- en legereenheden.

Volgens McKechnie kunnen ‘nationale onderdrukking en klasse-uitbuiting naast elkaar bestaan of juist tegenstrijdig zijn. In het geval van authentieke nationale onderdrukking hebben zowel de bazen als de arbeiders baat bij onafhankelijkheid, terwijl ze in andere klassekwesties in conflict zijn.’ De Britse unie is echter een gezamenlijk project waar zowel de Engelse als de Schotse heersende klasse baat bij heeft.

Dat dit nog steeds het geval is, blijkt uit de houding ten opzichte van het referendum. Volgens de Royal Bank of Scotland (RBS) heeft een stem voor onafhankelijkheid een ‘materiaal nadelige bijwerking’. Koningin Elizabeth noemde het vooruitzicht van een onafhankelijk Schotland zelfs ‘gruwelijk’.

Imperialisme

Opvallend was ook de interventie van de Amerikaanse president Barack Obama. Hij benadrukte dat ‘het Verenigd Koninkrijk een bijzondere partner is geweest voor ons. Het is voor ons natuurlijk van groot belang dat één van de belangrijkste bondgenoten die we ooit zullen hebben sterk, robuust, verenigd en een doelmatige partner blijft.’ Voor de SWP is dit juist één van de centrale argumenten om voor Schotse onafhankelijkheid te stemmen.

Daar waar de unie de slagkracht vergrootte van de Engelse en Schotse heersende klasse, betekent een einde aan de unie een verzwakking van de capaciteit om anderen aan zich te onderwerpen. ‘Onafhankelijkheid voor Schotland vermindert de Britse rol als de ondergeschikte partner van het Amerikaans imperialisme, waardoor beide kanten van de ‘speciale band’ verzwakt worden.’

Volgens McKechnie zou met name de verwijdering van de nucleaire Trident onderzeeërs uit Schotland een enorme slag betekenen voor de Britse positie als nucleaire grootmacht. Het opbreken van de Britse staat zou daarom een enorme stap voorwaarts zijn in de strijd tegen Amerikaans imperialisme.

SNP

Het is wat ongelukkig dat in de brochure de meeste argumenten om voor Schotse onafhankelijkheid te stemmen negatief geformuleerd zijn. Hierdoor lijkt het soms alsof het vooral argumenten zijn om geen nee te stemmen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de angst om teveel ilussies te scheppen in een onafhankelijk Schotland.

In een uitgebreide kritische analyse fileert McKechnie de Scottish National Party (SNP). De afgelopen jaren heeft de SNP Labour verdrongen als de dominante partij in Schotland. Als minister-president van Schotland is hij het gezicht geworden van de Ja-campagne. Over de koers van de SNP zei hij: ‘ons idee is onafhankelijkheid, onze politiek is sociaal-democratisch’.

McKechnie beargumenteert echter dat de linkse koers van de SNP vooral gebaseerd is op het strategische inzicht dat de partij alleen met een dergelijke koers in Schotland kan concurreren met Labour. Maar de afgelopen jaren is de SNP steeds minder goed in staat geweest haar linkse masker op te houden. In de aanloop naar het referendum stopt de partij steeds meer moeite in het temperen van de verwachtingen.

Onafhankelijkheid betekent voor hun niet langer een einde aan de monarchie of monetaire onafhankelijkheid van de Pond. De afgelopen jaren heeft de SNP als regeringspartij in Schotland al de verantwoordelijkheid genomen voor bezuinigingen. Deze gingen echter minder ver dan in Engeland – de SNP weigerde bijvoorbeeld de bezuinigingen op de National Health Service (NHS) door te voeren – en de partij kon met de beschuldigende vinger naar het Britse parlement wijzen.

Solidariteit

De onafhankelijkheid van Schotland betekent dat de tegenstelling tussen de linkse koers en de rechtse kern van de SNP op scherp komt te staan. Onafhankelijkheid op nationalistische gronden biedt geen perspectief op verandering. Sommige linkse mensen in Engeland en Schotland zijn daarom ook tegen onafhankelijkheid. Zij denken dat onafhankelijkheid een einde aan de solidariteit tussen Schotse en Engelse arbeiders betekent.

Maar McKechnie bestrijdt deze linkse versie van de nee-campagne. ‘De eenheid van de arbeidersklasse en eenheid van de staat zijn niet hetzelfde ding. De noodzaak voor Schotse arbeiders om zich te verenigen met hun broers en zussen in Engeland en Wales verdwijnt niet simpelweg omdat Schotland voor onafhankelijkheid stemt.’

Het opbreken van de Britse staat betekent een verzwakking van de heersende klasse aan beide kanten van de grens én aan beide kanten van de oceaan. Dit vergroot alleen maar de mogelijkheden van de arbeiders in Engeland, in Schotland en in de rest van de wereld om samen terug te vechten tegen uitbuiting en onderdrukking.

Dit is het uitgangspunt voor de steun van de SWP aan onafhankelijkheid van Schotland. De onafhankelijkheid van Schotland biedt bovendien openingen voor een discussie over hoe Schotland er uit zou moeten zien. In een dergelijke discussie is ruimte voor linkse ideeën. De Charter for Change aan het slot van de brochure biedt een handvat voor linkse activisten om niet alleen te pleiten voor onafhankelijkheid, maar ook voor een alternatieve visie op de inrichting van een onafhankelijk Schotland. Want als Schotland volgende week voor onafhankelijkheid stemt, dan begint de strijd om de toekomst van Schotland pas echt.