Schoonmakers, VU-personeel en studenten: de kracht van gezamenlijke strijd

De bezetting van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam vorige maand was niet zomaar een bezetting – het was een unieke kruisbestuiving. Maar dat is wat je krijgt als je enerzijds de energie combineert van de schoonmakers en hun langstlopende sectorbrede staking in de Nederlandse geschiedenis sinds 1933, met aan de andere kant de frustratie van VU-medewerkers en -studenten over de rampzalige neoliberale hervormingen die plaatsvinden op hun universiteit. Het resultaat: een nieuwe vorm van radicale actie die werkt. VU-medewerker en IS-activiste Donya Alinejad analyseert de bezetting van binnenuit.
3 april 2012

Twee dagen lang namen een paar duizend stakende schoonmakers en hun medebezetters de centrale hal over van het hoofdgebouw van de VU. Na aankomst op 5 maart werd de belangrijkste collegezaal bestormd, terwijl stakende schoonmakers en medebezetters – zoals mijn universitaire collega’s en ik – langs klaslokalen gingen om aan studenten het belang en de doelstellingen van de bezetting uit te leggen. De centrale ruimtes die we hadden bezet zouden snel de basis worden voor de vergaderingen van de schoonmakers, waarin zij gezamenlijk besluiten namen. Daarnaast vonden hier de talloze toespraken en activiteiten plaats in solidariteit met de strijd van de schoonmakers.

De activiteiten bestonden onder andere uit een lezing over de geschiedenis van de Nederlandse stakingsbeweging en films over bezettingen door arbeiders en schoonmakers in Groot-Brittannië en de VS. Er was zelfs een solidariteitsverklaring van de vertegenwoordiger van de Griekse schoonmakersvakbond uit Athene, live uitgezonden via Skype.

Medewerkers van het openbaar vervoer kwamen zich solidair verklaren met de staking van de schoonmakers – zelf waren ze gesteund door de schoonmakers bij hun eigen staking van vorig jaar – en, zeker niet onbelangrijk, we hoorden het verhaal van een leraar uit het middelbaar onderwijs.

Hij was een van de 50.000 docenten die – tegelijkertijd met de tweede dag van onze bezetting van de universiteit – staakten tegen bezuinigingen van 300 miljoen euro op onderwijs. Om dit een historisch moment te noemen, zou zeker geen overdrijving zijn.

Maar de dag was ook uniek op een andere manier. De kracht van de bezetting van de VU kwam voort uit de nauwe samenwerking tussen activistisch links, de organizers van de stakingscampagne van de schoonmakers, de vakbondsleden die werkzaam zijn op de universiteit en een aantal georganiseerde radicale studenten. Het was een natuurlijk gevormde coalitie, die de universiteit behandelde als de plek waar hun afzonderlijke strijd samenkwam. Ze hadden hetzelfde doel: laten zien hoe het universiteitsbestuur meewerkt met bezuinigingsplannen die zijn vermomd als hervormingen.


Banenverlies

Voor werknemers betekent dit dat er 35 procent minder geld is voor administratieve diensten, wat neerkomt op een verlies van 400 banen. Voor onderzoekers en docenten betekent het een groeiende werkdruk en een grotere nadruk op starre en meetbare resultaten. Voor studenten zijn het bezuinigingen op hun studiefinanciering en hoger collegegeld. Deze maatregelen verstevigen de actieve betrokkenheid van de VU bij de bezuinigingsplannen op het hoger onderwijs en, op nationaal niveau, haar rol in de vereniging van universiteiten (VSNU).

Dit waren de kwesties die naar voren kwamen bij de meeting annex manifestatie voor medewerkers van de universiteit, die de lokale vakbond in samenwerking met de bezetters had georganiseerd. De verschillende kwesties werden door de sprekers verbonden aan het bredere kader van de meedogenloze bezuinigingen van het kabinet. Het publiek van meer dan 200 mensen werd opgeroepen om in actie te komen, en met de bezetting op de achtergrond leek deze oproep extra gewicht te krijgen.

Uiteraard trok de bezetting ook de aandacht van de top van de universiteit, aangezien na slechts twee korte dagen de VU akkoord ging met de eis van de bezetters: ze zouden afstand nemen van de schoonmaakbedrijven die fervent weigerden om te onderhandelen over zelfs maar de meest basale eisen (zoals doorbetaald worden bij ziekte en een loonsverhoging van 50 cent per uur).

Daarnaast werd de VU gedwongen om de zes schoonmakers weer aan te nemen die waren ontslagen toen zij aan het staken waren. Duidelijk was dat we dit gewonnen hebben door actievoeren, en de echo’s van deze overwinning zullen ook andere moeilijk te organiseren werkplekken bereiken. Paradoxaal genoeg was het meest bemoedigende element van de actie een eis die niet volledig werd binnengehaald.

De laatste eis op de lijst was dat, gezien de privatisering van de catering op de universiteit, de medewerkers van de VU-kantine een baangarantie zouden krijgen. Ondanks het feit dat zij voor een ander bedrijf werken, lid zijn van een andere bond, en pas bij de acties betrokken raakten door de bezetting zelf, werd de universiteit voor het eerst gedwongen om te onderhandelen over hun eisen. Zelfs de gedeeltelijke betrokkenheid van deze medewerkers is een bewijs van het belang van het creëren van ruimte voor gezamenlijk verzet.

Daarnaast laat het zien hoe belangrijk het is om de mogelijkheden van een sectorbrede staking op vernieuwende manieren te verbreden. Door hun eigen eisen uit te breiden met de concrete eis voor het cateringspersoneel hebben de schoonmakers niet enkel symbolische steun verleend. Hiermee laten zij ons zien wat solidariteit in de praktijk betekent.


Grenzen vervagen

Voor een kort en helder moment, tegen de achtergrond van de feestelijkheden op de VU die avond en het licht van de eenheid die hier was opgebouwd, leken de grenzen die de vakbondsbureaucratie en de macht van het management hadden opgeworpen te vervagen en onbelangrijk te worden. Ik hoorde deelnemende activisten van Occupy Amsterdam zich voor het eerst realiseren wat het belang is van organisatie en van de middelen van de vakbond. Ik zag de strijdbare stemming van de sector-organizers overspringen op de lokale vakbondsvertegenwoordigers. Ik zag hoe de strijd van mensen in verschillende sectoren elkaar kan versterken.

Ineens ging de bezetting minder over loonconflicten, maar draaide het om het besef hoe krachtig gezamenlijke strijd kan zijn. Het was maar voor een kort moment, maar het was genoeg om te laten zien wat de mogelijkheden zijn. Op een bepaalde manier was dit precies het punt waarom het voor hoopvolle toeschouwers zoals ik erg moeilijk was om te accepteren dat de leiders van de vakbond besloten de overwinning te omarmen en de bezetting te beëindigen.

Het voelt als een nederlaag om te weten dat de universiteit nog steeds haar schoonmaakdiensten uitbesteedt aan de laagste bieder, en daarmee haar recht behoudt om tijdelijk mensen van een ander bedrijf in dienst te nemen die openlijk de staking van de schoonmakers breken.

Bovendien is er niets gedaan met de beschuldigingen van VU-schoonmakers dat zij geïntimideerd zijn vanwege hun staking. Ondanks deze en breder spelende problemen kan de universiteit schaamteloos haar imago overeind houden als een fatsoenlijke werkgever en als een zogenaamd geloofwaardig en vooruitdenkend sociaal instituut.

Hoewel de bezetting voorbij is, zien we dat sindsdien de discussies en ideeën op de universiteit opborrelen. De dappere actie van een vaak onzichtbaar deel van de samenleving – het schoonmaakpersoneel – heeft hier duidelijk blijvende gevolgen gehad.

Ik kan alleen maar hopen dat er op dit moment soortgelijke discussies plaatsvinden tussen al die mensen die dit moment mogelijk hebben gemaakt – niet alleen binnen de betrokken vakbonden en de activistische organisaties, maar ook tussen elementen van deze groepen.

Op deze manier kunnen we hopen voort te bouwen op dat ene moment, het moment waarin we allemaal een glimp konden opvangen van de kracht en de mogelijkheden van creatieve en nieuwe manieren om te vechten voor betere arbeidsomstandigheden, beter onderwijs, en een betere samenleving.

_______________________________________________________________________________

Staker Abdel: ‘Een samenwerking die ik nooit van mijn leven zal vergeten’

Abdel Kourtit is schoonmaker voor ISS bij de Belastingdienst en zit in het schoonmakersparlement van de Vakbond van Schoonmakers. Bij acties is hij vaak vooraan te vinden, zo ook bij de bezetting op de VU. Sjerp van Wouden sprak met hem.

Waarom staken de schoonmakers?

De schoonmakers staken voor een nieuwe cao. Het gaat niet alleen om geld, maar vooral om respect. We staken ook voor 50 cent per uur erbij en doorbetaling bij ziekte. De eerste twee dagen betalen we nu zelf. Respect betekent voor ons ook een lagere werkdruk. Die is door de aanbestedingen gigantisch omhoog gegaan de afgelopen tijd. Opdrachtgevers kijken alleen naar wie minder biedt, die nemen ze aan. Ze houden geen rekening met de schoonmakers.

Als er een nieuw schoonmaakbedrijf komt op een plek waar eerst dertig tot veertig schoonmakers werken, dan blijven er op een gegeven moment maar tien mensen over. Wij krijgen niet genoeg tijd om ons werk te doen. Een paar voorbeelden: zo wil ISS dat wij in 1 uur 3000 vierkante meter schoonmaken, stofzuigen, bureaus afnemen, telefoons afnemen, vensterbanken afnemen en prullenbakken legen. Je krijgt maar 90 seconden voor een toiletgroep met twee toiletten. Dat is onmogelijk, zelfs een robot kan dat niet. Als je er over gaat praten, dan word je geïntimideerd.

Hierdoor heb je geen tijd voor je gezin. Als je eenmaal thuis bent wil je alleen maar liggen, want je bent helemaal kapot. Je neemt je werk altijd mee naar huis in je hoofd en maakt je druk om wat de volgende dag komt. Psychisch ben je niet in orde, fysiek ben je ook niet in orde. Als je dan ziek wordt, geloven ze je niet. Je moet dan echt een heel traject bellen, weer bevestigen, en zo verder, voordat je naar de huisarts kan.

Later krijg je een belletje van kantoor: ‘Neem een paracetamol en kom alsnog werken’. Maar ik moest toch naar de huisarts, ik kan nu niet werken. ‘Als je niet komt wordt je salaris gestopt’. Ze hebben gewoon schijt aan jou, als schoonmaker.

Jullie zoeken als stakers specifieke opdrachtgevers op?

Dat klopt. Onlangs waren bij de Belastingdienst in Apeldoorn. Zij hebben nu toegezegd één keer per jaar in gesprek te gaan over hoe dingen beter kunnen. We krijgen een contactpersoon waar we met onze klachten terecht kunnen. Alle bedrijven zouden het voorbeeld moeten volgen van de Belastingdienst.

De VU is een heel grote opdrachtgever. Bij de VU wordt er ook flink bezuinigd, bijvoorbeeld bij de catering. Van zes schoonmakers op de VU waren de contracten niet verlengd omdat ze meededen aan de staking. Wat ook erg is: op hogescholen en universiteiten worden overal onderzoeken naar gedaan, maar nog nóóit naar de schoonmaker en zijn werk. Terwijl wij er toch ook bij horen.

Wat deden jullie op de VU?

De VU zei eerder al ‘Ja, wij steunen jullie, bla bla’, maar dat is niet genoeg. De VU heeft nu onder de druk van onze bezetting een brief gestuurd naar de OSB, de koepel van schoonmaakbedrijven. De contracten van die schoonmakers zijn wel verlengd, en de VU heeft toegezegd met de catering te gaan praten.

Hoe reageerden de mensen op de VU? Hoe was de samenwerking met de VU-medewerkers?

Ze zeiden dat we echt goed werk doen. Studenten en leraren hebben ons gesteund. Tijdens hun eigen werkonderbreking hebben de medewerkers ook gezegd ons te steunen. Dat was de samenwerking die ik nooit van mijn leven zal vergeten. Hoe blij wij waren met al die steun, dat kun je niet in woorden uitdrukken.

Tegelijk vond de lerarenstaking plaats. Maar de AOb wilde niet dat schoonmakers langs zouden komen in de Arena. Er waren wel een paar schoonmakers langsgegaan om te steunen.

Ik denk dat de bonden in de toekomst echt kunnen samenwerken en een landelijke staking organiseren. Niet meer van ‘dit is een leraar, dit is een schoonmaker’ – nee, samen optreden tegen dit kabinet. Want dit kabinet bezuinigt maar en ze maken alles kapot.

De Nieuwe Vakbeweging is nu in opkomst, maar ik vind dat ze het systeem van de schoonmakers moeten uitproberen. Dit is een heel goed systeem. Wij gaan altijd met mensen praten, waar de bond sterk is geworden gaan we actie voeren en gaan we problemen oplossen. We moeten strijden voor rechtvaardigheid, en wat niet goed is moeten wij kunnen bestrijden.

_______________________________________________________________________________

‘We zijn in één nacht van een onderhandelingsbond een actiebond geworden’

Dimitris Pav lopoulos is als docent en onderzoeker verbonden aan de Vrije Universiteit. Hij zit in het bestuur van de Abvakabo-VU bedrijfsledengroep en was betrokken bij de bezetting.

Wat speelt er op de VU?

De VU wil flink bezuinigen: 33 miljoen tot 2015. We weten niet precies wat achter de gesloten deuren gebeurt. Het bestuur wil niet onderhandelen met de medezeggenschap. Maar er is veel onrust en er zijn al ook een paar acties georganiseerd. In het begin van dit jaar heeft de Abvakabo een alternatieve opening van het academisch jaar georganiseerd. Omdat er weini

g concrete plannen zijn gepubliceerd qua bezuinigingen is sindsdien weinig gebeurd, maar in elk geval komen er meer acties in de komende periode.

Wat deed VU-personeel bij de bezetting?

We waren er vanaf het begin bij, omdat we dezelfde problemen hebben. De tweede dag organiseerden wij een vakbondsbijeenkomst, met 200 medewerkers, de meeste succesvolle vakbondsactie in jaren. Abvakabo VU is in één nacht van een onderhandelingsbond een actiebond geworden.

De band tussen medewerkers en schoonmakers is vooral versterkt toen de schoonmakers de bescherming van de positie van het cateringpersoneel als eis opnamen. Vanwege de bezuinigingen hangen hen ontslagen, loonmatiging en verslechtering van arbeidsvoorwaarden boven het hoofd.


Er werd ook een solidariteitsverklaring voorgelezen van Griekse schoonmakers?

Ja, het initiatief hiervoor was genomen door een grassroots-groep Grieken in Nederland, Reinform. In Griekenland worden schoonmakers behandeld als derderangsmedewerkers. We vertelden de Griekse vakbond van schoonmakers over de Nederlandse schoonmakersstaking en vroegen ze om een solidariteitsboodschap. Deze hebben we meerdere keren voorgelezen.

Maar de Griekse schoonmakers wilden zelf met de Nederlandse schoonmakers praten via Skype. Dit was een idee van de schoonmakers zelf! Ik vind zulke acties echt belangrijk voor de beweging.

Mensen in Nederland denken meestal dat Grieken lui zijn, niet werken en torenhoge salarissen krijgen. Mensen in Griekenland denken dat er geen crisis in Nederland is. Dit gesprek heeft mensen verbonden die met dezelfde eisen en tegen dezelfde problemen strijden. De Griekse schoonmaakster zei dat schoonmakers daar onzichtbaar zijn. Een van de belangrijkste eisen van de schoonmakers hier is: ‘Nooit meer onzichtbaar!’

Wat betekent dit voor komende strijd?

De houding van de Abvakabo-VU tijdens de bezetting heeft nieuwe mogelijkheden geopend. De bezuinigingen gaan niet verlopen zonder reactie en georganiseerde strijd van het personeel. We moeten leren onze strijd zelf te organiseren en hierover te beslissen.

Hoewel ik tevreden ben over de bezetting, vind ik de manier waarop de bezetting is beëindigd slecht. Twee eisen van de schoonmakers zijn binnen, maar de stakingsbrekers zijn nog actief op de VU en de stakers worden regelmatig bedreigd door de schoonmaakbazen. De vakbondsleiders hebben minimale afspraken met de VU gemaakt, terwijl de actie veel meer kon bereiken.

_______________________________________________________________________________


‘Het gaat om meer dan cao’s. Ook omdat ze een politiek spel met ons spelen’

Burcu Elibol is organizer bij de Vakbond van Schoonmakers en was actief betrokken bij de VU-bezetting.

Hoe past de VU-bezetting in de schoonmakerstaking?

We vonden dat we wel telkens naar gebouwen toe konden gaan om opdrachtgevers en schoonmaakbedrijven proberen aan te spreken, maar ze luisterden niet en namen ons niet echt serieus.

Vandaar het idee om een publieke ruimte te gaan bezetten. Eén idee was de universiteiten. Daar zitten ook natuurlijk studenten, die hebben ook met de bezuinigingen te maken. Laten we het dan samen doen, was het idee. Dat werd eerst de Uithof in Utrecht, een week later de VU.

Het is natuurlijk in de eerste plaats een cao-strijd die we leveren. Maar elke keer als we bij opdrachtgevers komen, krijgen we te horen dat vanwege de bezuinigingen er geen geld meer is. Hetzelfde hebben de studenten en het VU-personeel ook.

Dan kan je dat samenbrengen, dat is de strijd waar het om gaat. Het gaat dus om meer dan de cao’s. Ook omdat ze een politiek spel met ons spelen.

Wat bedoel je daarmee?

Bijvoorbeeld: in Rotterdam gaan we naar verschillende gebouwen toe. Normaal word je gewoon weggestuurd. Maar nu zeiden gebouwbeveiligers: ‘We steunen jullie, jullie kunnen gewoon hier blijven, want wij hebben ook met die werkdruk te maken’. De schoonmakers zijn dus eigenlijk deel van een groter geheel.

Zij gaan de strijd aan, en de politiek en die hoge hotemetoten zijn bang dat het gaat escaleren, dat ook andere arbeiders gaan zeggen: ‘Als schoonmakers het kunnen, dan kunnen wij het ook’.


Hoe verliep de bezetting?

De dag begon met toespraken en een solidariteitsverklaring. Het management heeft het laten gebeuren, hopend dat we wel weg gingen. Ook rekenden ze er niet op dat we nieuwe gesprekken eisten vanuit het management met de catering. In het onderhandelingsteam hadden we nu ook een activist, een medewerker en twee kaderleden. Zij hadden een sterke bijdrage bij de onderhandelingen.

Wat uit de onderhandelingen kwam werd teruggekoppeld naar de groep als geheel. De vraag aan hen was dan ‘hoe nu verder’. De schoonmakers wilden daar niet weg. In Utrecht snapte niet iedereen precies waarom we daar waren, maar op de VU waren we beter voorbereid en vastberadener.

De tweede dag zei de VU toe op de eisen, behalve die over de catering. In de coördinatiegroep vroegen we ons af hoe ver we konden gaan. De catering ging zelf nog geen werkonderbreking houden, waardoor wij ook minder met die eis konden doen. Maar een groot deel wilde die mensen wel blijven steunen.

In de bijeenkomst van de bezetters werd het gebracht als een overwinning. Maar we hadden slechts toezeggingen. We hadden kunnen blijven tot het concreet op papier stond en een datum was geprikt om te praten met de catering. Maar als we zouden doorzetten had de VU wellicht helemaal niks willen toezeggen. Dat was de afweging.

Persoonlijk denk ik dat we ons nog moeten realiseren hoe ver we eigenlijk kunnen gaan in deze strijd.