Schokkende cijfers illustreren gebrekkige emancipatie

Rechtse politici misbruiken vrouwenrechten graag om andere culturen te veroordelen, maar over eigen land blijven ze angstvallig stil of roepen ze dat de emancipatie voltooid is. Thom van Laar bespreekt de situatie van vrouwen in Nederland aan de hand van schokkende cijfers.
17 december 2014

De afgelopen decennia is weliswaar vooruitgang geboekt, maar de kloof tussen mannen en vrouwen is nog lang niet gedicht. Dit is bijvoorbeeld het geval op de arbeidsmarkt. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de arbeidsparticipatie van vrouwen sinds het begin van de jaren tachtig verdubbeld is.

Maar het aantal vrouwen in leidinggevende functies, met name in het bedrijfsleven, is veel minder sterk gegroeid. In het kader van de Wet Bestuur en Toezicht is er een wettelijk streefcijfer van 30 procent ingesteld. Er werd ook een commissie in het leven geroepen om de voortgang van vrouwen in raden van bestuur en commissarissen te volgen.

Deze Commissie Monitoring Talent (CMT) heeft vastgesteld dat de groei van het percentage vrouwen in deze bestuursposities nog altijd te wensen overlaat. Het percentage vrouwen in raden van bestuur is toegenomen van 1,5 tot 8,9 procent en het percentage vrouwelijke commissarissen van 1,4 tot 11,2 procent. Deze cijfers komen niet eens in de buurt van het wettelijk streefcijfer.

Er is bovendien slechts een kleine groep bedrijven verantwoordelijk voor deze groei. Het aantal Nederlandse bedrijven waar het aandeel van vrouwelijke bestuurders en commissarissen is gegroeid, bedraagt minder dan tien procent. Daarbij moet worden opgemerkt dat, terwijl 43 procent van de raden van commissarissen en een kwart van de raden van bestuur het afgelopen jaar ten minste één lid moest vervangen, slechts een vijfde die kans heeft aangegrepen om een vrouw te benoemen.

Op die manier schiet het natuurlijk niet echt op. Nederland is hiermee een achterloper. Uit onderzoek van adviesbureau Grant Thornton blijkt dat het wereldwijd één van de laagste percentages vrouwen in topfuncties heeft. Nederland blijft Japen en de Verenigde Arabische Emiraten nog voor, maar landen als Georgië en Vietnam doen het aanzienlijk beter dan de 11 procent van Nederland.

Economie

Daarnaast is er een grote afname in het aantal werkende vrouwen rond hun dertigste levensjaar, omdat ze dan meestal kinderen krijgen en gaan opvoeden. Dit staat in schril contrast met de arbeidsparticipatie van mannen, die amper wordt beïnvloed door de zorg voor kinderen. De bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag zullen dit probleem alleen maar verder vergroten.

Naast discriminatie in hun loopbaan, krijgen vrouwen ook nog altijd geen gelijke beloning voor gelijk werk. PricewaterhouseCoopers (PwC) stelde op basis van breed onderzoek in 27 landen een ranglijst op. Het goede nieuws is dat Nederland de afgelopen drie jaar van de zeventiende naar de twaalfde plek is opgeklommen. Het slechte nieuws is dat het verschil in loon slechts 3 procentpunt is geslonken. In Nederland verdienen vrouwen gemiddeld nog steeds maar liefst 17 procent minder dan hun mannelijke collega’s voor hetzelfde werk.

Seksueel geweld

Bijzonder schokkend zijn de cijfers met betrekking tot seksueel geweld tegen vrouwen. Het Europees Agentschap voor de Grondrechten heeft een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar lichamelijk en seksueel geweld tegen vrouwen in de Europese Unie.

Hieruit blijkt dat Nederland het veel slechter doet dan andere Europese landen. Gemiddeld heeft 33 procent van de vrouwen in de Europese Unie te maken met seksueel of lichamelijk geweld. In Nederland ligt dit percentage met 45 procent veel hoger. Ook wat betreft seksuele intimidatie doet Nederland het bijzonder slecht. Het Europees gemiddelde ligt op 55 procent, in Nederland 75 procent.

Deze problemen worden alleen maar verder vergroot door de bezuinigingen bij het Openbaar Ministerie (OM). Doordat medewerkers worden ontslagen en de werkdruk van overgebleven medewerkers stijgt, is er steeds minder aandacht voor individuele slachtoffers. Op dit moment geeft al een kwart van de slachtoffers die in aanraking zijn gekomen met het OM aan ontevreden te zijn over de informatieverschaffing. Het aantal slachtoffers dat ontevreden is over de uitleg van hun rechten bedraagt zelfs 40 procent, voor de nieuwe bezuinigingen.

Deze cijfers zijn schokkend. Ze laten niet alleen zien dat de emancipatie van vrouwen verre van voltooid is, maar ook dat Nederland het op een aantal terreinen veel slechter doet dan andere landen. Door de bezuinigingen dreigt dit te verergeren. Daarom moeten de strijd voor vrouwenrechten en de strijd tegen bezuinigingen hand in hand gaan.