Schaduwkant van het ‘tolerante Nederland’

Rob Witte is politicoloog, onderzoeker en auteur van Al eeuwenlang een gastvrij volk. In zijn boek brengt hij racistisch geweld in Nederland en de reacties van de overheid erop van 1950 tot 2009 in kaart. Wat blijkt? Niet alleen komt racistisch geweld in Nederland veelvuldig voor, het is een structureel fenomeen. Bovendien kenmerken de reacties van de autoriteiten zich, al decennia lang, door bagatellisering en ontkenning.
3 mei 2011


Foto: Bekladding moskee in Ridderkerk, 3 juni 2010.

Interview door Catherine Black

‘Als er zich iets voordoet, menen we in Nederland altijd dat het incidenten zijn. Daarmee wordt ontkend dat er een structureel probleem is. Als je een klein snorretje hebt, je arm recht omhoog houdt en ‘Heil Hitler’ roept en dan een allochtoon in elkaar slaat, wordt pas algemeen erkend dat er sprake is van racistisch geweld. In alle andere gevallen ontstaat een pavlov-reactie dat het niets met racisme te maken heeft. Als je zo’n dominant zelfbeeld hebt dat we tolerant en antiracistisch zijn, dan sta je niet toe dat er voorbeelden zijn van het tegenovergestelde.’

Wittes werk betreft een van de weinige Nederlandse onderzoeken naar racistisch geweld. ‘In Nederland is in vergelijking met Duitsland, Scandinavië of Groot-Brittannië zeer weinig onderzoek naar racistisch geweld. Na de moord op Theo van Gogh was er even een potje voor een onderzoekje naar zogenaamde Lonsdalers.

‘De AIVD concludeerde dat ze onterecht racistisch en extreem-rechts werden genoemd, omdat bleek dat die jongeren niet ideologisch onderlegd of georganiseerd waren. Daarmee zouden ze dus geen gevaar vormen voor de democratische rechtsorde. Dat vind ik grote flauwekul. Als jij met een dronken kop mensen in elkaar gaat slaan en dat blijken alleen maar zwarte mensen te zijn, dan is dat wat mij betreft voldoende om het als racistisch geweld te duiden. Maar het wordt krom weggeredeneerd.’

Lokale autoriteiten

Witte richt zich in zijn onderzoek op de reacties van de (lokale) overheid. In de voorbeelden die hij verzameld heeft grijpt de politie opvallend vaak niet of pas heel laat in. Lokale autoriteiten beperken zich in eerste instantie veelal tot een oproep om de rust te herstellen zonder enige erkenning dat er sprake is van racistisch geweld.

In de vroege jaren zestig gingen arbeidsmigranten van Italiaanse en Spaanse achtergrond in Twente in staking uit protest omdat hun de toegang werd geweigerd tot uitgaansgelegenheden en omdat zij onvoldoende beschermd werden tegen scheldpartijen en geweld van Nederlandse jongeren.

In de daaraan voorafgaande confrontaties tussen arbeidsmigranten en Nederlandse jongeren richtte het politieoptreden zich vooral tegen de migranten. Bij de grootste collectieve uitingen van racistisch geweld van de jaren zeventig – de rellen in Rotterdam in 1972 en in Schiedam in 1976 waarbij het geweld gericht was tegen Turkse migranten – deed de politie in eerste instantie niets.

Witte: ‘De reactie van de politie is goed te vergelijken met de reactie van de brandweer in Moerdijk: een chemisch bedrijf brandt af, maar de brandweer is vooral bezig met het nathouden van de omringende percelen. Dat heeft twee effecten. De slachtoffers van het geweld voelen zich voor geen meter beschermd door hun overheden of politie. De relschoppers kijken raar op als de politie uiteindelijk wel ingrijpt. In Rotterdam duurde het anderhalve dag voordat de politie ging optreden. Juist door niet direct in te grijpen wordt escalatie in de hand gewerkt.

‘Als er wel erkend wordt dat er sprake is van racistisch geweld, heeft de overheid simpel gezegd twee keuzes: de schuld geven aan de daders of de schuld geven aan de slachtoffers. Vaker is er sprake van wat ik noem, uitsluitende erkenning. De slachtoffers worden niet gepresenteerd als onderdeel van de samenleving. Daarmee zeg je: ze horen hier ook eigenlijk niet, ze zijn geen onderdeel van ons.’

Daarmee wordt volgens Witte gesuggereerd dat het geweld voortkomt uit het aantal of simpelweg uit de aanwezigheid van de slachtoffers. ‘Het is hetzelfde als tegen een vrouwelijk slachtoffer van verkrachting zeggen: je had ook niet zo laat alleen op dat fietspad moeten zijn.

‘Zo is het voorkomen van racistisch geweld ook gebruikt om immigratiebeperkende maatregelen door te voeren of om meer regels voor integratie op te leggen aan migranten, vanuit de gedachte dat als “zij” beter aangepast zijn er minder racistisch geweld zal plaatsvinden.’

Langer lopend proces

Het is makkelijk om te doen alsof Wilders uit de lucht is komen vallen in dit anders zo tolerante en vredelievende land. Witte benadrukt dat de werkelijkheid niet zo in elkaar zit. ‘Het is een langer lopend proces waar Wilders de vijfde nazaat van is. Het probleem is dat zo’n groot deel van de elite zijn soort uitspraken heeft overgenomen. Dat is heel bepalend voor de tijdsgeest waarin vervolgens geweld kan plaatsvinden.

‘Tegenwoordig word je uitgelachen als je suggeert dat iets racistisch is. Dat is heel zorgwekkend. Nu is er een breed geaccepteerd idee dat voor 2000 allerlei dingen racistisch werden genoemd die dat predikaat niet verdienden. Dat is helemaal niet zo geweest. Toen Fortuyn voorstelde om de antidiscriminatiewetgeving te schrappen was er nog enige ophef over, toen Rutte hetzelfde suggereerde al minder. Maar feitelijk wordt het al afgeschaft door niets meer als discriminatie te zien.’

Volgens Witte zijn de antidiscriminatiebureaus heel erg juridisch en geïnstitutionaliseerd geworden. ‘Maar discriminatie en racisme doen zich veel breder voor dan op het vlak waarop het juridisch bewezen kan worden. We moeten niet alleen getallen van aantallen meldingen bijhouden maar inhoudelijk rapporteren wat er feitelijk gebeurt.

‘Ik heb meegewerkt aan onderzoek naar een migrantengezin in Waspik dat maandenlang gepest werd. Er werd pas wat gedaan toen het gezin vluchtte. Mensen moeten horen hoe het is om stront door je brievenbus te krijgen, hoe het is als je kinderen wekelijks van hun fiets worden getrokken en je huis wordt besmeurd. We moeten plastisch laten zien wat racisme betekent.’


Rob Witte houdt op zaterdag 21 mei om 12:45 een lezing over ‘Al eeuwenlang een gastvrij volk? Racisme in Nederland’. Voor meer informatie en kaarten zie de pagina van het Marxisme Festival.