Samen tegen racisme: ‘Het is nu tijd om ons uit te spreken’
Rutte radicaliseert. Hij erkent dat Nederland een racistisch land is, maar wil daar verder niets aan doen. Discriminatie is bij wet verboden. Maar toch zegt de minister-president, tegen Mohammed, Aisha of Ameteppe: zoek het zelf uit, ga je maar “invechten”. Dat is eigenlijk zijn antwoord op alle problemen van gewone mensen: werkloos, studieschuld, onbetaalbare woning, doodziek, doe gewoon wat meer je best. Maar dit is geen persoonlijk probleem. Moslims, vluchtelingen, Oost-Europeanen, Antillianen en andere groepen, staan niet alleen.
Het gevecht tegen racisme en onderdrukking, is verbonden aan de strijd tegen bezuinigingen. Rechtse partijen zoals de VVD en PVV doen alsof wij wezenlijk van elkaar verschillen, op basis van kleur, geloof of land van herkomst. Ook de PvdA gaat hierin mee. Zo roept Aboutaleb moslims op om afstand te nemen van ISIS. Zo willen ze ons tegen elkaar uitspelen. Racisme is de bliksemafleider van hun beleid. Zolang wij wijzen naar elkaar, kunnen zij oorlog voeren en bezuinigen. Zo blijven de rijken en multinationals buiten schot.
We hebben hier te maken met een fundamenteel ongelijk systeem. Door de uitbuiting van de overgrote meerderheid, is een minderheid schatrijk. Sinds de crisis is dat verschil alleen maar groter geworden. De rijkste 10 procent in Nederland bezit nu meer dan zestig procent van het vermogen. De armste 50 procent zit in de schulden. Dit is een wereldwijd probleem. Volgend jaar bezit 1 procent superrijken, meer dan de rest van de wereld bij elkaar. Tegelijkertijd moeten meer dan een miljard mensen zien rond te komen van een euro of minder per dag. Overal staan mensen voor de keus: wat te doen?
Het is nu tijd om ons uit te spreken. Door de onvrede groeit extreem-rechts. In Europa komen partijen op als de PVV en Front National. In Nederland is er nog geen fascistische straatbeweging. Maar Wilders schept daar – met zijn voortdurende haatcampagne tegen moslims – wel ruimte voor. In de nasleep van de aanslag op Charlie Hebdo brachten de racisten van Pegida in Duitsland 25.000 mensen op de been. Maar de maand daarop waren de tegendemonstraties twee keer zo groot! In Zweden, Denemarken, Noorwegen en Oostenrijk werd Pegida op dezelfde manier te kijk gezet.
Om dat hier ook te doen, moeten we op straat en via organisaties bouwen aan een links alternatief. De SP is op dit moment de enige partij in Nederland, die het neoliberalisme niet heeft omarmd. Maar die durft niet Wilders te bekritiseren en de strijd tegen zwarte Piet te steunen. We hebben een links nodig, dat wel de strijd tegen racisme en bezuinigingen combineert, zoals in Griekenland. Daar groeiden antikapitalistische organisaties en won de anti-bezuinigingspartij Syriza de verkiezingen. De invloed van de racistische Gouden Dageraad is ingeperkt en partijleden zijn aangeklaagd.
Hier staan is een begin. Maar nu is het nodig om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. Dankzij de vluchtelingen van We Are Here en de actiegroep Zwarte Piet Niet staat antiracisme nu op de kaart. In het Maagdenhuis vechten studenten voor een Nieuwe Universiteit, maar ook voor een University of Colour – een netwerk dat net is opgezet. Daarmee verbinden ze diversiteit – aan democratie.
Als we de strijdterreinen met elkaar verbinden, dan kunnen we discriminatie, seksisme en islamofobie, zien voor wat zij zijn: valse logica. Het zijn de uitwassen van een fundamenteel ongelijk systeem. Om te winnen moeten we ook daartegen vechten.
Dit is een internationale strijd. Ook in Spanje en Engeland gaan mensen vandaag de straat op. Daarom eindig ik in drie talen, en roep:
De mensen, verenigd, zijn on-ver-slaan-baar!
El pueblo, unido, jamás será vencido!
The people, united, will never be defiated!