Rutte is Robin Hood op z’n kop

Minder dan een week voor de verkiezingen gaat de VVD in de peilingen aan kop, en bestaat de kans dat de partij van Rutte de grootste wordt. De kredietcrisis en hierop volgende economische crisis waren voor velen een teken dat het neoliberale credo ‘minder overheid, meer markt’ gefaald had. Paradoxaal genoeg is het de meest neoliberale partij in Nederland die hier van profiteert – en dat nog wel met de campagneleus ‘De economie kan wel wat VVD gebruiken’. De rol van prominente VVD’ers bij het DSB-debacle houdt het campagneteam daarbij maar liever buiten beeld.
4 juni 2010

Door Peter van Eerbeek

De VVD is met een bezuinigingspakket van 30 miljard euro de partij die het hardste wil bezuinigen. Maar op jacht naar de gunst van de kiezer doet de VVD tegelijk moeite om zichzelf te profileren als de partij die opkomt voor ‘de gewone man’. Rutte’s commentaar op de door het CPB voorspelde 400.000 banen die het VVD-programma zogenaamd zou creëren was: ‘Wij zijn de echte partij van de arbeid.’ Het verkiezingsprogramma staat echter bol van maatregelen die moeilijk uit te leggen zijn als het opkomen voor gewone mensen. Arbeiders en werklozen, studenten en migranten zijn de sociale groepen die bij de VVD de rekening van de crisis gepresenteerd krijgen.

Zo wil de VVD de gezondheidszorg verder liberaliseren door meer ruimte te creëren voor ‘zorgondernemers’ en concurrentie tussen verzekeringsmaatschappijen, het eigen risico voor ziektekosten verder verhogen naar 300 euro, en het basispakket beperken. Ook zou de huursector verder geliberaliseerd moeten worden door sociale huurwoningen af te schaffen. Een specifieke groep arbeiders die het moet ontgelden zijn ambtenaren. Als het aan de VVD ligt stijgen de lonen van ambtenaren niet sneller dan de inflatie. Het recht op een WW-uitkering wil de VVD terugbrengen naar één jaar, en speciale uitkeringen voor kunstenaars moeten worden afgeschaft.

Ook studenten zijn niet veilig bij de VVD. Zo wil zij de studiefinanciering afschaffen en omzetten in een lening. Migranten zouden de eerste tien jaar van hun verblijf in Nederland geen aanspraak kunnen maken op een uitkering, en migranten moeten zelf opdraaien voor de kosten van verplichte inburgeringscursussen. Rutte neemt daarbij bewust steeds meer het racistische vocabulaire van Wilders over. In het Lagerhuis verkondigde hij deze week ‘dat we de grenzen moeten sluiten voor kansarme gelukszoekers’.

Business as usual

De VVD wil de crisis door de minder bedeelden laten betalen, terwijl de rijken door mogen gaan met business as usual. Zo wil de VVD de vennootschapsbelasting verder verlagen, evenals de loon -en inkomstenbelasting, en hoeven startende ondernemers de eerste drie jaar geen belasting te betalen over hun bedrijfsinkomen. De hypotheekrenteaftrek wil de VVD ongemoeid laten, terwijl dit voor duurdere woningen effectief neerkomt op een villasubsidie. Dit is niets anders dan het stelen van de armen, om de rijken te subsidiëren– een Robin Hood op z’n kop dus, die zich niet geneert om een lastenverzwaring voor de hoge inkomens als ‘jaloeziebelasting’ weg te zetten.

Zo’n beetje alle andere partijen hebben de plannen van de VVD bekritiseerd. Zo kreeg ook Ronald Plasterk (PvdA) een linkse oprisping: ‘De VVD geeft geld aan de rijken, de banken en de grote bedrijven, en haalt het weg bij gewone mensen.’ Zelfs CDA-leider Balkenende, die bepaald niet bekend staat om linkse standpunten maar momenteel alle zeilen bijzet om zijn snelle terugval te keren, noemde de VVD-plannen ‘sociaal volstrekt ongewenst’. Gisteravond hekelde Balkenende de VVD voor haar intieme betrokkenheid bij het DSB-debacle, verwijzend naar partijkopstukken Zalm, Linschoten, De Grave en Nijpels. Via Twitter kreeg Balkenende gelijk de bal teruggekaatst over CDA-medeplichtigen Dirk Scheringa en Nout Wellink van De Nederlandsche Bank.

De kritiek van gevestigde partijen als CDA en PvdA op de VVD heeft maar weinig impact, precies omdat zij zelf in het zadel hebben gezeten en medeverantwoordelijk zijn voor de groeiende sociale tweedeling in Nederland – op scherp gezet door hun miljardensubsidies aan de banken. Zij zijn het ook niet fundamenteel oneens met de richting die de VVD voorstelt. Ook de andere partijen onderschrijven de ‘onvermijdelijkheid’ van ‘het aantrekken van de broekriem’. Zij verschillen over de specifieke invulling, timing en het tempo ervan, maar zoeken het in essentie allemaal in de portemonnee en sociale positie van de onderkant van Nederland.

Coalitiepartners

Dat Rutte nu de leiding kan nemen in de peilingen laat vooral de zwakte zien van links, dat meer bezig is geweest zich als goede coalitiepartner te bewijzen dan het vuur te openen op de veroorzakers van de crisis. Want wat voor alternatief bieden PvdA en GroenLinks de kiezer als hun eigen programma’s niet breken met de bezuinigingslogica die dat van de VVD domineert? In plaats van de aanval in te zetten op Rutte en rechts met de onomwonden eis dat de rijken de crisis moeten betalen, willen Cohen en Halsema alle opties openhouden voor samenwerking in een nieuw kabinet – waarbij alleen de PVV wordt uitgesloten. Maar het afschudden van linkse principes heeft juist het initiatief gelegd bij de VVD, die op haar beurt de deur openhoudt naar Wilders.

Binnen de parlementaire kaders doet alleen de SP concrete voorstellen die de rekening neerleggen waar die thuishoort. Zo wil de SP een belastingschijf van 65 procent invoeren voor inkomens boven de 150.000 euro, de winstbelasting verhogen, en de hypotheekrenteaftrek beperken tot 350.000 euro. Als enige is zij ook expliciet tegen de afschaffing van de basisbeurs. Daarom verdient Emile Roemer op 9 juni onze stem – omdat we rechts willen stoppen, en omdat de rest van links alleen weer naar links kijkt bij een zo groot mogelijke SP.

Maar voor werkelijke verandering is veel meer nodig. Los van de verkiezingsuitslag is nu al duidelijk dat een volgend kabinet de aanval zal openen op allerlei sociale verworvenheden. Onze gang naar de stembus moet dan ook gepaard gaan met de opbouw van een breed maatschappelijk front tegen het bezuinigingsoffensief, en een vakbeweging die kiest voor de strijd in plaats van de polder. Die uitdaging gaat hand in hand met het vechten voor een links alternatief dat durft te breken met de neoliberale logica die gevestigd links heeft geaccepteerd, en daarbij de kracht van stakingen, demonstraties en bezettingen als vertrekpunt neemt – zowel die in Nederland als in de rest van Europa.