Rol van Afro-Caribische Nederlanders in Tweede Wereldoorlog onderschat

Op 24 februari herdachten activisten van de University of Colour (UOC) de Februaristaking. Mercedes Zandwijken sprak daar over de onderbelichte rol van Afro-Caribische Nederlanders tijdens de oorlog.
6 maart 2017

Beste vrienden,

Surinamers en Antillianen hebben van meet af aan een belangrijke bijdrage geleverd aan de bevrijding van Nederland van nazi-Duitsland. Hier wordt niet of nauwelijks integraal aandacht aan besteed tijdens de reguliere herdenkingen. Daarom is het van groot belang dat er aparte herdenkingen worden georganiseerd waarin de rol en betekenis van de bijdrage van diegenen afkomstig van de toenmalige koloniën alsnog wordt benoemd.

In mijn betoog zal ik uiteenzetten waarom dit van belang is maar eerst wil ik graag de studenten van University of Colour bedanken voor het organiseren van deze demonstratie en deze herdenking, en voor de uitnodiging om hier vandaag te komen spreken. Nu allereerst een korte impressie van de verschillende bijdragen van de voormalige koloniën in de strijd om de bevrijding van Nederland.

Bijdrage I : Delven van grondstoffen bauxiet en olie

Enkele duizenden Surinamers en Antillianen hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog als arbeiders een significante bijdrage geleverd voor de productie van extra bauxiet waar aluminium van wordt gemaakt en van olie voor de bouw van extra vliegtuigen en de daarvoor benodigde extra brandstof. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was de Amerikaanse vliegtuigindustrie voor 60 procent afhankelijk van de bauxiet van Suriname.

Zonder deze door Surinamers en Antillianen gedolven grondstoffen had menig gevechtsvliegtuig aan de grond blijven staan, of sterker nog: niet eens kunnen worden gebouwd. Het zwijgen over, of misschien moet ik zeggen, het verzwijgen van deze bijdrage is wat Chimamanda Ngozi Adichie in haar Ted-lezing the danger of the single story noemde. Het huidige narratief van het Nederlandse slavernij- en koloniale verleden, en in bepaalde opzichten ook de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, is in vele opzichten een voorbeeld van een single story. Zo wordt de slavernij en het koloniale verleden tot vandaag de dag niet zelden als een glorieuze tijd afgeschilderd en wordt de bijdrage van de burgers uit de voormalige koloniën tegen het fascisme niet genoemd in het narratief over deze geschiedenis.

Bijdrage II: Deelname aan het verzet door velen w.o. Anton de Kom

Dat Surinamers en Antillianen actief waren in het verzet, dat weten de meeste Nederlanders niet. Anton de Kom is van alle zwarte mannen en vrouwen die in het verzet zaten de meest bekende. Als anti-koloniale schrijver en nationalist was hij begin jaren 30 de stuwende kracht achter de ontwikkeling van een emancipatiebeweging onder arbeiders in Suriname en ondersteunde hij hen om in verzet te treden tegen de uitbuiting en onrechtvaardige behandeling van de Nederlandse bestuurders. Toen hij in Paramaribo een bedreiging vormde voor deze zelfde Nederlandse bestuurders o.a. vanwege zijn rol in de opstand van arbeiders die zich onder zijn leiding meer en meer bewust werden van de respectloze behandeling en uitbuiting, werd hij met zijn gezin in 1933 verbannen naar Nederland.

Eenmaal hier aangekomen kreeg hij een groots onthaal van enkele duizenden communisten en werd hij, toen de oorlog uitbrak, actief in het verzet. Na de Duitse inval in 1940, sloot De Kom zich aan bij het communistisch georiënteerde Nederlands verzet. Hij schreef op artikelen voor het communistische verzetsblad De Vonk en later voor het revolutionair-socialistische blad met dezelfde naam. Op 7 augustus 1944 werd hij gearresteerd. Hij werd gevangengezet in de gevangenis van Scheveningen (Oranjehotel), en werd diezelfde maand overgeplaatst naar Kamp Vught. Begin september 1944 kwam hij in Sachsenhausen terecht, waar hij moest werken voor de Heinkel vliegtuigfabriek. De Kom overleed op 24 april 1945 aan tuberculose in het concentratiekamp Neuengamme. Hij werd begraven in een massagraf. In 1960 werden zijn stoffelijke resten gevonden en overgebracht naar Nederland. Ze zijn bijgezet op de erebegraafplaats te Loenen. Postuum werd hem in 1982 het Verzetsherdenkingskruis toegekend.

De eeuwenlange uitbuiting en gewelddadigheden van Surinamers en Antillianen, die Anton de Kom zo heel scherp opgeschreven heeft in zijn boek Wij slaven van Suriname, heeft hem er destijds niet van weerhouden om bij te dragen aan het bestrijden van het fascisme in Nederland. Dat deze bijdrage dan weer zo goed als onbenoemd en dus onbekend blijft, sluit aan bij de politics behind the single story die een inclusieve samenleving in de weg staat. Wat een natie die in het reine moet komen met zijn pijnlijke geschiedenis eigenlijk sterker zou maken is om juist deze vergevingsgezinde en naar rechtvaardigheid en gelijkheid strevende persoon, te gebruiken als icoon voor tolerantie.

Wat zou het effect geweest zijn als wel van meet af aan alle Marokkanen, Surinamers en Antillianen die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog zij aan zij hebben gevochten met de witte Nederlanders om Nederland te bevrijden door de jaren heen wel tijdens de nationale herdenking door de Nederlandse zouden zijn herdacht? En dit elk jaar opnieuw, waarbij steeds een ander aspect van hun bijdrage zou zijn belicht op basis van steeds weer nieuw onderzoek. Ik ben er van overtuigd dat als deze realiteit reeds decennialang onderdeel zou hebben uitgemaakt van het narratief over de Tweede Wereldoorlog, dit een positief effect zou hebben gehad op de hedendaagse beeldvorming van Marokkaanse en Afro-Caribische Nederlanders en zou hebben bijgedragen aan de empowerment van deze groeperingen en wit zwart en alle kleuren er tussenin, nader tot elkaar zou hebben gebracht.

Bijdrage III: In dienst van het Nederlandse leger

Naast het feit dat Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders werkzaam zijn geweest in de eerder genoemde oorlogsindustrie en in het verzet vochten vele van hen die in 1940 in Nederland woonachtig waren mee in het Nederlandse leger om het binnenvallende leger van nazi-Duitsland tegen te houden. In totaal betrof het hier circa 200 in Nederland gevestigde Surinaamse en Antilliaanse militairen.

Daarnaast waren er in de laatste oorlogsjaren enkele honderden Surinaams-Nederlandse vrijwilligers, ingedeeld bij troepen die tegen de Japanners vochten in Nederlands Indië. Zo’n 200 Surinamers kwamen op koopvaardijschepen terecht. Tientallen Surinamers sneuvelden. Het is pas sinds de laatste jaren dat tijdens de nationale herdenking op de Dam ook de veteranen van de voormalige koloniën worden uitgenodigd.

Veteraan Semmoh zei hierover: ‘Als we vertellen dat wij als Surinamers ook gevochten hebben in de Tweede Wereldoorlog, wordt er alleen maar met ongeloof gereageerd’.

Meer dan ooit is er sprake van ongelijke behandeling van niet-westerse burgers. Onderzoek van de ombudsman, Amnesty International, de OESO en verschillende afdelingen van de VN geven aan dat Nederlandse burgers met een niet-westerse achtergrond op basis van hun afkomst systematisch worden uitgesloten en achtergesteld en dat er binnen diverse domeinen, meer dan in welk ander Europees land, sprake is van discriminatie en racisme. Dit institutioneel racisme wordt systematisch ontkend en is misschien nog meer een gevaar voor onze rechtsstaat dan het opkomend populisme omdat het ontkend wordt en dus lastig valt te bestrijden.

Hoe treurig institutioneel racisme binnen de context van deze herdenking kan uitpakken is het feit dat vele zwarte soldaten jarenlang zonder succes en tot hun dood gestreden hebben voor de toelagen en soldij die wel voor autochtone veteranen golden, maar niet voor die veteranen uit de toenmalige koloniën. Een schande!

Zolang het institutioneel racisme niet wordt erkend, herkend en bestreden is de kans aanwezig dat het populisme en het fascisme opnieuw toeslaat!

Nabericht: Bovenstaande informatie bleek voor veel toehoorders nieuw te zijn en ik ben blij dat de kennis over de koloniale geschiedenis met mijn toespraak iets vergroot is. Echter alle feitelijke informatie die ik gebruikt heb om deze toespraak te schrijven heb ik gevonden op internet en ik zou iedereen willen uitnodigen om zich in te lezen in de slavernij en koloniale geschiedenis van Nederland. Vooral zou ik iedereen willen aanraden om het boek Wij slaven van Suriname van Anton de Kom te lezen. ‘Misschien wel het belangrijkste boek in de Surinaams nationalistische strijd, een boek dat nog altijd goed leesbaar is.’ — NBD/Biblion.