Repressie en verzet op de universiteit

Demonstratie in solidariteit met Palestina bij de Universiteit van Maastricht, 29 november 2023 (foto: Ellen Oosterhof / Observant).
Jarenlang was politiek activisme een normaal verschijnsel op universiteiten. Studenten bereiden zich immers niet alleen voor op hun toekomstige loopbaan, maar ontwikkelen ook hun maatschappelijk bewustzijn. Maar de laatste jaren treden universiteiten steeds vaker repressief op tegen studenten en medewerkers die zich uitspreken over politieke kwesties, met name als het om Palestina gaat.
15 april 2024

Sinds het begin van de Israëlische oorlog tegen Gaza voeren veel mensen actie om hun solidariteit met de Palestijnen te betuigen. Ook studenten en medewerkers van universiteiten laten van zich horen met protestacties, teach-ins en lezingen. Helaas krijgen ze daarbij vaak te maken met tegenwerking en repressie door universiteitsbesturen, onder andere op de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Radboud Universiteit, de Universiteit Leiden en de Universiteit Maastricht.

Censuur

Bij de Radboud Universiteit in Nijmegen organiseerden wetenschappers in november een lezingenreeks over Palestina. Het College van Bestuur (CvB) stelde allerlei voorwaarden, naar aanleiding van klachten van Israëlische studenten die zich onveilig zouden voelen. Zo mochten de lezingen niet voor iedereen toegankelijk zijn en moest een watermeloen (symbool voor Palestijns verzet) van het affiche verwijderd worden.

De wetenschappers reageerden door een teach-in te organiseren over academische vrijheid. Michiel Bot, hoofddocent aan de Tilburg Law School en een van de sprekers, sprak van ‘een ongehoorde vorm van censuur’. Anya Topolski, universitair hoofddocent Ethiek en politieke filosofie, zei: ‘Het is belangrijk om te begrijpen hoe racisme werkt en zelfs tot genocide kan leiden, zodat we het kunnen voorkomen. Maar dat kan niet als we van bovenaf het zwijgen opgelegd krijgen.’

Ze legt haar vinger op de zere plek door te vragen: ‘Hoe kan het dat een universiteit hun experts op het gebied van conflictstudies, racisme, kolonialisme, politiek en geschiedenis censureert in tijden van een conflict?’

Het bestuur werd in het defensief gedrongen door alle ophef en de principiële houding van de wetenschappers en beweerde achteraf slechts te hebben willen zorgen voor een veilige omgeving ‘zonder daarbij restricties te noemen’.

Ook op de Vrije Universiteit in Amsterdam werd in november een teach-in door het bestuur verboden. De organisatoren lieten zich niet intimideren en organiseerden een ‘teach-out’ in het gebouw van de Black Archives. De VU stond te kijk als een universiteit die haar eigen medewerkers censureerde.

Repressie en intimidatie

Bij een Haagse dependance van de Universiteit Leiden kregen protesterende studenten en medewerkers te maken met grove intimidatie en repressie. De actiegroep Students for Palestine hield op 9 november een onaangekondigde demonstratie voor het verbreken van de banden met Israël. Zeker tien beveiligers (onder wie ook medewerkers die in het dagelijks leven een andere functie hadden) filmden de sprekers en dwongen deelnemers hun ID-kaart te tonen. Een aantal beveiligers bleef studenten en docenten op straat achtervolgen.

Een woordvoerder van de universiteit sprak van een ‘illegale demonstratie’. In een verklaring stelde het CvB ‘geschokt’ te zijn dat medewerkers en studenten zich niet aan de regels hadden gehouden en schoof de demonstranten ‘oproepen tot haat, geweld en onverdraagzaamheid’ in de schoenen. ‘De manier waarop we […] met elkaar omgaan is via het open debat, dialoog en gesprek’, stelde het CvB, dat verder dreigde ‘passende maatregelen’ te treffen tegen de deelnemers. Hiermee liet het CvB zien wel een heel bijzondere definitie van ‘open debat’ te hanteren: hou je aan de regels die wij je opleggen, anders behandelen wij je als criminelen.

Honderden medewerkers en studenten ondertekenden een petitie tegen deze grove repressie, waarbij ‘studenten van kleur specifiek tot doelwit gemaakt’ werden. Ook werd bezwaar gemaakt tegen het belasteren van Palestijnse collega’s en het opleggen van draconische veiligheidsmaatregelen.

Vooral de kritiek op de intimiderende beveiligers bracht de bestuurders in ernstige verlegenheid. Ze laten deze kwestie nu onderzoeken door bureau Berenschot, wat waarschijnlijk tot mei zal duren.

Regels en willekeur

De volharding waarmee studenten en medewerkers van universiteiten al maanden activiteiten organiseren over Palestina heeft ertoe geleid dat lezingen en demonstraties inmiddels vaak zonder veel problemen doorgaan. Maar eind maart stuurde de Amsterdam University College politie af op studenten die een vreedzame blokkade hielden om het verbreken van de banden met Israël te eisen. Meerdere activisten werden met geweld gearresteerd.

Studenten en medewerkers leggen de ‘huisregels’ die universiteiten de afgelopen jaren hebben ingevoerd naast zich neer door het recht op te eisen om zich politiek uit te spreken. Terecht wijzen ze daarbij op de willekeur en het antidemocratisch karakter van de regels: universiteitsbesturen nemen zelf politieke standpunten in over de oorlog in Oekraïne of de samenwerking met fossiele bedrijven, maar studenten en medewerkers worden als onmondige kinderen behandeld en moeten eerst om toestemming vragen. Dit moet afgelopen zijn. Mensen moeten zich op de universiteiten kunnen uitspreken over politiek, juist als hun besturen het op een akkoordje gooien met bedrijven die medeverantwoordelijk zijn voor genocide of milieuvernietiging.