Regering laat dak- en thuislozen in de steek

Dakloze man in Den Haag (Foto: Roel Wijnants)
Het kabinet had zich veel beter moeten voorbereiden op deze pandemie. In die voorbereiding had expliciet aandacht moeten zijn voor de positie van de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. De realiteit is helaas anders.
5 mei 2020

Terwijl het kabinet op 9 maart kwam met de eerste maatregel om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan, duurde het tot 27 maart voordat het kabinet richtlijnen publiceerde voor de opvang van dak- en thuislozen. Wie een blik werpt op de praktische uitwerking van deze richtlijnen, ziet dat het kabinet een andere standaard hanteert voor dak- en thuislozen.

Opvang

Het kabinet heeft vrijwel alle bijeenkomsten en evenementen verboden en adviseert iedereen om enkel voor het hoogstnoodzakelijke naar buiten te gaan. Tegelijkertijd is datzelfde kabinet verantwoordelijk voor richtlijnen die het mogelijk maken voor gemeenten om opvanglocaties te organiseren waar groepen van 50 dak- en thuislozen worden ondergebracht in één grote ruimte. Het is ook dankzij dit kabinet dat gemeenten zoals Amsterdam er tot de dag van vandaag mee wegkomen om honderden dak- en thuislozen iedere ochtend weer de opvang uit te zetten en de straat op te sturen.

Dit kan en moet anders. Er zijn tal van mogelijkheden om de gezondheid van dak- en thuislozen beter te beschermen. Een van de meest voor de hand liggende oplossingen is om dak- en thuislozen tijdelijk te huisvesten in hotelkamers, zoals gebeurt in o.a. België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Gelukkig zijn er inmiddels verschillende gemeenten waar dak- en thuislozen mondjesmaat in hotelkamers worden gehuisvest. Maar dit gebeurt nog onvoldoende en duurt veel te lang.

Kapitalisme

In deze tijden van crisis wordt maar weer eens duidelijk waar de werkelijke prioriteiten liggen en welke levens meer en welke levens minder waard zijn in een kapitalistische samenleving. Nu de pandemie steeds zichtbaarder maakt hoe de drang naar winstmaximalisatie en economische groei letterlijk levens kost, is het belangrijk om publiekelijk de discussie te voeren hoe nu verder. Want als er één ding duidelijk is, dan is het dat we niet op dezelfde voet verder kunnen.

Wat betreft de situatie van dak- en thuislozen was dat overigens al langer duidelijk. Vorig jaar zei de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen bijvoorbeeld al dat de huidige regelgeving omtrent deze groep juist een toename van het aantal dak- en thuislozen veroorzaakt. Het aantal dak- en thuislozen in Nederland, grofweg 40 duizend, zo waarschuwt hij, kan zelfs verviervoudigen als er geen fundamentele veranderingen in het beleid worden doorgevoerd.

Betaalbare woningen

Het grootste probleem van dak- en thuislozen is het gebrek aan onderdak. Dat probleem is vrij simpel op te lossen door het ‘Housing First’ principe toe te passen. In andere woorden: geef dak- en thuislozen eerst een woonplek en kijk daarna of het nodig is om hen te ondersteunen bij het oplossen van hun problemen. Het gaat nu vaak juist andersom, met alle gevolgen van dien. In Finland is het ‘Housing First’ principe daarentegen zeer succesvol gebleken: op een bevolking van meer dan vijf miljoen zijn er nog maar 300 dak- en thuislozen.

Er is gelukkig goed nieuws. Op 21 april publiceerde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving een advies aan staatssecretaris Paul Blokhuis waarin zij stelt dat ‘Housing First’ de vicieuze cirkel kan doorbreken waar veel dak- en thuislozen nu in zitten.

Maar ‘Housing First’ alleen is niet genoeg. We moeten in eerste plaats voorkomen dat mensen dak- of thuisloos worden. Onderdak moet worden erkend als een basisrecht, ook voor ongedocumenteerde migranten.

De beleidsmatige uitwerking van deze erkenning zou onder andere betekenen dat er meer sociale huurwoningen worden bijgebouwd in plaats van ze te verkopen, dat er een woonplicht wordt ingesteld voor alle koopwoningen, dat de huurprijzen van alle huurwoningen worden begrensd en dat schuldenproblematiek nooit tot huisuitzetting kan leiden. Het probleem is namelijk niet zozeer dat er niet genoeg woningen zijn, het probleem is dat woningen worden gezien als een verdienmodel.

Jazie Veldhuyzen is duo-raadslid voor BIJ1 in Amsterdam.