Referendum associatieverdrag Oekraïne: de boodschap van de nee-campagne

Foto: Roel Wijnants
27 januari 2016

Op 6 april kunnen mensen in nederland stemmen over het associatieverdrag van de Europese Unie (EU) met Oekraïne. Het referendum biedt openingen om het te hebben over het neoliberale karakter van het Europese project. Of deze openingen groot genoeg zijn om een actieve tegencampagne te steunen, is echter zeer de vraag.

De Socialistische Partij weet het wel en gaat volop campagne voeren voor een nee-stem. De NRC schrijft: ‘De campagne van de SP staat al in de steigers: flyeren op straat, optredens in zaaltjes en uitgekiende aanwezigheid op sociale media. Tv-spotjes, radiospotjes, billboards in bushokjes – ook een serieuze optie. SP-Kamerlid Harry van Bommel hoopt ‘dat we dezelfde koorts veroorzaken als in 2005’.1 Maar in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Bovendien zijn oppervlakkige gelijkenissen geen substituut voor een concrete analyse.

De vraag hoe socialisten hierin stelling moeten nemen is een lastige. De Russische revolutionair Trotski schreef in 1931 over het door nazi’s afgedwongen (en door communisten gesteunde) ‘rode referendum’ in Duitsland: ‘Elke plank kan dienen als springplank, inclusief de plank van het referendum. Alleen moet de mogelijkheid om de sprong te maken er wel zijn, niet in woorden maar in daden.’2 Is een linkse en internationalistische campagne tegen het associatieverdrag mogelijk?

Oekraïne en de EU

Onderhandelingen over het associatieverdrag tussen Oekraïne en de EU hebben meer dan een decennium gelopen. De Europese heersende klasse heeft er een tweeledig belang bij. Enerzijds probeert zij hiermee nieuwe markten te openen voor Europese multinationals en anderzijds verlegt zij met het akkoord de westerse invloedssfeer tot aan de grens met Rusland. De Oekraïense heersende klasse is verdeeld in een groep kapitalisten die georiënteerd is op Rusland en een die gericht is op de EU.3

Vanwege een acute economische crisis werden in 2013 de onderhandelingen over het associatieverdrag plotseling opgeschort. De regering onder leiding van Janoekovitsj had snel geld nodig en de Russische voorwaarden hiervoor waren aantrekkelijker dan de Europese. Dit kwam samen met de twijfels bij een gedeelte van de Oekraïense oligarchen over het associatieverdrag: het liefste zouden ze helemaal niet willen kiezen tussen Rusland of de EU.

Tienduizenden mensen protesteerden tegen deze draai op het Maidan-plein. Het verzet escaleerde na bloedige staatsrepressie en Janoekovitsj vluchtte hals over kop naar Rusland. De EU was er snel bij om blijvend de machtsverhoudingen in het land te verschuiven in het voordeel van het Europese bedrijfsleven. Guy Verhofstadt prees op Maidan activisten voor hun inzet: ´Veel mensen zeiden vandaag tegen mij “EU bedankt”, maar wij verdienen jullie dank niet. Wij zouden jullie moeten bedanken.’4

De nauwe banden met de EU brengen een zware slag toe aan de Russische economische zone, de Euraziatische Unie (EAU). Als reactie op deze draai heeft Rusland de Krim geannexeerd, hebben verschillende oostelijke provincies zich afgesplitst en zijn milities in gevecht met de Oekraïense staat. Duizenden mensen zijn hierbij omgekomen en meer dan een miljoen mensen zijn gevlucht. De nieuwe president en multimiljonair Porosjenko kwam in de herfst van 2014 alsnog een tekst overeen voor een associatieverdrag met de EU. Hij noemde dit ‘een even belangrijke stap’ als de onafhankelijkheid van het land in 1991.

Economische gevolgen

EU-associatieverdragen komen in soorten en maten. Sommigen zijn expliciet bedoeld als opstapje richting EU-lidmaatschap, de zogenaamde ‘stabilisatie- en associatieovereenkomsten’. Dit geldt bijvoorbeeld voor staten in de Balkan zoals Macedonië en Servië. Andere akkoorden worden in de eerste plaats gesloten om economische en geopolitieke belangen en vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid. Zo heeft de EU een associatieverdrag met Turkije en wordt er naast met Oekraïne ook onderhandeld met Georgië. Op termijn kunnen deze banden ook uitgroeien tot toetreding tot de EU.

Het associatieverdrag met Oekraïne is in de eerste plaats een ‘diep en veelomvattend handelsverdrag’ waardoor Oekraïense bedrijven toegang hebben tot de EU en Europese multinationals tot de Oekraïne. In de praktijk heeft Oekraïne echter weinig te exporteren, dus betekent het vooral een onderwerping van deze economie aan grote Europese landbouw- en energiebedrijven. Het zwaartepunt van de economie zal door het akkoord verschuiven van industrie naar landbouw.

De industrie in het oosten van Oekraïne is namelijk niet concurrerend genoeg voor de Europese markt, maar ziet wel haar exportmarkt in Rusland opdrogen. Oekraïne wordt daardoor nog afhankelijker van Europese multinationals op jacht naar grondstoffen. De Russische socialist Boris Kagarlitsky zei dat het doel van het akkoord is ‘het vernietigen van de Oekraïense economie en het veranderen van de lokale bevolking in gastarbeiders voor de EU, goedkope arbeid voor “buitenlandse directe investeringen”, en consumenten voor buitenlandse producten.’5

Het akkoord betekent dus een verdere versterking van het neoliberale programma dat Oekraïne sinds zijn onafhankelijkheid heeft geïmplementeerd. In ruil voor een lening van het IMF ter waarde van 17,5 miljard euro6 is het land – net als Griekenland binnen de EU – al gedwongen ‘hervormingen’ door te voeren zoals het afbreken van publieke voorzieningen, het verlagen van de pensioenen en het verhogen van de gasprijs.

Economische handel is echter niet de drijvende kracht achter het associatieverdrag. ‘Met een bruto binnenlands product van honderd miljard euro is de Oekraïense economie precies even groot als die van Noord-Holland’, schrijft keynesiaans econoom Ewald Engelen.7 Geopolitieke belangen zijn hierbij doorslaggevend.

Imperialistische rivaliteit

Het akkoord is onderdeel van een inter-imperialistische machtsstrijd die plaatsvindt tussen de economische blokken van de EU en de Euraziatische Unie rond Rusland. De Europese invloedssfeer is de afgelopen decennia steeds verder naar het oosten verschoven. Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie hebben al 12 oud-communistische staten zich bij de NAVO aangesloten en werden er 11 onderdeel van de EU.

Politici zoals Verhofstadt doen alsof ‘vrede’ het doel is van Europese integratie. In het Europese project is onderlinge vrede echter altijd een middel tot een ander doel geweest: een grotere en stabiele thuismarkt. De EU is voor grote bedrijven uit de kern van Europa een vehikel waarmee zij toegang hebben tot een steeds grotere markt en werkende mensen in verschillende landen tegen elkaar kunnen uitspelen.

Door deze grotere thuismarkt en hogere uitbuitingsgraad kunnen Europese bedrijven beter concurreren met multinationals uit de VS en China. De EU verdedigt het belang van grote bedrijven als het gaat om toegang tot grondstoffen en markten – of het nu door oorlogen gebeurt zoals in Mali, Afghanistan of Libië, of door het sluiten van vrijhandelsverdragen zoals TTIP en CETA. Het associatieverdrag met Oekraïne betekent een versterking van het Europese blok en tegelijkertijd een verzwakking van het Russische. Het associatieverdrag betekent daarmee ook dat deze concurrentie verder op de spits wordt gedreven.

Andere voormalige Oostbloklanden zoals Polen en de Baltische staten hebben ondertussen tijdelijke NAVO-bases op hun grondgebied, en eisen permanente. Het associatieverdrag maakt Oekraïne de facto onderdeel van de NAVO en kan de EU het territoriale conflict tussen Oekraïne en Rusland in trekken.

Verdeelde heersende klasse

Maar dat het EU-associatieverdrag slecht uitpakt voor de Oekraïense arbeidersklasse en een uiting is van het inter-imperialistische machtsspel tussen Rusland en de EU, betekent nog niet dat we moeten oproepen om hier in Nederland tegen te stemmen. We zouden hier ook geen campagne steunen die oproept om Griekenland uit de euro te zetten, hoewel de euro ook daar een vernietigende uitwerking heeft. Oekraïners en Grieken moeten zelf kunnen bepalen hoe hun toekomst eruit ziet, onze strijd moet zich richten tegen ‘onze eigen’ heersende klasse. Dit is een belangrijk verschil met het referendum in 2005 toen de vraag ging over de Nederlandse verankering van neoliberaal EU-beleid.

Als het gaat over de EU is deze heersende klasse in de kern van Europa meer verdeeld dan ooit. Overal zien we de opkomst van nationalistische partijen: de PVV in Nederland, UKIP in Engeland en het Front National in Frankrijk. En dit sentiment is ook aanwezig binnen de conservatief-rechtse partijen. Meer dan de helft van de leden van de Conservatieve Partij in het Verenigd Koninkrijk lijkt van plan te zijn tegen lidmaatschap van de EU te stemmen in het referendum voor eind 2017.

Onder druk van de economische crisis en de ongelijkmatige ontwikkeling binnen de eurozone kraakt de EU in haar voegen. Afgelopen jaar werd het zogenaamde vrije verkeer van personen – dat nooit vrij was voor ongedocumenteerden – tussen verschillende lidstaten opgeheven. Een ongekende stap. Types als Thierry Baudet in Nederland hebben geen probleem met de EU omdat alleen de winst telt, maar omdat het Europese project deze naar hun idee juist in gevaar brengt.

Normalisering van GeenStijl

De nationalistische vraagstelling is niet het enige probleem met het referendum. Dat we überhaupt naar de stembus kunnen is het gevolg van een intensieve campagne van het rechtse mediabedrijf GeenStijl. Met steun van PVV en SP haalde het bedrijf, onderdeel van de Telegraaf Media Groep, genoeg handtekeningen op om een referendum af te dwingen. Het referendum zal de racistische en seksistische politiek van GeenStijl verder normaliseren. Het blog heeft een grote rol gespeeld in het creëren van het racistische klimaat tegen moslims en vluchtelingen waarin we ons nu bevinden.

Het mediabedrijf doet er alles aan om mensen te mobiliseren. Via GeenPeil kunnen mensen zich inmiddels aanmelden om flyers in de bus te doen, mensen aan te spreken op straat of subsidie aan te vragen voor een lokale campagne. De website probeert ook 400.000 euro op te halen bij lezers om campagne te kunnen voeren. Hoewel dit op een mislukking lijkt uit te draaien – halverwege staat de teller nog niet eens op eentiende van dit bedrag – betekent de campagne een kwalitatieve stap vooruit voor het weblog.

GeenStijl profileert zich graag als anti-establishment, maar door een referendum te organiseren rond het associatieverdrag en niet tegen bijvoorbeeld de bezuinigingen op de zorg of TTIP, laat het zien dat het hier stevig onderdeel van is. Het meest waarschijnlijke resultaat van het raadgevende referendum is een overweldigend nee en een opkomst onder of tegen het 30-procentsquorum. Versterkt door het feit dat het akkoord door alle andere EU-lidstaten al geratificeerd is, zal de regering er waarschijnlijk niets meedoen, en kan GeenStijl weer roepen dat zij verraden is door ‘de politieke elite’.

Het blog heeft bovendien helemaal niets met democratie. Zoals we ook uit eigen ervaring hebben mogen leren, probeert het blog activisten die strijden voor gelijkheid het zwijgen op te leggen, bijvoorbeeld als het gaat om antiracisten als Abulkasim Al-Jaberi en Quinsy Gario of feministes als Asha ten Broeke en Sunny Bergman. Het haatblog probeert geregeld bijeenkomsten te laten verbieden zoals die over Palestina op de VU vorig jaar.

Links en het associatieverdrag

Dat Nederlanders gevraagd wordt te stemmen over mensen in Oekraïne en dat het racistische mediabedrijf GeenStijl de drijvende kracht is achter het referendum laat zien dat er nauwelijks ruimte is voor een links tegengeluid. Het lage niveau van klassenstrijd in Nederland heeft er de afgelopen jaren voor gezorgd dat het rechtse frame over de EU – in termen van tegenstellingen tussen landen, in plaats van tussen klassen – steeds dominanter is geworden.

Dit is ook te zien in de argumentatie van de SP8 voor een nee tegen het associatieverdrag. Zij schrijft bijvoorbeeld dat Oekraïne ‘nog heel veel huiswerk te doen als het gaat om democratie, de fundamentele rechten van de mens en de rechtsstaat. Een associatieverdrag zou dan niet aan de orde moeten zijn’. Ook stelt zij dat ‘de kans aanzienlijk is dat EU-geld verdwijnt in de zakken van corrupte oligarchen’. Hiermee dreigt de SP socialistische principes van internationalisme en solidariteit te verruilen voor Europees chauvinisme.

Als het gaat om mensenrechten en corruptie zijn de EU en Oekraïne juist a match made in heaven. Duizenden vluchtelingen verdrinken elk jaar aan de grenzen van Fort Europa. In de EU worden zij geconfronteerd met ondermaatse opvang, zondebokpolitiek en worden velen bedreigd met deportatie. Hiernaast overzagen de structuren van de EU een herverdeling van honderden miljarden euro’s van gewone mensen naar de banken – over geïnstitutionaliseerde corruptie gesproken.

Voor een links alternatief

De SP staat niet alleen in haar tegen campagne. Ook Ewald Engelen kondigde aan tegen te gaan stemmen.9 ‘Het briljante van #GeenPeil is namelijk dat het geen enkele consequentie heeft; dat verdrag komt er toch wel. Het is een loepzuivere populariteitspoll. Voor of tegen de kaste – dat is de vraag.’ Maar ook symbolische vragen kunnen erg reële gevolgen hebben.

In plaats van campagne te voeren aan de zijde van een van de kampen van de kapitalisten tegen het andere kamp, hebben we in Nederland een strijd te voeren tegen de kapitalistenklasse als geheel. Dat is zowel tegen het pro-Europese kamp als tegen het nationalistische en racistische kamp. Om met de Duitse socialist Karl Liebknecht te spreken: de hoofdvijand staat in eigen land!10

Voor het opbouwen van een strijdbaar links is het belangrijk dat we vertrekken vanuit eigen kracht, in plaats van dat we achter initiatieven van rechts aanhobbelen. Duitse communisten steunden onder richtlijnen van Stalin in 1931 het door de nazi’s afgedwongen referendum tegen de sociaal-democraten. Deze tactiek van de communisten betekende vooral een verdere versterking en legitimering van rechts. Arbeiders zagen het gevaar van de nazi’s duidelijker dan de communisten en steunden de sociaal-democraten.

De SP is een partij met 50.000 leden. Zij heeft het racistische blog The Post Online en een referendum tegen het associatieverdrag helemaal niet nodig om mensen te bereiken. Zij zou zelf campagne kunnen voeren voor een landelijk referendum over TTIP of het bezuinigingsbeleid, zoals de SP-afdeling in Rotterdam nu doet rond de huurwoningen.11 Dit referendum is geen springplank voor een versterking van de positie van werkende mensen in Europa, maar dreigt de Nederlandse arbeidersklasse juist verder een nationalistisch en racistisch moeras in te leiden.

Noten

  • 1. Thijs Niemantsverdriet, ʻNegeren als campagnestrategieʼ, NRC 30 oktober 2015. http://www.nrc.nl/next/2015/10/30/negeren-als-campagnestrategie-1550846
  • 2. Leon Trotsky, ʻAgainst National Communism! (Lessons of the “Red Referendum”)ʼ, augustus 1931. https://www.marxists.org/archive/trotsky/germany/1931/310825.htm
  • 3. Rob Ferguson, ʻUkraine: imperialism, war and the leftʼ, International Socialism 144, 2014. http://isj.org.uk/ukraine-imperialism-war-and-the-left/
  • 4. Open Vld, ʻGuy Verhofstadt speecht op Maidan in Kievʼ, YouTube 21 februari 2014. https://www.youtube.com/watch?v=rQnXo2HMriQ
  • 5. Antoine Dolcerocca & Gokhan Terzioglu, ʻInterview: Boris Kagarlitsky on Ukraineʼ, Potemkin Review, mei 2015. http://www.potemkinreview.com/kagarlitsky-interview.html
  • 6. Michael Roberts, ʻUkraine: a permanent winterʼ, Thenextrecession.wordpress.com, 17 maart 2015. https://thenextrecession.wordpress.com/2015/03/17/ukraine-a-permanent-winter/
  • 7. Ewald Engelen, ʻ#geenpeilʼ, De Groene Amsterdammer, 13 januari 2016. https://www.groene.nl/artikel/geenpeil
  • 8. ʻSP zegt nee tegen associatieverdrag met Oekraïneʼ, 14 oktober 2015. https://www.sp.nl/nieuws/2015/10/sp-zegt-nee-tegen-associatieverdrag-met-oekraine
  • 9. Ewald Engelen, ʻ#geenpeilʼ, De Groene Amsterdammer, 13 januari 2016. https://www.groene.nl/artikel/geenpeil
  • 10. Karl Liebknecht, ʻThe Main Enemy Is At Home!ʼ, Pamflet, mei 1915. https://www.marxists.org/archive/liebknecht-k/works/1915/05/main-enemy-home.htm
  • 11. ʻRotterdammers naar stembus over sloop woningenʼ, RTV Rijnmond, 26 januari 2016. http://www.rijnmond.nl/nieuws/137607/Rotterdammers-naar-stembus-over-sloop-woningen