Redden klimaat eist breken met de markt
.
Rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) maken duidelijk hoe ver gevorderd het probleem is, en de inschattingen van het IPCC zijn eerder nog aan de voorzichtige kant.Volgens wetenschappers als James Hansen (NASA) is het smelten van ijskappen, en de stijging van de zeespiegel daardoor, niet meegewogen.
Minder ijs is minder weerkaatsing van zonnestralen, en meer absorptie – waardoor de opwarming en het smelten van ijs nog weer sneller gaat. Hansen concludeert: ‘We hebben maximaal tien jaar – niet om te besluiten over actie, maar om het traject van wereldwijde uitstoot van broeikasgas fundamenteel te veranderen.’
Dat is de dreiging: catastrofale ontsporing van het klimaat, droogte en overstromingen. Maar de technologie om de uitstoot van broeikasgas radicaal terug te brengen is aanwezig. Het kost niet absurd veel: om de uitstoot van broeikasgas in 2030 te stabiliseren tussen 445 en 535 eenheden (het huidige niveau is 400) zou 3 procent van het wereldwijde bruto nationaal product vergen.
Drastische maatregelen zijn nodig. Het gebruik van fossiele brandstof (olie, kolen, gas) moet teruggebracht, zonne-energie, windmolens en getijdencentrales moeten de huidige kolencentrales vervangen, goed opgezet openbaar vervoer moet het huidige autoverkeer vrijwel overbodig maken, drastische energiebesparing moet snel worden doorgevoerd.
Binnen de huidige maatschappij gaat dit niet. De weerstand van grote bedrijven zal voor rampzalige vertraging zorgen als die niet tijdig wordt gebroken. Zo dwarsboomde de Duitse auto-industrie een EU-richtlijn die de uitstoot van CO2 moest terugbrengen tot 120 gram per kilometer. Het werd uiteindelijk 130. De reden: invoering van een schonere motor kost geld. Zolang bedrijven niet zeker zijn dat al hun concurrenten evenredig op kosten worden gejaagd, zullen ze dwarsliggen. Dus moet de verplichting om schone technologie in te voeren bindend worden opgelegd.
De omschakeling zet de huidige kapitalistische orde op de helling. De machtigste multinationale bedrijven doen in oliewinning en -verwerking, of gebruiken olie en gas als grondstof (chemische energie) of maken producten die op olie rijden (auto’s, vliegtuigen). De huidige oorlogvoering heeft olie tot inzet en drijft zelf ook op olie om al die tanks en vliegtuigen in beweging te houden. Redding van het klimaat vergt daarom confrontatie met General Motors, Shell, Exxon en Gazprom – en met het Pentagon en vergelijkbare instanties.
Vervuilende bedrijven gebruiken trucjes om aan serieus beleid te ontkomen. Zo bieden vliegmaatschappijen klanten een verzekering aan dat, ter compensatie van de vervuilende kerosine, geld zal worden gebruikt voor schone energie, besparing of andere ‘compensatie’. De consument mag daar dan zelf voor betalen. Probleem is dat kerosinegebruik niet moet worden gecompenseerd maar teruggedrongen. Probleem is ook dat mensen zo het gevoel wordt aangepraat dat er niets wezenlijks hoeft te veranderen, dat lapmiddelen volstaan.
Een beroep doen op de consument is een druppel op een gloeiende plaat, of erger. De gloeilamp verbieden en de spaarlamp invoeren is uitstekend, maar verlichting is nu 2 procent van het energiegebruik in huishoudens, en zou met spaarlampen 1 procent worden. Daar gaat het niet van afhangen.
Energiebesparing is nodig – op gigantische schaal. Binnen de markteconomie zal dat niet werken. Met subsidies en belastingmaatregelen kun je ondernemers verleiden tot invoeren van wat schonere motoren en machines. Maar het winststreven zorgt ervoor dat dit ongedaan wordt gemaakt door méér machines en motoren te verkopen – zodat de uitstoot gelijk blijft of zelfs groeit. Als auto’s half zoveel vervuilen, maar twee keer zo talrijk worden, zijn we nog geen stap opgeschoten. En het klimaat reageert niet op uitstoot per product, maar op totale uitstoot.
Die moet omlaag, en dit vergt bindende maatregelen, productieplafonds, verplichte vervanging van kolencentrales door schone energiebronnen. Een programma van planmatig doorgevoerde openbare werken op wereldschaal is nodig voor omvorming van een economie gebaseerd op fossiele energiebronnen tot een duurzame economie.Dit staat haaks op wat politici dertig jaar lang doordrukken: meer markt, alles overlaten aan het winstmotief. Daarom deinzen politici terug: als we de markt opzij kunnen schuiven om het klimaat redden, zullen mensen dan ook niet eisen dat de markt opzij gaat om zorg, onderwijs, pensioenen en dergelijke te redden?
Dat zou de kapitalistische orde en zijn prioriteiten doen wankelen. Precies daarom zal de redding van het klimaat, en de drastische inbreuk op de markt die dit vergt, enorme druk vergen van een massabeweging die onze leiders ertoe dwingt, of ze anders vervangt.