Recht op privacy onder vuur

Op allerlei manieren is het recht op privacy de afgelopen jaren door de staat uitgehold en onder vuur genomen. In Nederland wordt meer afgeluisterd dan waar dan ook ter wereld.
20 november 2009

Privacy?

Door Jelle Klaas

Er is steeds meer cameratoezicht en de beelden van verdachten worden makkelijker openbaar gemaakt. Er is een DNA-databank voor veroordeelden. Het lichaamsmateriaal van alle veroordeelden voor misdrijven, ook jongeren, kan tot tientallen jaren opgeslagen worden. Er is het Elektronische Patiënten Dossier (EPD), waarmee de meest privacygevoelige informatie makkelijk in te zien is.

Dan is er de OV-chipkaart, waarmee al je reizen zorgvuldig gedocumenteerd worden, en natuurlijk het paspoort met vingerafdrukken, die worden opgeslagen in een databank waarover nog zo goed als niets bekend is. De laatste ontwikkelingen zijn dan nog de parkeerautomaten in Amsterdam en de afvalbakken in Haarlem die systematisch bijhouden en opslaan wie wanneer en waar respectievelijk de auto parkeert of vuilnis weggooit.

De meeste van dit soort ontwikkelingen hebben amper tot ophef geleid. Bij het EPD hebben weliswaar gelukkig honderdduizenden mensen bezwaar gemaakt tegen het opnemen van hun gegevens. Bovendien bleek dat een zeer groot gedeelte van nota bene de artsen bezwaar had tegen opname van hun eigen dossier. Bij de OV-chipkaart bestond de meeste ophef echter over de mogelijke fraude met de kaart, en niet over de inbreuk op de privacy. Bij de vingerafdrukken in het nieuwe paspoort bleef het bij enkele kritische artikelen en een door Vrijbit ingestelde procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Volgens de Europese Toezichthouder Gegevensbescherming zijn veel Nederlanders naïef over de bescherming van hun privacy. Ondanks alle aangehaalde ontwikkelingen is de bezorgdheid onder Nederlanders over hun privacy volgens onderzoek gedaald van 50 naar 35 procent. Terwijl de bezorgdheid in de meeste EU-landen juist toenam van 80 naar 90 procent. Dit is een ernstige ontwikkeling. Er zijn drie redenen waarom we ons juist drukker zouden moeten maken over de inbreuken op onze privacy en deze moeten proberen terug te dringen.

Ten eerste kan er namelijk altijd iets fout gaan met de verwerking van je persoonsgegevens. Bij biometrische gegevens in paspoorten is dit bijvoorbeeld volgens onderzoek in 2 tot 3 procent van de gevallen. Ook bij DNA kan van alles misgaan. In de VS is het al voorgekomen dat er op basis van DNA-bewijs mensen onschuldig zijn vastgezet.

Ten tweede kun je er niet op te vertrouwen dat de Nederlandse regering zorgvuldig met onze gegevens omgegaat. Er zijn al eerder leugens verteld en beloften gebroken over de oorlog, de crisis en klimaatverandering. Waarom zou dat anders zijn als het om onze persoonsgegevens gaat? Dit kabinet heeft zich voor de aanschaf van vaccins laten voorlichten door een wetenschapper met aandelen in het bedrijf waar de vaccins die hij aanraadde gekocht werden. Waarom zou dit kabinet geen deal maken met zorgverzekeraars en hun bedrijfsartsen over de informatie aangaande jouw DNA of gezondheid?

Ten derde: als je al naïef genoeg bent om déze regering met al je privacygevoelige gegevens te vertrouwen, zou je dat dan ook doen bij alle toekomstige regeringen? De kans dat Geert Wilders aan de macht komt is bijvoorbeeld helaas niet meer zo onrealistisch. Wat als toekomstig minister van Justitie Hero Brinkman kan beschikken over alle databanken met informatie? Dat is een beangstigend scenario.