Racistische bedreiging in Amsterdam-Oost: ‘Ik voel me niet meer veilig’

In een wereld waar Trump en Wilders de boventoon voeren, vinden steeds meer mensen het normaal om met agressie en zelfs geweld hun racisme te uiten. Op social media en ook steeds meer op straat. Is dit het nieuwe ‘normaal’ dat minister-president Mark Rutte voor ogen heeft? De Amsterdamse Hakima Aouragh (38) vindt van niet. Zij en haar dochtertje werden donderdagmiddag 2 februari in Amsterdam-Oost zwaar bedreigd door een ‘nette’ Hollandse man.
9 februari 2017

Door Kirsten Zimmerman

‘Kuthoer! Jij moet oprotten!’ Op donderdagmiddag rond 17:00 heeft de zwangere Hakima net haar driejarige dochtertje van de crèche gehaald. Omdat Aouragh ook last heeft van haar heup drentelen ze rustig samen over de brug vlakbij hun huis in Oost. Totdat een Hollandse man hen plotseling bruusk inhaalt. Hij is zeer geïrriteerd en als Hakima hem vraagt wat er scheelt, draait de man zich om, loopt naar hen toe en begint in haar gezicht te schreeuwen: ‘Kuthoer! Kutwijf! Je moet je bek houden en gewoon doorlopen!’ Een keurige, middelbare, witte man, met wat boodschappen van de supermarkt in zijn hand.

Aouragh, geboren en getogen in Amsterdam, kan goed voor zichzelf opkomen, maar nu heeft ze een klein meisje bij zich dat ze wil beschermen en niet met een trauma opzadelen. Daarom beheerst ze zich en vraagt de man tevergeefs of hij wil doorlopen. Of hij dit niet wil doen waar een klein kind bij is. De man gaat dan echt door het lint en schreeuwt: ‘Jij moet helemaal oprotten! Rot op naar je eigen land!’ Hakima is bang dat de man haar iets zal aandoen, maar ze laat hem toch weten dat hij een racist is. Waarop de man dreigt haar in de gracht te gooien en zegt dat een volgende keer ook echt te zullen doen. ‘Wij liepen letterlijk voor hem in de weg als “buitenlanders”. Maar ik riep: “Wij zijn hier. You better accept it”.’

‘Weg, weg’

Uiteindelijk kunnen moeder en kind doorlopen, maar Aouragh komt totaal overstuur thuis. Ze probeert vrolijk te doen voor haar dochter, maar in een zijkamer huilt ze aan de telefoon. Bij het avondeten zegt haar dochtertje plotseling ‘weg, weg’ tegen haar vader. ‘Ach, die meneer moet zelf weg. Dat hebben wij gezegd’, probeert Hakima luchtig te antwoorden. De nacht na het voorval slaapt ze vreselijk slecht, ze zweet, heeft nachtmerries en ’s ochtends bij het wakker worden doet haar hele lijf pijn. ‘Alsof hij me helemaal in elkaar had geslagen.’

De Amsterdamse, opgegroeid in een migrantengezin, is kapot van deze gebeurtenis. ‘Deze aanval is de vertaling van het huidige politieke klimaat. Dit is het zelfvertrouwen van racisme. In mijn eigen buurt, in mijn eigen stad, waar ik al bijna 39 jaar woon. Ik voel me niet meer veilig.’ Hakima is gewend dat ze als kind van zogenaamd ‘allochtone’ ouders extra voor zichzelf moet opkomen. Dat je een andere plek in de samenleving hebt dan witte Nederlanders, die haar als vijftienjarige nog complimenteren met haar goede Nederlands. ‘Toen vond ik het aardig als dat werd gezegd, maar zo’n opmerking benadrukt alleen maar dat je “anders” bent en er niet vanzelfsprekend bij hoort. En nu zou ik helemaal moeten “oprotten” naar mijn “eigen land”?’

Aouragh maakt zich niet alleen zorgen om zichzelf, maar vooral om haar kinderen. ‘Hoe leg ik aan mijn dochter uit wat racisme is? Dat die man vindt dat er minder van haar soort moeten zijn? Mijn baby is uitgerekend in mei. In wat voor wereld komen die kinderen terecht, als Wilders in maart de verkiezingen wint en zelfs de minister-president verklaart dat je mag “oppleuren” als je als niet-witte Nederlander niet “normaal” doet. Díe Hollandse man op straat, díe moet normaal doen. Maar hij voelt zich door de politiek gesteund. En mijn kinderen worden tweederangsburgers.’

Ze verwacht dat dit soort racistische aanvallen en dreigementen in de nabije toekomst alleen maar zullen toenemen. ‘En dan draag ik nog geeneens een hoofddoek, zoals mijn zussen.’ Het is geen uitzondering om als moslima op straat rot te worden behandeld of zelfs bespuugd.

Politie

Ook de politie staat voor Aouraghs gevoel niet automatisch aan haar kant. ‘In mijn strijd tegen racisme staat de politie meestal tegenover mij. Tijdens een van de eerste demonstraties tegen Wilders in 2005 werd ik gearresteerd, toen ik vreedzaam protesteerde tegen zijn uitspraken, die vergeleken met nu nog soft waren. En als ik bij een aangifte aan de telefoon mijn naam noem dan weten ze al dat ze met een niet-witte Nederlander te maken hebben. Dan voel ik dat mijn aangifte bij voorbaat minder serieus wordt genomen. Stel dat dit een zwangere, zieke blonde vrouw met een blonde peuter was overkomen. Bedreigd door een Marokkaanse man. Dan had je een artikel in de kranten en Kamervragen.’

Na lang aarzelen besloot Hakima de dag na de bedreiging toch de politie te bellen om aangifte te doen. De agente hoorde het hele verhaal aan, maar begreep niet hoe ernstig de bedreiging voor Aouragh was. ‘De man woont waarschijnlijk in de buurt, dus ik ben erg bang hem weer tegen te komen. En wat er dan kan gebeuren. Maar de agente zei: “Ach, denkt u echt dat hij u dan nog herkent?” En dreigen iemand in de gracht te gooien is geen strafbare doodsbedreiging.’ Als Hakima nog iets met het voorval wil, moet ze maar naar het bureau gaan. Bij deze reactie breekt er iets in haar. Zie je wel, de politie neemt haar niet serieus.

Aouragh voelt zich machteloos. ‘Waar kan ik terecht? Je hebt het Steunpunt Anti-discriminatie en het meldpunt Islamofobie die goed werk leveren, maar het is niet genoeg. Ik heb het idee dat ik nu de geschiedenis van de jaren dertig meemaak. Wanneer gaat het te ver? Wanneer gaat de PVV te ver? Die man op straat zou lid kunnen worden van een knokploeg van Wilders. Wanneer gaan we iets dóen? Wanneer gaan we ons massaal verzetten?’

Hakima is vastberaden de strijd aan te gaan. ‘Er moet een massale burgerrechtenbeweging komen, van niet-wit en wit samen, die slachtoffers van racisme ook praktisch helpt en laat zien dat we dit niet langer pikken. Want in een racistische samenleving wil ik niet wonen en mijn kinderen grootbrengen. Ik hoop dat mensen op 18 maart bij de anti-racisme-demonstratie in groten getale de straat opgaan om die man die mij en mijn dochter aanviel een klap in het gezicht te geven.’

Kom vanavond naar de Actievergadering: Stop de opmars van extreem-rechts!
Demonstreer op 18 maart in Amsterdam: Sta op tegen racisme & discriminatie!

De Internationale Socialisten willen weerbaarheid tegen racisme organiseren en vergroten. We komen daarom graag in contact met mensen in Amsterdam-Oost die willen helpen door slachtoffers van racisme bij te staan en acties te organiseren als dat nodig is. Heb je ideeën of wil je meehelpen mail dan naar info(at)socialisme.nu ter attentie van Hakima Aouragh. Reacties van buiten Amsterdam-Oost zijn natuurlijk ook welkom.

Noot. Om redenen van privacy is bij dit artikel gekozen voor een foto van andere kinderen.