Racisme in Europa: van online schelden naar fysiek geweld

Maart 2011, Gyöngyöspata, Hongarije, een klein dorp ten noordoosten van Boedapest. Leden van de Burgerwacht Vereniging voor een Betere Toekomst bezetten gedurende twee maanden het plaatsje. Zij marcheren dag en nacht rond in camouflagekleding en kisten, met grommende honden en gewapend met bijlen en zwepen.
21 september 2012
Besmeurd verkiezingsaffiche van de fascistische Jobbik-partij in Hongarije


Door Catherine Black

Zij bonken op deuren en schijnen met zaklampen naar binnen bij de Roma-bevolking, die zij uitmaken voor ‘fucking vuile zigeuners’. Ze dringen scholen binnen en bedreigen Roma in spreekkamers van artsen. Geen van hen wordt aangeklaagd of gearresteerd. Dit is slechts één voorbeeld uit de ruim honderd gevallen in Pedlars of Hate: The Violent Impact of the European Far Right.

Het is een uitgave van het in Londen gevestigde Institute of Race Relations, een antiracistische denktank die al meer dan vijftig jaar onderzoek doet naar racisme in Groot-Brittannië en andere Europese landen. Auteur Liz Fekete wil laten zien dat er een patroon zit in de door haat en racisme geïnspireerde misdaden die plaatsvinden in Europa. Zij beschrijft de fasen die extreem-rechtse groeperingen doormaken, van racistische uitlatingen online naar geweld op straat tot moord en het verzamelen van wapens in voorbereiding op een rassenoorlog.

De gevallen die zij documenteert demonstreren ook een schokkend gebrek aan kunde binnen de politie- en veiligheidsdiensten. Het falen van de Duitse politie en inlichtingendiensten in de opsporing van de NSU, de neonazistische organisatie die tussen 2000 en 2007 ten minste zeven moorden pleegde, is slechts het meest bekende voorbeeld hiervan. Extreem-rechtse sympathieën binnen de gelederen van deze diensten dragen bij aan dit falen.

De Griekse politie is een treffend voorbeeld: meer dan de helft van de agenten stemden bij de recente verkiezingen op de neonazistische Gouden Dageraad. Bovendien erkent de politie niet dat de eerste slachtoffers van extreem-rechts degenen zijn die zich ertegen uitspreken, zoals antifascisten, linkse politici en vakbonden. Zij zien fascisten en antifascisten als gelijke kwaden en uitsluitend in het kader van de openbare orde.

Extreem-rechts in Europa kent in elk land zijn eigen specifieke ontwikkeling en uitingsvormen. Daar waar in West-Europa islamofobie de boventoon voert, zijn in Oost-Europa Roma het hoofddoelwit. Maar overal is wat Fekete ‘omgekeerd racisme’ noemt de basis. Hierin zijn de autochtonen of de blanke bevolking de slachtoffers van de ‘ander’, of het nu Roma, moslims, joden of asielzoekers zijn.

Fekete waarschuwt dat het gevaar van deze retoriek, die het klimaat schept waarin online schelden overgaat in fysiek geweld, onvoldoende wordt onderkend en neemt Nederland als voorbeeld: ‘Populisten zoals Geert Wilders rekken de grenzen van wetgeving aangaande aanzetten tot haat op. Maar als zij zichzelf succesvol verdedigen (zoals Wilders recent heeft gedaan), zal vrijheid van meningsuiting bovenkomen als de absolute vrijheid waaraan andere vrijheden – ook het recht op leven – ondergeschikt zullen worden.’

Pedlars of Hate illustreert hoe ver dit proces in Europa al op weg is. De auteur stelt zich ten doel aan te zetten tot nadenken en tot actie. Met hoofdstukken die vooral bestaan uit een opsomming van de gedocumenteerde misdaden is deze uitgave meer een naslagwerk dan een leesbaar pamflet, maar het volbrengt daarmee wel zijn missie.