Racisme en politiegeweld in Tanger
Door Miriryam Aouragh
Toussaint Alex, Moussa, Cedric. Dit zijn de namen van de sommigen van de migranten die Afrika doorkruisten om de haven te bereiken, de laatste stop voor Europa. Sommigen van hen worden teruggebracht naar huis, nadat hun ambassades intervenieerden of lokale kerken geld inzamelden om hun lichamen terug naar huis te laten vliegen.
Wie zijn deze, over het algemeen naamloze mensen, uit Kameroen, Congo, Senegal, Togo, Guinee, Djibouti, Mali, Benin, Ivoorkust, Burkina Faso en zelfs Somalië, die Marokko helemaal bereiken? De drie genoemde mensen zijn bekender bij de mensen in Tanger, omdat ze er niet meer zijn en het laatste dat ze zagen de Marokkaanse politie was.
Ze kwamen vol met dromen en plannen naar Tanger, en woonden, zoals de meesten van hun broeders en zusters, verspreid over vier wijken: Boukhalef, Mesnana, Plasatoro en, een klein gedeelte van hen, in de oude stad (Medina Qdima) in het centrum. Nu hun gemeenschappen groeien in Marokko, verandert de discussie; en nu de politieke barometer van Marokko verandert, wordt de relevantie van ‘het Afrikaanse volk’ voor een taal die stoelt op politiek populisme ook groter.
Ze worden meestal simpelweg ‘3wazza’ (zwarten) genoemd, de oude term om zwarte Marokkanen aan te duiden. Een erfenis van een langere geschiedenis van zwart-witte verhoudingen in de Maghreb, zoals afgelopen jaar bijvoorbeeld geïllustreerd besproken werd in een uniek nummer van het kritische historische blad Zamane.
Maar bizar genoeg wordt er nu naar hen verwezen als ‘Africanos’ – alsof Marokkanen zelf geen Afrikanen zijn. We hebben ook voorbeelden in andere steden gezien, zoals in Casablanca waar het ‘Afrikanen’ bijvoorbeeld onmogelijk wordt gemaakt appartementen te huren, wat Samia Errazzouki opmerkte in het electronische tijdschrift Jadaliyya.
Cedric
De meest recente dood, van Cedric, is een van de weinige gevallen waarvan we afweten in Tanger. We weten daarvan nog niet het hele verhaal en er zijn veel onvertelde, ongemelde gevallen. Maar de recente gebeurtenissen in Boukhalef in Tanger suggereren dat er een climax is bereikt. Dit gebeurt per slot in een post-2011 context gebeurt, waarin er sowieso onrust is. Paradoxaal genoeg, bevestigt de aanpak van politiegeweld en doofpotten dat de beweging nog lang niet dood is.
Waarschijnlijk hierom kwam de consul ons vertellen dat we ‘kalm moesten blijven, totdat het “onderzoek” voorbij was’. Salif uit Kameroen legde verder uit dat de vele mensen die een zware tijd hebben in Tanger geen prioriteit zijn voor hun eigen regeringen. En waar hun leiders nauwe banden hebben met de Marokkaanse heersende elite, raden zij hun onderdanen zelfs af maatregelen te nemen.
Het wordt hiermee duidelijk waarom de migranten opeen gepakt zitten in Boukhalef, helemaal in de buitenwijken bij het vliegveld: het is zo afgelegen dat hun levens en ervaringen uit het zicht van de meerderheid van Tanhawa (inwoners van Tanger) kunnen worden gehouden, en politie-invallen die tot zulke tragische sterfgevallen leidden minder verontwaardiging opleveren. Tot nu toe. We bezochten ‘de familie’: de ‘zusters en broeders’ die samen een eenheid vormen, gebaseerd op (buur)landen van herkomst, en die een tweekamerappartement delen.
Zo is er het Congolese/Senegalese huis van Toussaint Alex en het Kameroense huis van Cedric, die we later bezochten. De Congolese vrouwen, mannen en kinderen waren overduidelijk verveeld, omdat ze niet mogen werken, naar school gaan of van hun vrije tijd kunnen genieten in de stad. Ze zitten voornamelijk en kijken TV, terwijl ze wachten op een nieuwe kans om naar Europa te gaan. Waar de discussies met de vrienden van Alex kalm en warm waren, was de discussie in Cedricʼs huis veel minder ingetogen. Cedricʼs zuster en zijn goede vriend Michael konden nauwelijks spreken, veel anderen staarden in het luchtledige.
Maar Aicha, uitbundig en onbevreesd, vertelde hoe onwaardig het leven is. Ze vroeg, wijzend op de deur, ‘Wat is dit voor belachelijk gedrag van de politie, om hier te komen en onze deur in te trappen met hun voeten?’ Ik vroeg waarom ze niet gewoon aanbelden, en iemand mompelde ‘Het zijn beesten’.
Aïcha is een trotse vrouw en absoluut niet van plan om diplomatiek te zijn. Toen we haar vroegen of er voorbeelden van solidariteit waren van de Marokkaanse buren, wond ze er geen doekjes om, maar lachte sarcastisch, ‘Laat me niet lachen, ze zijn allemaal hetzelfde’. Je kan haar de generalisatie nauwelijks kwalijk nemen. Beelden van Cedric, die op zijn buik op de stoep ligt, met zijn hoofd in een plas bloed, verschenen in december op de sociale netwerken.
Zoals velen, voelden we aan dat dit iets anders ging worden, omdat er na het incident gelijk een spontaan protest was; als of er iets was geknapt. Toen we de video’s zagen, geschoten met camera’s op mobiele telefoons en tablets in hun kleine huiskamer, gisteren, begrepen we waarom. De amateurvideo’s, met hun onbewerkte geschreeuw en paniekerige uitroepen en immens verdriet, laten een verhaal zien van verlies en tragedie.
Het was zo dichtbij en direct gefilmd dat je het bloed nog uit zijn oren kon zien stromen, waarschijnlijk vanwege interne bloedingen na zijn val van het dak van de vier verdiepingen tellende flat. De dood van Cedric was de laatste druppel, volgens Salif. De officiële lezing dat Cedric ‘is gevallen’ wordt weersproken door getuigen. Zij zagen dat hij is geduwd nadat hij op det dak werd achtervolg door de politie: minstens de derde die dit overkwam.
Honderden mensen kwamen onmiddellijk de straat op, en het gebied stond op ontploffen toen iedereen zich rond Cedric verzamelde en besloot te demonstreren uit protest tegen de moord. Toen deden ze iets ongelofelijk: ze joegen de ambulance weg die het lichaam wilde meenemen, niet alleen omdat het te weinig en te laat was, maar ook omdat ze Tanger en de wereld wilden laten zie wat er was gebeurd, voordat het weer in de doofpot werd gestopt. Aime liet ons veel van zijn ter plaatse geschoten beelden zien. Die momenten werden ook vastgelegd door Tanja 24, hoewel geen van de mainstreammedia dit heeft laten zien.
De politie was nergens te bekennen, waarschijnlijk omdat het ze niet uitmaakte wat ze hadden aangericht. Maar ik denk dat het ook zo was omdat ze bang waren voor de protesten en eventuele rellen. De mensen die we spraken, en die slechts negen dagen geleden een geliefde verloren, waren duidelijk niet meer bang voor de politie.
Demonstratie
En dus ‘namen we het lichaam en marcheerden we van zijn huis door Boukhalef. We werden opgewacht door politielinies bij de rotonde van Mesnana.’ Gevechten met de politie duurden een paar uur en ze besloten zich terug te trekken. Maar het was een enorme demonstratie. Meer dan twee uur (van A tot B op de kaart) hadden ze gelopen, leuzen geroepen, gepauzeerd, doorgegaan en meer leuzen geroepen, totdat hun stemmen schor waren.
Waarom werden ze gestopt? Met de universele logica van onderdrukking is het belangrijk elke potentiële solidariteit te breken. Zelfs als mensen weinig weten over het lot van hun zwarte niet-Marokkaanse broeders en zusters, doen de feiten en de beelden van een moord op een negentienjarige jongen teveel denken aan de meedogenloosheid die wordt losgelaten op andere (niet-bevoorrechte, activistische of ongelukkige) Marokkanen.
Maar bovenal moesten de troepen van de de Makhzan (de Marokkaanse naam voor gehate staatsfunctionarissen, vooral politie) voorkomen dat zou werken als focus voor de bestaande diepere frustratie in de rest van Tanger. Volgens activisten komen er meer bezuinigingen en privatiseringen aan. Het laatste wat het regime wil, is nog een golf van protest, vooral niet in het al geagiteerde noorden. Eigenlijk nergens in het land, dat sinds de opkomst van de 20-februaribeweging begin 2011 het toneel is van terugkerend massaprotest.
Meerdere politielinies moesten voorkomen dat ze doorstoomden naar de Medina, het centrum van Tanger, met Cedric op hun schouders, maar ze braken er doorheen. Terwijl ze om de beurt het lichaam van Cedric droegen – gewikkeld in een deken op een deur die ze uit het gebouw hadden gesloopt – scandeerden ze ‘La police, assassin!’.
Een dieptepunt was toen een groep (Marokkaanse) omstanders stenen gooiden naar de demonstranten. Maar verschillende Marokkaanse activisten hadden zich bij de demonstranten gevoegd, gooiden stenen terug als verdediging en probeerden de politie terug te dringen.
Monarchie
Maar het overheersende sentiment dat van Marokkanen die werden opgehitst tegen deze ‘Africanos’. Omdat ze werden gevoed met geruchten en racistische suggesties, organiseerden sommige hun eigen ‘tegen-demo’ een paar dagen later met een nogal schizofrene boodschap. Terwijl ze protestborden droegen waarop ze beweerden niet racistisch te zijn, riepen ze leuzen tegen Afrikanen. En als vreemde toevoeging, droegen ze foto’s van de Koning en prezen ze het vorstenhuis.
Ofwel onbedoeld, ofwel gewoon doordat een PR-aanpak terugketste, sleepten ze eigenlijk een taboe – de monarchie – een heel negatief vraagstuk binnen. Door de koning als hun dekking te gebruiken (letterlijk, met enorme portretten) terwijl de leuzen riepen tegen Afrikaanse migranten legden ze een verband dat de Makhzan zeker liever niet had gelegd. Door te trappen naar diegenen onder hen, vergeten ze tijdelijk hun eigen armoede en vernedering, maar worden gebruikt als pionnen die snel worden gedumpt als ze niet langer nuttig zijn. Dat is misschien wel net zo vernederend.
Minstens drie, maar mogelijk vier mensen uit Congo, Kameroen en Senegal zijn in de afgelopen jaren gedood door de politie. Dit zijn beangstigende ontwikkelingen. In feite was Alex nog maar één week in Tanger, een ‘speciaal welkom’ van de politie, zeiden sommigen cynisch. Misschien is het veelzeggender dat sommigen zich nu voorbereiden om terug te keren naar hun thuislanden: liever terugkeren naar de oorlog, armoede of ellende dan in Marokko blijven.
Vuile werk
Maar wat Marokko meer doet kunnen we alleen volledig begrijpen als we de EU erbij betrekken. Via complexe multilaterale overeenkomsten ontvangt Marokko miljoenen euro’s om het vuile werk te doen voor de eerste wereld-continenten door de to-be ‘sans papiers’, die op het punt staan om de oversteek te maken, te stoppen of terug te schoppen. Dit schimmige regeringsbeleid en omvat ook praktijken die corrupte handeltjes met politieagenten suggereren in de grensgebieden.
Sommigen vertelden ons zelfs dat Algerijnen en Marokkanen samenwerken door het delen van de namen of nummers van deportaties (praktisch gezien, krijgen ze een bonus per hoofd). Deze gebeurtenissen stimuleren een sterkere antiracismecampagne. Het is niet moeilijk om bruggen te bouwen omdat de politie gehaat wordt over de hele linie.
De Afrikaanse migranten zijn ook steeds beter georganiseerd. De Afrikaanse Diaspora is nu begonnen als nieuwe vereniging, en een aantal van de kleinere – meestal linkse – groepen leggen nieuwe contacten met hen. Op 10 december waren ze indrukwekkend aanwezig op de jaarlijkse protestbijeenkomst ter verdediging van mensenrechten in Sahat al Ummam op Boulevard Mohamed V.
Om deze netwerken samen te smelten moeten we het verband leggen tussen politiegeweld tegen Marokkaanse 20Feb demonstranten en werkloze activisten, en ons uitspreken tegen het anti-migrantengeweld, en als we protesteren tegen de extreme armoede waarin migranten leven moeten we wijzen op de Marokkaanse werkloosheid en verdieping van de economische crisis.
Boven alles, tussen de vele migranten die proberen om te vechten voor hun positie of voor economische verbeteringen zijn Marokkanen, en onder vele naamloze lichamen op de bodem van de zee zijn ook Marokkanen, en veel van degenen die lijden onder islamofobie en de impact van de groeiende rechtse partijen zijn Marokkanen. We tolereren dit niet tegen onze migranten in Europa en dus zullen we dit niet tolereren in Marokko tegen anderen.
Ik vond het makkelijker om empathie te creëren en twijfel te zaaien over de hetze door de staat toen ik hen herinnerde aan onze situatie als Europese migranten uit Marokko. Veel mensen, vooral hier in het noorden van Marokko, hebben familie in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Spanje. Het is belangrijk om te onthouden dat ‘wij’ niet allemaal verantwoordelijk zijn, want zijn we niet allemaal makhzan, daarom moeten we dit alles niet wegredeneren met een simpel ‘Marokkanen zijn allemaal racistisch’.
Evenmin mogen we toestaan dat de Europese pers zijn eigen institutionele en koloniale racisme wegwast door te schrijven over deze gebeurtenissen, waardoor het makkelijker wordt om te suggereren dat Noord-Afrikanen in Europa geen legitieme kritiek meer hebben.
Maar als we geen kant kiezen dan worden we zelfgenoegzaam en op den duur medeplichtig, daarom moeten we ons allemaal inzetten, door te discussiëren met onze verwanten, taxichauffeurs en af en toe een liberale commentator. Dit is hoe we een rol kunnen spelen om het racisme en de ellende te stoppen.