PvdA slachtoffert eigen minister

De partijleiding van de PvdA heeft gisteravond de eigen minister van Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar laten vallen. ‘Tegenvallende resultaten’ waren officieel de aanleiding, maar meningsverschillen over de toon in het integratiedebat waren de eigenlijke reden.
14 november 2008

Dat bleek alleen al uit Vogelaars eigen verklaring die ze bij haar aftreden voorlas. Daarin hekelde ze de zwalkende lijn van de PvdA. ‘Op het terrein van integratie moet ik constateren dat er na de periode-Fortuyn binnen de PvdA nog geen heldere, door de hele partij gesteunde koers is. Het accent ligt naar mijn mening te veel op de harde aanpak. Ik ben er zeer van overtuigd dat die aanpak tweeledig moet zijn: grenzen stellen en perspectief bieden. Dat hoort bij de kernwaarden van de sociaal-democratie.’

Vogelaar gaf direct vanaf haar aantreden uiting aan de wil om de bakens te verzetten na de harde, confronterende en beledigende aanpak van haar voorganger Verdonk. Ze verklaarde de boerka geen probleem te vinden, droeg een door een Marokkaanse ontwerpster gemaakte jurk op Prinsjesdag en zei in een interview te verwachten dat Nederland over een aantal eeuwen een joods-christelijk-islamitische cultuur zal hebben. Dit alles tot grote woede van Verdonk en Wilders. De laatste noemde Vogelaar tijdens een Kamerdebat zelfs ‘knettergek’.

De directe aanleiding voor de breuk was dat Vogelaar bij een bezoek aan de Antillen verklaarde dat de ‘Antillianenindex’ niet zal worden ingevoerd. Volgens deze maatregel, waarmee een meerderheid van de Tweede Kamer inclusief Vogelaars PvdA instemde, zou een speciale database worden aangelegd voor Antillianen die in Nederland betrokken waren bij criminaliteit. Het voorstel, dat op de racistische golven van de ophef over ‘straatterrorisme’ door het kabinet werd ingediend, bleek echter al voor Vogelaars bezoek aan de Antillen strijdig met elke bepaling over gelijke behandeling.

Veel media wijten de conflicten rond Vogelaars ministerschap aan haar ‘onhandige’ stijl van communiceren. Een deel van deze kritiek komt er op neer dat ze er niet in slaagde te communiceren in de ingestudeerde, van tevoren door spin-docters goedgekeurde one-liners die sommige van haar collega’s uitkramen. Op deze vermeende tekortkoming werd zij genadeloos aangevallen door de rechtse hyena’s van GeenStijl, door glamour-journalist Jort Kelder en schrijfster van semi-pornografische bestsellers Heleen van Rooyen. Maar de politieke basis voor deze aanvallen was Vogelaars standpunt in het islamdebat. De opmerkingen waarover politici en journalisten vielen waren niet zozeer onhandig, maar gingen in tegen de nieuwe politieke correctheid waarin een minister van Integratie zich alleen negatief mag uitlaten over de islam.

De val van Vogelaar toont hoe die islamofobe politieke correctheid niet alleen populistisch rechts en zijn aanhang, maar ook haar eigen partij in de greep heeft. Terecht wees ze in haar verklaring op het wereldwijde enthousiasme voor de verkiezing van Obama. Dat enthousiasme zou een pleidooi moeten zijn om te breken met een houding tegenover immigranten die bestaat uit isoleren en stigmatiseren. Maar de overheersende koers binnen de PvdA is die van Bos, Dijsselbloem en Spekman, de koers van aanpassing aan de retoriek van Wilders en Verdonk.

Vergelijk Vogelaar met de vorige minister van Integratie. Verdonk liet door haar manier van communiceren een spoor van ruzies na onder de vertegenwoordigers van migranten-organisaties met wie ze als minister om de tafel moest. Een niet gegeven hand was reden genoeg voor een rel. Maar zelfs haar ongepaste optreden na de Schipholbrand, waarbij elf vluchtelingen om het leven kwamen, was geen reden om haar te dwingen tot aftreden. Vogelaar koos ervoor in ieder geval in toon te breken met de standaard die door haar populistisch rechtse voorganger gezet werd. Dat zij nu door haar eigen partijtop wordt geslachtofferd maakt haarscherp duidelijk uit welke hoek de politieke wind waait.