Protesten tegen aanhoudend fascistisch geweld in India
Eind februari en begin maart waren er wederom protesten, deze keer rond het bezoek van Donald Trump. In ruil voor vrij spel voor het Amerikaanse grootkapitaal wilde Modi steun voor zijn racistische wetgeving. India is bovendien een strategische bondgenoot voor de VS in de regio, zeker nu de conflicten in de grensgebieden met Pakistan en China weer oplaaien. Miljoenen Indiërs gingen de straat op als protest tegen Modi en Trump. Parallel aan het bezoek van Trump waren in Delhi pogroms tegen moslims. Politie keek toe of deed mee aan de gerichte aanvallen op moslims.
Opkomst van de BJP
Het geweld was een herhaling op kleine schaal van wat er in 2002 gebeurde in de deelstaat Gujarat. In dat jaar vielen duizenden doden – vooral moslims – en keek de overheid weg. Nadat een trein afbrandde waarin hindoeïstische pelgrims zaten die terugkwamen van een tocht naar een omstreden tempel, gebouwd op een afgebroken, eeuwenoude moskee, kregen moslims de schuld van de brand. Daarop braken pogroms uit. De autoriteiten keken weg. De meeste onderzoekers zijn het er over eens dat de treinbrand een tragisch ongeluk was. Ze zijn het er ook over eens dat Modi, die toen deelstaatpremier van Gujarat was, medeverantwoordelijk is voor de etnische zuivering van moslims in reactie op het ongeluk.
De politiek van de Bharatiya Janata Party (BJP), de partij van Modi, is een combinatie van extreemrechts hindoe-nationalisme en vrijemarktfundamentalisme. De BJP komt voort uit de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), een paramilitaire organisatie compleet met uniform en militaire training. De RSS werd in de jaren 80 bekend door het aanwakkeren van haat tegen moslims en hun extreemrechtse hindoenationalistische lijn. Dit was ook het moment dat zij de politieke tak oprichtte: de BJP. Ook Modi is nog steeds lid van de RSS.
Aanval op de werkende klasse
Van onafhankelijkheid tot de jaren 90 heerste het Indian National Congress (INC) door middel van een gesloten, staatsgeleide markteconomie en een poging tot secularisme. Begin jaren 90 maakte het INC een deal met het Internationaal Monetair Fonds (IMF): een lening van 500 miljoen dollar in ruil voor lagere importtarieven, deregulering en belastingverlaging. Rijken profiteerden en India werd geprezen om de economische groei, maar de ongelijkheid groeide en mensen zagen hun bestaansmiddelen verdwijnen.
Ook deze economische onrust was een voedingsbodem voor de RSS en de BJP. Ze combineerden hun hindoe-nationalistische agenda met een anti-westers sentiment. De BJP bood echter geen alternatief voor de economische misère die het INC achterliet. De partij van Modi is neoliberaal in hart en nieren. Zijn economische beleid bestaat uit een aanval op de werkende klasse. Onder het bewind van de BJP werden publieke diensten en staatsbedrijven geprivatiseerd en werd arbeids- en milieuwetgeving afgebroken.
Als antwoord op de jarenlange aanval gingen de vakbonden begin dit jaar weer de straat op in een algemene staking. Ze eisten in een twaalfpuntenprogramma onder andere een verhoging van het minimumloon en verbeterde arbeidsrechten. Met een opkomst van 250 miljoen mensen was het de grootste staking in de wereldgeschiedenis. India heeft dan ook een rijke geschiedenis van militante arbeidersstrijd. Stakingen worden georganiseerd in grote vakbonden – de organisatiegraad is sinds de jaren 90 enorm gestegen – maar ook in ongeorganiseerde verbanden. Zo is de Bandh in India een veelgebruikte vorm van actievoeren waarbij het werk of een deel van het openbare leven kort wordt stilgelegd, tot de eisen van de stakers worden geaccepteerd.
Strijd tegen deportatie
Het grootste deel van de protesten van de afgelopen tijd was echter tegen de Citizenship Amendment Act (CAA). Dit racistische wetsvoorstel draait om het bieden van asiel aan alle niet-moslim vluchtelingen (hindoes, christenen, sikhs, boeddhisten etc.) uit buurlanden Bangladesh, Pakistan en Myanmar. Tegelijkertijd is er het voorstel om via het National Register of Citizens een census te houden waarbij ongedocumenteerde migranten worden opgespoord en gedeporteerd. Voor veel moslims betekent dat dreiging van deportatie. In Assam, een deelstaat in het noordoosten van India, zijn door de census op deze manier al 1,9 miljoen inwoners stateloos verklaard. De CAA is de zoveelste bedreiging voor moslims in India en past binnen het extreemrechtse project van de BJP. De protesten richtten zich ook tegen een wet uit 2019 die de staat de macht geeft om de identiteit van transgenders te definieren. Alleen met een door de staat uitgegeven certificaat kunnen transgenders volgens de nieuwe wet aanspraak maken op bepaalde rechten.
Niet alleen moslims kwamen in verzet tegen deze wetsvoorstellen. Zij aan zij kwam ook de arbeidersklasse in verzet. De protesten werden vooral geleid door vrouwen. In Shaheen Bagh, een moslimwijk in Delhi waar veel arbeiders wonen, hielden vrouwen uit alle bevolkingsgroepen dagenlange protesten en sit-ins. Deze vormen van solidariteit kunnen de racistische wetgeving van Modi verslaan.
Verenigd tegen rechtse plannen
Bij de verkiezingen van 2019 kwam de BJP weer als winnaar uit de bus. Het bevestigt de ruk naar rechts in India. De afgelopen maanden laten echter zien dat een groot deel van India van Modi af wil. Toch speelden de linkse partijen een marginale rol tijdens de landelijke verkiezingen. De oppositie wordt nu geleid door het INC. Zij zullen echter geen alternatief bieden tegen de economische rampspoed en het extreemrechtse geweld. Het INC volgt zelf nog steeds de neoliberale lijn die ze in de jaren 90 voor het eerst uitrolden.
De vele stakingen en protesten kwamen voort uit jaren opgekropte woede. Nu de stakingsgolf van de vakbonden en de anti-CAA protesten zich op sommige plekken al verenigen, is er vooruitzicht om Modi uit zijn nu nog comfortabele positie te gooien.
Dit artikel werd geschreven voor Modi een lockdown afkondigde.