Protesten in Venezuela gaan verkeerde kant op

Op 19 april kwamen drie mensen om tijdens massademonstraties tegen de linkse regering van Nicolás Maduro. Janneke Prins analyseert de situatie in Venezuela, dat tot voor kort door veel linkse mensen als een baken van hoop werd beschouwd.
5 mei 2017

De woede van de bevolking is begrijpelijk. Arme Venezolanen hebben honger: de schappen van de supermarkten zijn leeg. Gewone producten zoals koffie, rijst en wc-papier zijn amper te betalen, de inflatie bedroeg vorig jaar 720 procent. In de afgelopen jaren verloor de gemiddelde Venezolaan 6 kilo lichaamsgewicht.

Deze situatie wordt in de hand gewerkt door de huidige bureaucratische regering. En de rechtse oppositie wakkert dit op cynische wijze aan, mede door het stimuleren van de zwarte markt, die draait op Amerikaanse dollars.

Links was wereldwijd enthousiast over de Bolivariaanse Revolutie die Hugo Chávez tijdens zijn presidentschap introduceerde. Deze bestond onder meer uit sociale programma’s (misiones) om alfabetisering en gezondheidszorg onder de armen te stimuleren. In 1999 leefde 23,4 procent van de Venezolanen nog in extreme armoede, in 2011 was dat percentage gedaald naar 8,5. De misiones werden bekostigd met de winst uit de olie-export.

Na Chávez’ dood in 2013 werd voormalig buschauffeur Nicolás Maduro tot president verkozen. Onder hem daalde de wereldwijde olieprijs drastisch, waardoor de bekostiging van sociale programma’s moeilijker werd. Bovendien mist Maduro het charisma dat Chávez had.

Maar onder de oppervlakte borrelde er al langer wat. Hoezeer de verdiensten van de Bolivariaanse Revolutie te prijzen zijn, nooit was zelfemancipatie van de arbeidersklasse het doel.

Staatscontrole

Chávez legde zelf de kiem voor de huidige bureaucratie, toen hij in 2006 de partij PSUV oprichtte om zijn Bolivariaanse Revolutie te bestendigen. De PSUV werd al snel een instrument van staatscontrole in plaats van een uitdrukking van een democratie van onderaf.

Militaire officieren wonnen aan invloed: op dit moment hebben zij een derde van de ministeries in handen. Zij zijn verantwoordelijk voor de departementen waar corruptie hoogtij viert: de allocatie van buitenlandse valuta, havens en voedselverdeling. Het feit dat deze onder militaire controle zijn, maakt de situatie nog minder transparant.

De rechtse oppositie won de verkiezingen in december 2015 met 300.000 extra stemmen. De PSUV verloor twee miljoen stemmers. Daarna begon Maduro zich steeds autoritairder te gedragen.

Na een technisch-wettelijk proces is het standpunt van de regering-Maduro nu dat de Venezolaanse Tweede Kamer niet bestaat. De begroting werd dit jaar voorgesteld aan het Hooggerechtshof in plaats van de gekozen volksvertegenwoordigers. Daarnaast kondigde Maduro in mei vorig jaar de noodtoestand af. Deze noodtoestand is tot nu toe verlengd tot eind dit jaar.

De regering beticht demonstranten van het steunen van een couppoging. Terwijl allerlei parlementaire democratische processen door Maduro zijn teruggedraaid, zullen de huidige protesten inderdaad de positie van rechtse politici helpen verstevigen. En die willen de oude orde in Venezuela, van voor Chávez, in ere herstellen.