Prijsstijgingen en protest in Bangladesh
Door Mushtuq Husain, Dhaka, Bangladesh
De prijs van al het voedsel is in de afgelopen twaalf maanden met 50 tot 100 procent gestegen, die van rijst zelfs met 150 procent, en die van plantaardige olie en graan met 200 procent. De regering zegt dat ze haar best doet. Ze verkoopt zelf voedsel tegen prijzen die 50 tot 75 procent hoger liggen dan vorig jaar. Mensen moeten in lange rijen staan, en veel keren onverrichter zaken terug, omdat de voorraden snel op zijn. De politie voert regelmatig charges uit met de wapenstok als er onrust uitbreekt bij de voedselrijen.
De arbeiders in de kledingindustrie worden het zwaarst getroffen. Zij zijn een van de slechtst verdienende groepen arbeiders in de wereld, met een loon van rond de 1629 taka (18 euro) per maand. Door de prijsstijgingen lijden hun gezinnen hongersnood. Het is voor iedereen duidelijk dat het minimumloon nog niet voldoende is voor de voedselrekening van één persoon, laat staan een heel gezin. Hoewel verschillende fabrieksbezitters in de textielindustrie al hogere lonen hebben toegezegd, moeten veel fabrieken de loonsverhoging nog doorvoeren. Dit leidt tot een nieuwe ronde militante stakingen en protesten.
Begin april gingen 4000 arbeiders in staking in Chowmohoni, het belangrijkste zakelijke centrum aan de zuidkust. Ze eisten een loonstijging om de inflatie te compenseren. Door de staking strandden honderden vrachtwagens uit verschillende delen van Bangladesh. Een paar dagen later gingen 20.000 arbeiders in het industriegebied Fatulla, zuidoostelijk van de hoofdstad van Dhaka, de straat op in een woedend protest. Arbeiders van twee textielfabrieken in Gazipur demonstreerden vorige zondag voor hoger loon en blokkeerden twee snelwegen.
Terwijl duizenden georganiseerde arbeiders de straat op gaan en de crisis bestrijden met stakingen en protest, worden anderen tot wanhoop gedreven. Elke dag staan in de kranten artikelen zoals het bericht over Azizul Huq, die na dagenlang naar werk te hebben gezocht de honger niet meer aankon. Omdat hij zijn gezin niet langer kon voeden, probeerde hij zijn drie jonge kinderen om te brengen door hen levend te begraven. Gelukkig hoorden omstanders hun geschreeuw en zijn de kinderen gered.
De situatie in Bangladesh is instabiel. De honger levert de brandstof voor massale onvrede onder de arbeidersklasse en arme boeren. Dit leidt tot – soms gewelddadige – uitbarstingen. Het repressieve optreden van de regering en de draconische noodwetten zullen het protest mogelijk op de korte termijn indammen, maar deze methodes zullen snel falen.
Mushtuq Husain is de voorzitter van het Centrum voor Sociale Praxis in Bangladesh