Portugal: regeringscrisis door massale straatprotesten

In Portugal hebben massale protesten geleid tot het ontslag van twee ministers. Ze ondermijnen de stabiliteit van de hele regering en haar vermogen om beleid uit te voeren in de lijn van de trojka.
12 augustus 2013

Door Dani Bravo

Al maandenlang wordt er in Portugal fel geprotesteerd. Op zaterdag 2 maart demonstreerden bijna 800.000 mensen in de straten van Lissabon. Samen met de demonstraties in 20 andere steden, waren er anderhalf miljoen mensen op straat – meer dan tien procent van de bevolking.

Op 17 juni staakten leerkrachten tegen een opgelegde loonmatiging, langere werktijden en de bezuinigingen op personeel – beleid dat ook ambtenaren bedreigt. De opkomst was enorm, ook al probeerde de regering de impact te dempen door examens te laten afnemen in zaaltjes buiten school.

Op donderdag 27 juni beleefde Portugal de vierde algemene staking in twee jaar. De twee grootste vakbonden (de CGTP en UGT) mobiliseerden vele tienduizenden tegen de bezuinigingen in de gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen. Vakbonden, linkse parlementaire partijen (de Communistische Partij en het Linkse Blok) en sociale bewegingen rond het platform ‘Naar de hel met die trojka!’ mobiliseren, en bekritiseren de regering en de trojka. Dit trio van Europese Centrale Bank, Europese Unie en Internationaal Monetair Fonds eist dat de regering drastisch bezuinigt.

De Portugese staat lijkt geen uitweg te vinden uit deze politieke crisis. Na de massale protesten, de algemene stakingen, het dwarsbomen van het trojkabeleid door het Portugese Grondwettelijke Hof, en het ontslag van de twee ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken, lijkt een stabiele regering nauwelijks nog mogelijk. De visitatiecommissie van de EU en het IMF, die de bezuinigingen en privatiseringen zou komen evalueren, moest worden uitgesteld. Dit beleid was een ruil voor de financiële ‘redding’ in mei 2011.

De crisis heeft afgelopen weken tot chaotische taferelen geleid. Paulo Portas, minister van Financiën en leider van de christen-democratische CDS-PP, diende zijn ontslag in, maar de rechtse premier Coelho weigerde dat te accepteren. Hij wil de coalitie met de CDS-PP redden. De president, lid van dezelfde rechtse PSD-partij als de premier, denkt echter dat een nieuw akkoord tussen de twee grootste partijen (de rechtse PSD en de sociaaldemocratische PS) wel stabiliteit kan brengen. Op dit moment onderhandelen de drie partijen (CDS-PP, PSD en PS) daarover.

De paniek rond ‘stabiliteit’ en de ‘politieke crisis’ heeft eigenlijk slechts één doel: het uitvoeren van de bezuinigingsplannen die de trojka heeft opgelegd. De scheuren in de regering leiden nu tot onrust op de markten. Die hebben in de afgelopen dagen de rente op leningen enorm verhoogd, terwijl de beurs diepe verliezen lijdt.

Griekenland en Portugal omvatten minder dan 7 procent van de Europese bevolking en minder dan 3 procent van de krimpende Europese economie. Maar de hele strategie van de Europese heersende klasse is erop gebouwd om deze landen te wurgen met bezuinigingen, massaontslag en privatiseringen. Verzet in deze landen kan schokgolven veroorzaken die dwars door het hele continent gaan.

Dani Bravo is lid van En Lucha (de Spaanse staat)