Portretten van een achterhaald idee

Maar tussen Lenin en Stalin loopt een rivier van bloed (Foto door Jan Banning)
Fotograaf Jan Banning schetst met zijn tentoonstelling Red Utopia een zoektocht naar wat is overgebleven van de communistische idealen. Het resultaat zijn mooie maar ook statische beelden die het idee dat Lenin leidde tot Stalin onterecht in stand houden.
11 december 2017

Door Kees Hoogendijk

Het werk van Banning bestaat doorgaans uit portretten van mensen in een sociale context. Hij kiest bewust voor onderwerpen die niet altijd even makkelijk te portretteren zijn, zoals de macht van de staat, de gevolgen van oorlog, gelijkheid en ongelijkheid. In Indonesië portretteerde hij de zogeheten troostmeisjes tijdens de Tweede Wereldoorlog, terwijl hij met Bureaucratics overheidsfunctionarissen over de wereld op de foto zette.

Voor zijn werk Red Utopia reisde de fotograaf naar locaties in India, Italië, Nepal, Portugal en Rusland. In steden en soms afgelegen stadjes legde hij met zijn camera de interieurs van communistische partijkantoren vast. Meestal zien we de lokale partijactivisten in hun werkomgeving. Tussen de vaak afgebladderde muren en met computers die soms afkomstig zijn uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het oogt allemaal weinig hoopgevend.

Als bezoeker leer je tegelijkertijd wel meer over de rol die communisten speelden en spelen in de verschillende landen. Zo worden sinds 1957 in de Indiase deelstaat Kerala veel regeringen gevormd door het Left Democratic Front, dat voornamelijk uit communistische partijen bestaat. Communisten spelen in de deelstaat al decennia lang een leidende rol in het realiseren van vakbonden.

Maar veel werkgevers hebben hun bedrijven verplaatst naar andere deelstaten of naar het buitenland om de strenge arbeidsrechten te omzeilen en lagere productiekosten te realiseren. De communisten, die meer op ouderwetse sociaal-democraten lijken, ondersteunen de bevolking ook bij allerlei praktische zaken zoals het creëren van banen voor vrouwen en het regelen van huwelijken en begrafenissen voor de armen.

Dichter bij huis ontmoet Banning in Italië leden van de Partito della Rifondazione Communista. Rifondazione speelde een sleutelrol bij het organiseren van de protesten tijdens de G8 in Genua(2001), het Europees Sociaal Forum in Florence (2002) en van protesten tegen de oorlog in Irak (2003). Deze activistische dynamiek blijft onderbelicht door de keuze voor de foto’s van partijleden in hun kantoor.

De rode vlaggen en de portretten aan de muur van ‘helden’ als Marx, LeninStalin en Maozorgen bovendien voor verwarring. Voor veel klassieke communisten staan ze op hetzelfde voetstuk, maar alleen al tussen Lenin en Stalin loopt figuurlijk gesproken een rivier van bloed. In de tentoonstelling is geen aandacht voor deze belangrijke verschillen, waardoor Banning in het voorwoord kan stellen dat de communistische droom van gelijkheid uiteindelijk veranderde in een nachtmerrie.

Banning sympathiseert zelf niet met het communisme, maar neemt wel stelling tegen het kapitalisme: ‘Natuurlijk heeft het communisme veel slechte dingen gebracht, maar vergis je niet in wat het neoliberalisme nu teweegbrengt. Denk aan het ongebreidelde consumentisme, het milieu, het steeds grotere verschil tussen arm en rijk.’

Het is niet verwonderlijk dat Banning zich niet vereenzelvigt met deze achterhaalde klassieke communistische ideeën. Hij doet er misschien goed aan een keer activisten die in de socialistische traditie staan te portretteren.

Jan Banning, Red Utopia
Museum De Fundatie, Zwolle, t/m 7 januari 2018
Het gelijknamige boek is te bestellen voor €49,95.