Politieke keuzes aan de basis van ongekende verwoesting aardbevingsgebied

Verwoesting in Diyarbakır, Turkije, 6 februari 2023 (Foto: VOA)
De aardbevingen in Turkije waren meer dan een natuurramp. Jarenlang waarschuwden deskundigen vergeefs dat er maatregelen moesten worden getroffen. Het hoge aantal slachtoffers is te wijten aan een regering die winst voor vastgoedbedrijven belangrijker vond dan mensenlevens.
22 februari 2023

Op 6 februari werd het zuidoosten van Turkije getroffen door twee grote aardbevingen met een kracht van 7,8 en 7,5, die in tien provincies van Turkije en in Syrië een enorme verwoesting veroorzaakten. Op het moment van schrijven zijn meer dan 47.000 mensen omgekomen als gevolg van de aardbevingen. Niemand weet hoeveel mensen er nog onder het puin liggen.

Maar de gevolgen van deze onvoorstelbaar grote natuurramp worden verergerd door politieke factoren. In Syrië komt de schade van de aardbeving bovenop de gevolgen van de jarenlange oorlog en is slechts zeer beperkte hulpverlening, die bovendien wordt tegengewerkt door het regime van Assad.

Trage hulpverlening

Ook in Turkije kwam de hulpverlening de eerste twee dagen traag op gang. De officiële rampenbestrijdingsorganisatie AFAD, in 2009 opgericht om bij een ramp snel en efficiënt te kunnen ingrijpen, bleek onvoldoende voorbereid om in de cruciale eerste 48 uur hulp te bieden. Op veel plaatsen probeerden mensen zelf hun familieleden en buurtgenoten onder het puin vandaan te halen.

Het aardbevingsgebied heeft een gemengde bevolking, met veel Koerden en Alevieten, die al jarenlang te maken hebben met discriminatie en onderdrukking. Zij voelen zich nu opnieuw in de steek gelaten. Ook verblijven in het gebied veel Syrische vluchtelingen. Ook onder deze groep zijn duizenden doden te betreuren.

Het waren maatschappelijke organisaties en vrijwilligers uit heel Turkije die solidariteit toonden door geld en goederen in te zamelen en in het gebied zelf concrete hulp te bieden. Op meerdere plaatsen werden vrijwilligers belemmerd door bureaucratie en tegenwerking van de autoriteiten. Maatschappelijke organisaties die goederen hadden ingezameld vertelden dat hun vrachtwagens werden tegengehouden door provinciale bestuurders van regeringspartij AKP, die er hun eigen vlag aan hingen om hun eigen incompetentie te verdoezelen.

Diverse lokale journalisten die verslag deden vanuit het gebied werden opgepakt of in hun werk belemmerd door de autoriteiten. Terwijl politici van oppositiepartijen in het gebied probeerden de bevolking bij te staan, noemde president Erdogan de ramp een ‘plan van het lot’ en haalde hij uit naar ‘provocateurs’ die het waagden kritiek te uiten. De regering die zo jammerlijk faalde bij de hulpverlening vond wel tijd om mensen op te pakken vanwege kritische uitingen op social media.

Bouwamnestie

Maar de slechte staat van veel gebouwen is de belangrijkste oorzaak voor de schaal van de verwoesting. Het getroffen gebied ligt op de Oost-Anatolische breuklijn. Al jaren waarschuwden geologen voor de fatale gevolgen van een grote aardbeving. Toch bleken veel gebouwen niet bestand tegen de aardbeving en stortten recent opgeleverde flatgebouwen en zelfs ziekenhuizen als kaartenhuizen in elkaar. In een land als Japan, waar gebouwen wel aardbevingsbestendig zijn, kwamen in Fukushima bij een vergelijkbare aardbeving slechts drie mensen om.

Na de grote aardbeving van 1999 in Izmit (West-Turkije) zijn bouwvoorschriften aangescherpt, maar die werden door de autoriteiten niet gehandhaafd. De AKP zag de bouwsector als motor van de economie. Bij veel nieuwbouwprojecten ontdoken aan de regering gelieerde bouwbedrijven de regels. Zo konden ook in dit kwetsbare gebied veel gebouwen van slechte kwaliteit worden neergezet.

Sinds de AKP aan de macht is, zijn er bovendien diverse ‘bouwamnestieën’ geweest, waarbij panden die in strijd met de regels gebouwd waren gelegaliseerd werden. Bij de laatste bouwamnestie, in 2018, werden in het huidige aardbevingsgebied bijna 300.000 illegale bouwsels gelegaliseerd.

Zondebokken

Na de aardbeving van 1999 werden de toenmalige regeringspartijen bij de verkiezingen van 2002 weggevaagd en werd de pas opgerichte AKP de grootste partij. Het is goed mogelijk dat de geschiedenis zich bij de presidents- en parlementsverkiezingen van dit jaar herhaalt, tenzij Erdogan het zo weet te draaien dat de verkiezingen tot na de officiële deadline van 18 juni worden uitgesteld.

De AKP zal uiteraard proberen de schade voor zichzelf zoveel mogelijk te beperken. Inmiddels heeft Erdogan toegegeven dat er fouten zijn gemaakt bij de hulpverlening. Ook hebben de autoriteiten arrestatiebevelen uitgevaardigd voor meer dan 130 mensen die verantwoordelijk worden gehouden voor het instorten van duizenden gebouwen, onder anderen aannemers en architecten. Gezien de omvang van de verwoesting is dit slechts het topje van de ijsberg.

Het is belangrijk te begrijpen dat het niet gaat om individuen en zelfs niet alleen om het regeringsbeleid. Het gedogen van illegale bouwpraktijken heeft zo’n systematisch karakter dat het moed vergt om ertegenin te gaan. In het plaatsje Erzin, in het aardbevingsgebied, stortte geen enkel gebouw in. De burgemeester, Ökkes Elmasoglu, weigerde toestemming te geven voor illegale bouwwerken en kreeg te horen: ‘Ben jij soms beter dan de rest?’

Een bijzonder walgelijke vorm van zondebokpolitiek wordt gevoerd door de fascistische politicus Ümit Özdag, die Syrische vluchtelingen wegzet als plunderaars en dieven. Ook deze stemmingmakerij is bedoeld om de aandacht af te leiden van de werkelijke verantwoordelijken en heeft al geleid tot geweld tegen onschuldige mensen.

De solidariteit van gewone mensen, uit heel Turkije en vele andere landen, heeft in de dagen na de aardbeving geholpen veel mensenlevens te redden. Deze solidariteit blijft ook de komende tijd nog hard nodig, nu vele duizenden mensen die hun geliefden en hun huis hebben verloren verder moeten met hun leven.