Pegida-racisten in Duitsland stuiten op massaal verzet

Een nieuwe racistische beweging woedt in Duitsland. Pegida trekt sinds november elke maandag duizenden deelnemers in de Oost-Duitse stad Dresden, op 12 januari 25.000. Waar komt deze racistische beweging vandaan, en hoe ziet het verzet daartegen eruit? Freek Blauwhof doet verslag uit Berlijn.
16 januari 2015

De deelnemers van de wekelijkse marsen van Pegida (Patriottische Europeanen tegen de Islamisering van het Avondland) in Dresden gaan tekeer tegen de zogenaamde ‘Islamisering van Europa’ en roepen daarbij ‘Wir sind das Volk’, de leus van de opstand in de DDR (1989). In de praktijk wordt duidelijk dat de vooroordelen nog veel verder gaan en dat een harde kern aan nazi’s en fascisten tenminste een dikke vinger in de pap hebben.

Maandag 5 januari hoopte Pegida op een nationale doorbraak, maar tevergeefs. In vele Duitse steden demonstreerden op maandag 5 januari meer dan 50.000 mensen tegen islamofobie en in solidariteit met vluchtelingen. In Berlijn en Keulen blokkeerden 15.000 demonstranten de route van enkele honderden Pegida-racisten. Op maandag 12 januari waren zelfs meer dan 100.000 mensen tegen Pegida op de been.

Sinds 26 oktober komt het in Duitsland telkens weer tot grotere racistische marsen. Op die dag vochten meer dan 4.000 voetbalhooligans samen met extreem-rechtse activisten onder de naam HoGeSa (Hooligans tegen salafisten) tegen de politie in de binnenstad van Keulen. Officieel richtte deze meute zich alleen tegen salafisten, maar op straat werd door slogans als ‘buitenlanders eruit’ en ‘Duitsland voor Duitsers’ al snel duidelijk dat de hooligans en nazi’s van HoGeSa hun pijlen op alle ‘buitenlanders’ richten. Half november konden 6.000 tegendemonstranten een tweede mars van HoGeSa in Hannover echter effectief verstoren. Ook lokaal is er in vele Duitse steden een hetze tegen vluchtelingencentra.

Schrikbarend zijn ook de cijfers over racistisch gemotiveerd geweld. De serie aanslagen van de National Sozialistische Untergrund (NSU), de terroristische die de geheime dienst Verfassungschutz sinds 2000 kende maar vrij heeft laten rondlopen, is slechts het topje van de ijsberg. Alleen al tussen 2000 en 2007 zijn volgens de antifascistische denktank Antonio Amadeu Stiftung 184 racistisch gemotiveerde moorden gepleegd. Het aantal aanslagen op moskeeën per jaar is gestegen van 22 in de jaren 2000 tot 35 in 2013.

Volgens de Verfassungsschutz zijn er binnen en buiten nazipartijen als de NPD, die Rechte, Pro Deutschland ongeveer 10.000 ‘rechts-extremisten die tot geweld bereid zijn’. En zulke extreem-rechtse activisten zijn welkom op de demonstraties van Pegida. De NPD vergadert zelfs direct met Lutz Bachmann, organisator van de maandagmarsen in Dresden. Zo vindt Duits extreem-rechts opnieuw aansluiting bij duizenden racisten op straat.

Mainstream

Net als in de rest van Europa wordt het racisme ook in Duitsland door mainstream media en partijen gevoed. Hoewel toonaangevende tijdschriften als Der Spiegel, Stern en Focus zich, net als de grootste dagelijkse krant Bild, zich duidelijk van bewegingen als Pegida en Hogesa distantiëren, wakkeren dezelfde publicaties vooroordelen tegen moslims ook actief aan. Zo komt het eigenlijk als links-liberaal te boek staande Der Spiegel telkens weer met koppen als ‘De heilige haat’, ‘Allahs bloedige leger’ en ‘Wie Heeft De Sterkere God’. Ook in november 2014 kopte Der Spiegel weer ‘De Jihadcultus – Waarom Duitse Jongeren de Heilige Oorlog Opnemen’.

In 2009-2010 kwam het tot een doorbraak van racistisch gedachtegoed in de Duitse mainstream. Toen bood het hele Duitse medialandschap een enorm platform voor het boek Duitsland schaft zichzelf af van Thilo Sarrazin, het best verkochte boek in Duitsland sinds 1945. Der Spiegel en Bild drukten zelfs uittreksels lang voordat het boek uitkwam. Het oud-bestuurslid van de Bundesbank en lid van de SPD schuwt in zijn boek zelfs geen biologisch racisme. Telkens vermengt Sarrazin haat tegen moslims, Turken en Arabieren met verachting voor de lagere klassen en sociaal-darwinisme.

Zo schreef hij bijvoorbeeld: ‘De Turken veroveren Duitsland net als de Kosovaren dat met Kosovo hebben gedaan: door een hoger geboortecijfer. Dat zou ik goed vinden als het Oost-Europese Joden zouden zijn geweest, die hebben een IQ dat 15 procent hoger ligt dan dat van de Duitse bevolking’, ‘Een groot aantal Arabieren en Turken hebben geen productieve functie behalve dan in de groente- en fruithandel’, en ‘Ik hoef niemand te respecteren die op kosten van de staat leeft, deze staat niet erkent, niet voor de opleiding van zijn kinderen zorgt en aan de lopende band kleine hoofddoekmeisjes produceert.’

Volgens peilingen van het ifo-instituut in 2010 vond 37 procent van de ondervraagden dat Sarrazin gelijk heeft met zijn ‘stellingen’. Het was duidelijk dat er rechts van het CDU een groot potentieel voor een hard-rechtse partij was ontstaan. Nazipartijen als de NPD, Pro Deutschland en die Rechte zochten met verkiezingsslogans als ‘Naar de stembus voor Thilo’s theses!’ aansluiting bij dat deel van de bevolking.

De CDU van Merkel was daar niet ongevoelig voor en verhardde haar toon. In 2010 verklaarde Merkel op het congres van de CDU-jeugd dat ‘multi-culti heeft gefaald’. In de laatste bondsdagverkiezing heeft ook het CSU traditiegetrouw campagne gevoerd tegen ‘criminele buitenlanders’ en voor een bijzondere tolheffing voor buitenlanders op Duitse snelwegen.

Rechts vacuüm

Ondertussen heeft de Alternative für Deutschland (AfD) het vacuum rechts van de CDU/CSU grotendeels opgevuld. In de deelstaatparlementen van Saksen, Brandenburg en Thüringen en het Europees Parlement is de AfD vertegenwoordigd. Bij de Bondsdagverkiezingen miste de partij met 4,8 procent net de verkiezingsdrempel. Nu staat ze in de landelijke peilingen op 7 procent. De burgerlijk-liberale vleugel van de AfD doet haar best zich als respectabele conservatieve partij met een andere economische visie op Europees economisch beleid te presenteren.

Beschuldigingen van racisme en ‘rechts gedachtengoed’, wat in Duitsland onmiddellijk een link met nationaalsocialisme impliceert, wijst partijleider en economieprofessor Bernd Lücke telkens van de hand. Maar het burgerlijk-liberale gezicht van de AfD blijkt al snel een dun masker voor een hard-rechtse, racistische organisatie zoals de PVV. Zo heeft AfD-voorzitter in Saksen Frauke Petry 10 procent in het deelstaatparlement gehaald met verkiezingseisen als referenda bij de bouw van minaretten, quota voor Duitstalige muziek bij de publieke omroep en meer grenscontroles. Afgelopen woensdag constateerde dezelfde Petry in gesprek met de leiding van Pegida ‘inhoudelijke raakvlakken’.

Toch is er in Duitsland ook een breed gedragen en machtig verzet tegen racisme en aanvallen op de multiculturele samenleving. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de culturele aardverschuiving van de studentenopstand van 1968 ervoor, dat openlijk racisme nog lang niet salonfähig is. Bij arbeiders in de grote steden, maar ook in burgerlijke kringen, bij beter betaalde professionals en bij leden van de SPD en de Groenen is de verontwaardiging over Pegida groot. CDU en CSU hebben de grootste moeite zich van open racisme te distantiëren zonder haar achterban aan de AfD te verliezen. Dus speelt de politiek een soort ‘good cop-bad cop’ met Pegida.

Aan de ene kant spreekt Merkel en de SPD-top zich uit tegen Pegida en voor verdraagzaamheid. Tijdens Pegida-demonstraties gingen in Keulen en Berlijn in een symbolische vertoning van de politiek de verlichting van de Keulse Dom en de Brandenburger Tor in Berlijn uit. Tegelijkertijd benadrukken politici van de CSU/CDU en zelfs de Groenen dat ‘de zorgen van Pegida-meelopers serieus moeten worden genomen’.

Verzet

Het succesvolle verzet tegen racisme en fascisme legt echter haar eigen grenzen aan de politiek op. De meer dan 50.000 demonstranten van maandag 5 januari hebben Pegida-demonstraties in alle steden behalve Dresden verhinderd. Ook op 12 januari waren de 100.000 tegendemonstranten ruim in de meerderheid. Dit teken van verdraagzaamheid en solidariteit heeft Pegida buiten Dresden op het juiste moment de wind uit de zeilen genomen.

Maar ook in Dresden heeft het antifascistisch verzet grote overwinningen geboekt. De afgelopen jaren hielden breed gedragen blokkades de jaarlijkse nazioptochten tegen, op de herdenkingsdag van het bombardement op Dresden, de grootste nazimarsen in Europa sinds 1945. Terwijl de nazi’s in 2007 7.000 staalharde fascisten op de been konden brengen, durfden ze zich in 2013 en 2014 niet eens meer te vertonen. In hun plaats vierden 15.000 tot 20.000 antifascisten feest in de binnenstad.

De winnende strategie van actiecomités als Dresden Nazifrei is telkens dezelfde: de opmarsen van nazi’s en racisten actief blokkeren door middel van een breed gedragen, vreedzaam maar offensief protest. Bij deze acties zijn niet alleen radicaal links, migrantenorganisaties en de socialistische partij Die Linke in groten getale aanwezig, maar ook veel leden en kiezers van SPD en Groenen. Ook lokaal krijgen vluchtelingenprotesten en honderden lokale solidariteitscomités voor vluchtelingencentra flinke solidariteit. Zo staakten en demonstreerden duizenden Berlijnse scholieren meermaals in solidariteit met vluchtelingen. In Hamburg gingen in december 2013 10.000 mensen wekenlang de straat op tegen de ontruiming van het kraakpand Rote Flora, dat asielzoekers huisvestte.

Radicaal links

Bij het formuleren van een tegengeluid tegen racisme en het organiseren van antifascistisch protest speelt radicaal links een belangrijke rol. Samen met talloze migrantenorganisaties zijn veelal autonome antifascisten en leden van de links-reformistische partij Die Linke de motor van het protest. Met ruim 10 procent van de zetels in de Bondsdag is Die Linke ook in staat een principieel tegengeluid tegen racisme te laten horen. Zo verklaarde de fractievoorzitter in de Bondsdag Gregor Gysi onlangs dat de meelopers van Pegida ‘doorgaans weten wie ze achterna lopen. Pegida is racistisch en nationalistisch. Je moet de moed hebben om naar boven te kijken, naar de banken en de rijken.’ De lokale afdeling in Dresden heeft posters opgehangen met de slogan ‘De grenzen lopen tussen boven en beneden!’.

Toch kan Die Linke ook opportunistisch zwijgen over racistische toestanden. In het Oosten van Duitsland, waar racisme vaak het sterkst is en Die Linke tegelijkertijd de meeste stemmen krijgt, ontbreekt regelmatig een duidelijk antiracistische verkiezingsposter. En ook Gysi zint op een centrum-linkse regering in 2017. Daaarom bepleit hij in de Bondsdag sinds kort dat ‘wij de politiek’ de sociale oorzaken van racistische sentimenten moeten oplossen. Toch blijkt in de praktijk in Hamburg, Berlijn en Münster dat Die Linke door actieve deelname aan antifascistisch protest juist stemmen weet te winnen. Van deze ervaringen kan links in Nederland voor de eigen strijd tegen racisme een heleboel leren.